direct naar inhoud van 2.3 Beleid
Plan: Buitengebied - Hotel Van der Valk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00030-0004

2.3 Beleid

Structuurvisie Gelderland en provinciale Verordening
Op 29 juni 2005 is het streekplan vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de Nota Ruimte van het rijk. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. In het Streekplan Gelderland is Harderwijk aangeduid als regionaal centrum.

Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen, zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'. Het hotel ligt in de nabijheid van bestaande hoofdinfrastructuur en de kern Harderwijk. Er kan gesteld worden dat de betere inpassing van het hotel aansluit bij de in het Streekplan genoemde doelen.
Het terrein ligt in de EHS, grotendeels EHS-Natuur en een zeer klein deel EHS-Verweving. Daarnaast ligt het in Natura 2000-gebied 'Veluwe' en in het Nationaal Landschap Veluwe.
Ten aanzien van EHS is in de streekplanherziening 'Herbegrenzing Ecologische Hoofdstructuur' aangegeven dat bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur, alleen kunnen worden goedgekeurd als - naast het ontbreken van reële alternatieven en de aanwezigheid van redenen van groot openbaar belang - aantoonbaar in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen. Compensatie van de resterende schade dient plaats te vinden in hetzelfde bestemmingsplan of in gekoppelde bestemmingsplannen. Per saldo zal op planniveau of op gebiedsniveau geen verlies mogen optreden van areaal, kwaliteit en samenhang.
Aan compensatie worden in het kader van de EHS de volgende voorwaarden gesteld:

  • geen netto-waardenverlies (areaal, kwaliteit, samenhang);
  • compensatie aansluitend of nabij het gebied, mits een duurzame situatie ontstaat of, indien niet mogelijk: realisering van kwalitatief gelijkwaardige waarden of fysieke compensatie verder weg van het aangetaste gebied.
  • indien fysieke compensatie niet mogelijk is: financiële compensatie conform de Richtlijn Compensatie Natuur en Bos die op 2 juli 1998 in het Provinciaal Blad is gepubliceerd. Hiertoe wordt niet eerder overgegaan dan nadat alle andere mogelijkheden, waaronder onteigening, maximaal zijn benut;
  • mitigatie en compensatie maken deel uit van het plan, de eventuele daarmee samenhangende meerkosten van de activiteit dienen in het plan te zijn verdisconteerd (veroorzakersbeginsel). Het besluit over de compensatie is daarmee gekoppeld aan het te nemen besluit over de ingreep. Indien over de compensatie in een ander kader wordt besloten dan over de ingreep, kan eerst met de uitvoering worden begonnen, nadat ten minste het compensatiebesluit onherroepelijk is geworden.
    In geval tevens de VHR-richtlijn of de provinciale Richtlijn Compensatie Natuur en Bos van toepassing is, geldt het zwaarste compensatieregime. Bij compensatie zijn de onderdelen uit de provinciale Richtlijn Compensatie Natuur en Bos, die op 2 juli 1998 in het Provinciaal Blad zijn gepubliceerd, van toepassing. De richtlijn is verwerkt in de provinciale verordening, die 15 december 2010 is vastgesteld.

  • In de Provinciale verordening is hierover weergegeven:
    "In gebieden gelegen binnen de EHS zijn bestemmingen en ontwikkelingen, waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, niet toegestaan".
    Op verzoek van het gemeentebestuur kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen:
    • 1. voor bestemmingen en ontwikkelingen in EHS-gebied met de functie 'natuur', indien er geen reële alternatieven zijn, er sprake is van redenen van groot openbaar belang, de negatieve effecten door mitigatie zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd. In de toelichting bij het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen omtrent de aard van de mitigerende of compenserende maatregelen, de begrenzing van het compensatiegebied en de wijze waarop de compensatie verzekerd is;
    • 2. voor bestemmingen en ontwikkelingen in EHS-gebied met de functie 'Verweving', mits door deze bestemmingsherzieningen en de op basis daarvan mogelijk gemaakte ontwikkelingen wordt bijgedragen aan de realisering van natuurdoelen. De ingreep en de realisatie van de natuurdoelen moeten gelijktijdig worden gerealiseerd. De wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied mogen hierbij niet significant worden aangetast en er mogen geen barrières voor de gewenste samenhang worden gecreëerd.

