Tankstation Hondsgemet Noord

Artikel 3 Bedrijventerrein - Verkooppunt motorbrandstoffen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein - Verkooppunt motorbrandstoffen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief de verkoop van CNG (Compressed Natural Gas);
• b. een autowasserette;
• c. parkeren;
• d. nutsvoorzieningen.

Een en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder ondergrondse containers, alsmede interne ontsluitingswegen en andere verkeers-, water- en groenvoorzieningen waaronder mede worden begrepen bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.

3.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1

3.2.1 Verkooppunt motorbrandstoffen

Met betrekking tot het verkooppunt voor motorbrandstoffen gelden de volgende regels:

• a. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie en met een winkelverkoopvloeroppervlakte (w.v.o.) die niet groter mag zijn dan 150 m²;
• b. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie en in de vorm van het verstrekken van kleinere etenswaren en, in hoofdzaak, alcoholvrije drank gedurende de openingstijden van het verkooppunt voor motorbrandstoffen;
• c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- CNG unit' is een CNG-compressorunit toegestaan waarbij de waterinhoud van de bufferopslag niet meer dan 10 m3 mag bedragen.

3.2.2 Parkeervoorziening

Uitgangspunt is dat bedrijven in hun eigen parkeerbehoefte kunnen voorzien. Hiertoe dient, behoudens via omgevingsvergunning, bij de inrichting van de kavels per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo) tenminste de volgende parkeernorm in acht te worden genomen:

Grondgebruik (functies)	Aantal parkeerplaatsen	per
Garage, service station, tankstation	2,5-2,8	100 m2 bvo

3.2.3 Groenvoorziening

Per bouwperceel dient, behoudens via omgevingsvergunning, minimaal 10% van het oppervlak uit groenvoorzieningen te bestaan.

3.2.4 In- en uitritten

Voor in- en/of uitritten geldt het volgende:

• a. binnen deze bestemming zijn maximaal twee in- en/of uitritten toegestaan;
• b. de breedte van een in- en/of uitrit mag niet meer bedragen dan 8 m.

3.3 Bouwregels

3.3.1 Bouwwerken

Uitsluitend mogen worden opgericht – mede met inachtneming van het bepaalde in 3.2- bouwwerken passende binnen de bestemming.

3.3.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan het volgende te voldoen:

• a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gesitueerd;
• b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
• c. in afwijking van het gestelde onder a en b is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-CNG unit' een CNG-compressorunit toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2,5 m en een bebouwd oppervlak van 21 m2;
• d. de afstand tussen de gebouwen onderling bedraagt ten minste 2 m;
• e. de bouwhoogte van liftschachten en andere ondergeschikte (dak)opbouwen, mag maximaal 3 m meer bedragen dan de op grond van deze regels toegestane maximale bouwhoogte.

3.3.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde dienen aan het volgende te voldoen:

• a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
• b. de bouwhoogte van de luifel mag niet meer bedragen dan 8 m;
• c. buiten de gronden met de aanduiding 'bouwvlak' is één reclamezuil toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 7 m;
• d. ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is, als onderdeel van het ter plaatse toegestane gebouw, één reclamemast toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 10 m;
• e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden.

• a. voor opslag op gronden gelegen buiten het bouwvlak;
• b. voor opslag op gronden buiten bouwwerken tot een hoogte van meer dan 5 m;
• c. en de hierbij behorende bouwwerken voor seksinrichtingen;
• d. en de hierbij behorende bouwwerken voor de opslag en verkoop van LPG (Liquefied Petroleum Gas) en LNG (Liquefied Natural Gas).

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Afwijking parkeernorm

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.2.2 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lagere parkeernorm van 1 parkeerplaats per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak toe te staan in het geval de bedrijfsuitvoering zich hoofdzakelijk richt op opslag van goederen of op een volautomatisch productieproces dan wel een voornamelijk machinale verwerking.

3.5.2 Afwijking percentage groen

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.2.3 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lager percentage groenvoorziening toe te staan, mits:

• a. minimaal 8% van het perceelsoppervlak bestemd wordt voor de aanleg van groenvoorzieningen;
• b. er sprake is van een evenwichtige stedenbouwkundige opbouw van de bebouwing op het desbetreffende bouwperceel;
• c. het bouwplan op een aanvaardbare wijze in de landschappelijke omgeving wordt ingepast.