direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen - Woonwagencentrum
Plan: Tweelingstad-Slingerbos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00013-0004

Artikel 17 Wonen - Woonwagencentrum

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagencentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het gebruik en de inrichting van woonwagenstandplaatsen;
  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. voet- en fietspaden;
  • h. parkeerplaatsen;
  • i. woonstraten en wegen met een buurtontsluitende functie;
  • j. verkeersvoorzieningen, waaronder begrepen afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • k. nutsvoorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.

In de bestemming is de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m² voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.

In de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.

17.2 Bouwregels

  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van het gebruik en de inrichting van het woonwagenterrein gelden de volgende regels:
    • 1. voor het plaatsen van woonwagens gelden de volgende regels:
      • a. een woonwagen mag uitsluitend worden geplaatst binnen het aangegeven bouwvlak en overeenkomstig de aangegeven maatvoering wat betreft de maximale goothoogte en de maximale bouwhoogte;
      • b. de breedte en de lengte van een woonwagen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 7 m en 16 m;
      • c. de onderlinge afstand van de woonwagen -inclusief eventuele aan- of uitbouwen- mag niet minder dan 5 m bedragen;
      • d. het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan het aangegeven 'maximum aantal wooneenheden';
    • 2. voor het bouwen van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
      • a. binnen het bouwvlak mag per woonwagen een berging/hobbyruimte/sanitaire unit worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 25 m²;
      • b. de goot- en bouwhoogten van deze bijgebouwen bedragen niet meer dan is aangegeven, dan wel de bestaande hoogte indien deze meer bedragen;
      • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat:
        I. een antenne van de voet af gemeten geen grotere bouwhoogte mag hebben dan 5 m;
        II. een vlaggenmast geen grotere bouwhoogte mag hebben dan 6 m.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
    • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 50 m³;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
    • 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en openbare nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 6 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en carports mag niet meer bedragen dan 3 m.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van de gebouwen waarvan de maximaal toegestane bouwhoogte 3 m bedraagt;
  • b. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden;
  • c. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.