direct naar inhoud van 5.9 Archeologie
Plan: Tweelingstad-Slingerbos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00013-0004

5.9 Archeologie

De bodem van het bestemmingsplangebied wordt bepaald door enkeerdgronden. Die zijn gevormd door eeuwen lang als bouwland in gebruik te zijn geweest. Door bemesting met potstalmest (een mix van schapenmest en heideplaggen) zijn de gronden opgehoogd en is de bouwvoor relatief dik. Op de kadastrale minuutplannen is goed te zien dat in 1832 een groot deel van het plangebied in gebruik is als akkerland. Veel van de kavels worden omzoomd door houtwallen. De door mest opgehoogde gronden worden vaak archeologisch hoog gewaardeerd. Het gaat archeologen niet zo zeer om de enken zelf maar om de archeologische waarden die zich onder de bouwoor bevinden. Door ophoging met mest zijn deze waarden vaak nog goed geconserveerd. De ploegdiepte is zodanig dat deze waarden niet meer worden aangetast. Wel is het zo dat de top van het oorspronkelijke maaiveld is omgezet maar alle diepere archeologische sporen zijn vaak nog aanwezig. Het westelijke deel van het plangebied is lange tijd als weiland in gebruik geweest en heeft zodoende een minder dikke bouwvoor. Omdat het gebied voor het grootste deel is bebouwd, zullen de meeste archeologische waarden verdwenen zijn. In het openbare gebied en in de tuinen en de nu nog onbebouwde delen is de kans op het aantreffen van archeologische waarden groter. Dat is de reden dat het grootste deel van het gebied met een gemiddelde verwachtingswaarde is toebedeeld. Een kleine zone, nabij de Veldkamp, Dennenlaan is aangemerkt als hoge verwachtingswaarde. Dit heeft te maken met het feit dat dit deel van het plangebied als laatste in ontwikkeling is genomen. Rond 1850 is dit nog als heide in gebruik. De archeologische waarden, indien aanwezig, bevinden zich hier direct onder het maaiveld. Ook hier geldt dat alleen buiten de huidige bebouwing waarden te verwachten zijn.


afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00013-0004_0030.jpg"

Historische kaart van De Man (1806)


Rond 1800 liggen er twee erven tussen de bouwlanden: Kranenburg (aan de huidige Mecklenburglaan) en het Engels Erf (aan de gelijknamige straat). Van de historische bebouwing zijn mogelijk nog resten in de bodem bewaard gebleven. Buiten deze historische resten worden in het plangebied met name prehistorische en mogelijk vroeg middeleeuwse sporen verwacht.


Het relevante archeologie- en monumentenbeleid is reeds beschreven in paragraaf 3.4. Hier is ook de archeologische verwachtingskaart opgenomen. Omdat het grootste deel van het plangebied is bebouwd, wordt met name aandacht gegeven aan de onbebouwde delen van het plangebied en aan de openbare ruimte. Voor het gebied met een hoge verwachting worden bodemingrepen met een omvang groter dan 100 m² belast met een onderzoeksplicht. Voor de rest van het gebied geldt dat er geen onderzoek vereist is bij bodemingrepen groter dan 1000 m².