Artikel 13 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten aanzien van:
-
a. afstanden, breedten, oppervlakte, bebouwingspercentages en dergelijke tot een maximum van 10% van de voorgeschreven en aangegeven maten;
-
b. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van het openbaar nut, zoals wachthuisjes, abri's, telefooncellen, met een oppervlakte van maximaal 4 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 4 m;
-
c. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut met een maximale inhoud van 70 m3 en een bouwhoogte van niet meer dan 4 m, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes en daarmee gelijk te stellen gebouwtjes of andere bouwwerken, met uitzondering van benzineverkoopstations;
-
d. afwijkingen van het plan, inbegrepen bebouwingsgrenzen en - oppervlakken, teneinde de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkaveling en/of situering blijkt dat aanpassing van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en afwijking van zo ondergeschikte aard blijft dat de structuur van het plan en de belangen van derden niet worden geschaad.