direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Oude Waag 83/Banweg 2, Tweede herziening Bestemmingsplan Buitengebied'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.OudeWaagBanweg-0403

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Oude Waag 83/Banweg 2, Tweede herziening Bestemmingsplan Buitengebied' van de gemeente Geldermalsen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0236.OudeWaagBanweg-0403 met de bijbehorende regels;

1.3 aan huis verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;

1.4 aan huis gebonden bedrijf:

bedrijvigheid van beperkte omvang, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die in een woning (inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen) wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een aan huis verbonden bedrijf;

1.5 aan- en uitbouwen:

een gebouw, in één bouwlaag en aangebouwd aan de (bedrijfs)woning, welk onderscheiden kan worden van de (bedrijfs)woning en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de (bedrijfs)woning; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.6 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; onder agrarisch bedrijf is onder meer begrepen het fokken van paarden;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bedrijfsgebouwen:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.9 bedrijfswoning:

een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting;

1.10 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.11 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.12 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirecte steun vindt in of op de grond;

1.13 bijgebouw:

een niet voor bewoning bestemd vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van en in bouwmassa ondergeschikt is aan de woning, waaronder in ieder geval begrepen een huishoudelijke bergruimte, garage of hobbyruimte;

1.14 dagrecreatie:

vormen van recreatief gebruik van openbaar toegankelijke voorzieningen ten behoeve van fietsers, wandelaars, ruiters, watersporters en dergelijke;

1.15 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.16 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij, dat overwegend afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende gronden als agrarisch productiemiddel;

1.17 intensieve veehouderij:

een agrarisch bedrijf waarvan de hoofdactiviteit is gericht op niet-grondgebonden fokkerij, mesterij of pluimveehouderij;

1.18 peil:

het peil gemeten vanaf het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte bouwterrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein wordt gemeten vanaf de aansluitende, afgewerkte gemiddelde maaiveldhoogte;

1.19 schuurberg:

hooiberg met een stenen of houten onderbouw die dienst doet als schuur;

1.20 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, als dan niet in combinatie met elkaar;

1.21 theetuin:

kleinschalige horeca, in de periode april t/m september in de vorm van een terras van maximaal 100 m² waar niet alcoholische dranken worden geschonken;

1.22 woning:

een gebouw inclusief aan- en uitbouwen, dat bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;

1.23 zijdelingse perceelgrens:

de aan de zijkant(en) van een gebouw gelegen grens van het perceel.