direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
Plan: Tweelingstad-Slingerbos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00013-0004

Artikel 23 Algemene wijzigingsregels

23.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor wat betreft het wijzigen van de bestemming van de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1', in de bestemming Wonen onder de volgende voorwaarden:
    • 1. het aantal woningen ter plaatse mag niet meer dan acht bedragen of het aantal zorgwoningen mag niet meer dan 18 bedragen;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 7 m bedragen;
    • 3. de bebouwing mag het bouwvlak overschrijden, met dien verstande dat het totaal te bebouwen oppervlak niet meer dan 50% van het perceel bedraagt;
    • 4. in samenhang met de bebouwing wordt een aarden wal of gebouwde voorziening gemaakt die de bebouwing afschermt van het geluid van de spoorlijn Amersfoort-Zwolle.

  • b. Wijziging als bedoeld in sub a mag uitsluitend plaatsvinden indien:
    • 1. kan worden voldaan aan de in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan en de in de 'Aanbevelingen Verkeersvoorzieningen in de bebouwde kom' (ASVV2004) opgenomen parkeernormen;
    • 2. door middel van een watertoets is aangetoond dat de waterhuishouding op aanvaardbare wijze wordt vormgegeven;
    • 3. wordt voldaan aan de relevante wet- en regelgeving op het gebied van bodem, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, archeologie, alsmede flora en fauna;
    • 4. de economische haalbaarheid is verzekerd.

23.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 2
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren van meerdere wooneenheden met de daarbij behorende zorgvoorzieningen in een hoofdgebouw met een aanbouw ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 11 m;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van de aanbouw niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 6 m.
    • 3. de afstand tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens niet minder bedraagt dan 6 m;
    • 4. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder bedraagt dan 6 m;
    • 5. parkeren op eigen terrein plaats vindt.

  • b. Wijziging als bedoeld in sub a mag uitsluitend plaatsvinden indien:
    • 1. kan worden voldaan aan de in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan en de in de 'Aanbevelingen Verkeersvoorzieningen in de bebouwde kom' (ASVV2004) opgenomen parkeernormen;
    • 2. door middel van een watertoets is aangetoond dat de waterhuishouding op aanvaardbare wijze wordt vormgegeven;
    • 3. wordt voldaan aan de relevante wet- en regelgeving op het gebied van bodem, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, archeologie, alsmede flora en fauna;
    • 4. de economische haalbaarheid is verzekerd.