Door aanleg van de parkeerplaats zal de EHS in oppervlakte afnemen. Dit verlies is van zeer geringe omvang en kwaliteit. Met de ontwikkeling is er geen sprake van aantasting van kernkwaliteiten of ontwikkelingsopgaven van de EHS (zie bijlage 5). Er is geen reëel alternatief voor parkeergelegenheid van het hotel. Het is niet wenselijk dat de bezoekers van het hotel gaan parkeren langs de Leuvenumseweg of de Watertorenweg. Dit is eveneens in de EHS. In de paragraaf over ecologie zijn de compenserende maatregelen beschreven:
"Voor de kap van 0,28 ha bos voor de realisatie van het hotel heeft de initiatiefnemer in totaal 8,2 ha grond aangekocht, waarvan 2,2 ha bos aangeplant wordt. Dit betekent dat de initiatiefnemer voor het verlies aan bos acht keer zoveel bos weer heeft aangeplant. In totaal heeft de initiatiefnemer 29 keer zoveel grond aangekocht dan verloren gaat voor de soorten. Op alle aangekochte gronden wordt met het juiste beheer het bos ontwikkeld tot oud bos." Hieruit blijkt dat de initiatiefnemer veel meer dan strikt noodzakelijk heeft gecompenseerd voor het verlies aan reeds verstoorde natuurwaarden.

Wat betreft het Nationale Landschap worden in de Provinciale verordening alleen eisen ten aanzien van woningbouw gesteld.

Natuurbeschermingswet 1998
Op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 mogen Natura 2000-gebieden geen significante schade ondervinden. Dit houdt in dat bepaalde plannen en projecten op zichzelf óf in combinatie met andere plannen en projecten de natuurwaarden waarvoor de gebieden zijn aangewezen, niet significant negatief mogen beïnvloeden.

Structuurplan Harderwijk 2020
In het Structuurplan Harderwijk 2020 ligt het plan binnen een gebied dat is aangeduid als 'Natuur/Bos'. In het Structuurplan wordt onder andere ingezet op de versterking van de relatie van Harderwijk met de Veluwe. De Veluwe is een aantrekkelijk gebied voor dag- en verblijfsrecreatie en het is gewenst om die potentie beter te benutten. Het structuurplan gaat daarom uit van realisering van een betere verbinding voor fietsers tussen de binnenstad en de Veluwerand. Daartoe wordt de Deventerweg getransformeerd in een Groene Corridor en wordt de oversteekbaarheid van de Ceintuurbaan voor fietsers verbeterd. Aansluitend aan die nieuwe toegangspoort moet de toeristische infrastructuur op de Veluwe worden verbeterd. Voor het bosrijke deel van het buitengebied ten zuiden van de A28 streeft Harderwijk naar behoud van natuurwaarden, versterking van de landschappelijke attractiviteit en betere benutting van de toeristische potenties. Verbetering van de bereikbaarheid en ontsluiting van het hotel, wat aan de rand van de Veluwe ligt en grenst aan de inmiddels gerealiseerde fietsbrug over de Ceintuurbaan, past bij de betere benutting van de toeristische potenties.

Welstandsnota
In de Welstandsnota is aangegeven dat voor (de voorzijde van) het plangebied Welstandsniveau 1, zwaar, geldt. Voor alle vergunningplichtige plannen wordt advies gevraagd aan de welstandscommissie. Daarbij wordt zorgvuldig gekeken naar de inpassing in de omgeving, het bouwplan op zichzelf en de detaillering en materialisering ervan. Het plangebied valt binnen de gebiedstypering: Zuidelijk buitengebied. Het natuurlijke karakter van het natuurgebied vormt het uitgangspunt. Bebouwing dient daarom in de beleving van het natuurgebied een ondergeschikte plaats in te nemen. De expressie van de architectuur moet daarom worden aangepast aan de natuurlijke omgeving. In specifieke gevallen kan ook worden gekozen om in de architectuur juist het contrast tussen natuur en cultuur zichtbaar te maken. Het pand is reeds gerealiseerd en past hierbinnen.