direct naar inhoud van 5.2 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Binnenstad - Schoenmakersstraat 7-11 en Vleeshouwersteeg 14
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00059-0004

5.2 Cultuurhistorie en archeologie

Gemeentelijk monument
Het pand Schoenmakersstraat 11 is een gemeentelijk monument uit circa 1880. Het is een diep woonhuis van twee bouwlagen onder een schilddak in eclecticistische stijl. Het monument wordt afdoende beschermd door de gemeentelijke monumentenverordening.

Archeologie

In 2006 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht geworden. In het kader hiervan dient een gemeente ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiƫle archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht.

Het plangebied ligt binnen archeologisch waardevol gebied, namelijk het beschermd Stadsgezicht (Binnenstad) en AMK-terreinen met attentiezones van 100 meter en attentiezone rond de Binnenstad.

Voor het Beschermd Stadsgezicht geldt dat indien dieper wordt gegraven dan 30 cm en een oppervlak van meer dan 30 m2 er voorschriften in de vergunning dienen te worden opgenomen. Voor de AMK-terreinen geldt dat indien dieper wordt gegraven dan 30 cm en een oppervlak van meer dan 50 m2er een archeologisch vooronderzoek moet worden uitgevoerd.

In het bestemmingsplan is dan ook een dubbelbestemming archeologische waarde opgenomen. Bij de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorschriften worden gesteld:

  • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Wanneer behoud in situ niet mogelijk is, wordt bij de vergunning een opgraving verplicht gesteld (behoud ex situ).

Omdat het voorliggende bestemmingsplan uitsluitend de bestaande bebouwing positief bestemd en er op dit moment geen daadwerkelijk bouwplan aan de orde is, hoeft er geen archeologisch onderzoek te worden verricht. Bij een eventuele nieuwe bouwaanvraag zal te zijner tijd aangetoond moeten worden dat er geen archeologische waarden in het geding zijn.