direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Palmesteyn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.072171palmesteyn-VO04

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. behoud, beheer en herstel van aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, toegangspaden en verhardingen en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:

a Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een woning;
  • b. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroepsmatige activiteiten in gebruik is, zulks met een maximum van 45 m²;
  • c. door degene die de activiteit gaat ontplooien, dient te worden aangetoond dat de activiteit geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied.
b Publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden bedrijfsactiviteit in de vorm van bed & breakfast toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een woning;
  • b. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroepsmatige activiteiten in gebruik is, zulks met een maximum van 45 m²;
  • c. door degene die de activiteit gaat ontplooien, dient te worden aangetoond dat de activiteit geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied.

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van andere vormen van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, kan uitsluitend worden toegestaan, indien ontheffing ex 5.6.3 wordt verleend.

c Maximum aantal woningen

Er zijn maximaal drie wooneenheden toegestaan. Deze mogen zich uitsluitend binnen het hoofdgebouw bevinden.

d Parkeren

Binnen de bestemming dient worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend één hoofdgebouw ten behoeve van woningen toegestaan, alsmede de bij de woningen behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Situering gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", met dien verstande dat ondergeschikte bouwdelen tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen";
  • c. in afwijking van het hierboven bepaalde mag voorts een bouwwerk in de vorm van o.a. een prieel of duiventil worden opgericht .
5.2.3 Hoofdgebouw

Voor het bouwen van hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. binnen het hoofdgebouw zijn maximaal drie wooneenheden toegestaan;
  • a. de inhoud van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 4500 m3;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan in het bouwvlak, met de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” is aangegeven;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen over 10 % van de bebouwde oppervlakte van het hoofdgebouw de goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 14 m en 19 m bedragen.
5.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" met de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” is aangegeven;
  • b. bouwwerken als bedoeld in 5.2.2 onder c. dienen te voldoen aan de volgende maatvoering:
    • 1. de bebouwde oppervlakte bedraagt maximaal 25 m2;
    • 2. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal respectievelijk 3 m en 5 m.
5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen en carports, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag vóór de naar de Krooiweg gesitueerde zijde van de gevel (voorgevel) of het verlengde daarvan niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van een toegangsbrug maximaal 1,5 m bedraagt, waarbij wordt gemeten vanuit het rijvlak van voertuigen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
5.2.6 Bouwvlakoverschrijding ondergeschikte bouwdelen

Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het bouwdeel ondergeschikt is en het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen aan:

  • a. de vorm van de kap van hoofd- en bijgebouwen;
  • b. de afmetingen van de gebouwen;
  • c. aan de situering van bouwwerken als bedoeld in 5.2.2 onder c.

één en ander ten behoeve van de bescherming van de cultuurhistorisch waarde en ter waarborging van een karakteristiek bebouwingsbeeld.

5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Ontheffing grotere hoogte bouwwerken, geen bebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.5teneiende een grotere hoogte toe te staan voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • b. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. de hoogte na vrijstelling niet meer bedraagt dan 5 m.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft bijgebouwen;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, anders dan bedoeld in 5.1.2 onder b.
5.6 Ontheffing van de gebruiksregels
5.6.1 Ontheffing van het gebruik van bijgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 5.5.1. onder a voor het toestaan van het gebruik van aan-, uit- of bijgebouwen bij woningen als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. maximaal één afhankelijke woonruimte per bouwperceel is toegestaan;
  • c. de oppervlakte per afhankelijke woonruimte maximaal 75 m2 bedraagt;
  • d. het betreffende bijgebouw is gesitueerd op een afstand van maximaal 20 m2 uit de betreffende woning;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en bedrijven.
5.6.2 Beëindiging ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de ontheffing als bedoeld in artikel 5.6.1, indien de ten tijde van het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

5.6.3 Ontheffing publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.5.1 onder b, teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de bedrijfsactiviteit geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  • c. de activiteit naar haar aard met de karakteristiek van de omgeving in overeenstemming is;
  • d. degene die de bedrijfsactiviteit in hoofdzaak uitvoert tevens gebruiker van de woning is;
  • e. het niet betreft activiteiten welke een zodanige verkeersaantrekking hebben, dat deze leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer;
  • f. door degene die de activiteit gaat ontplooien, dient te worden aangetoond dat de activiteit geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied;
  • g. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met de bedrijfsmatige activiteit;
  • h. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten in gebruik is;
  • i. in geval de activiteit de exploitatie van een theetuin/terras betreft dient te worden voldaan aan het hierboven onder a t/m g bepaalde met inachtneming van het volgende:
    • 1. In afwijking van het bepaalde in de definitie met betrekking tot de publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis mag de activiteit op het perceel plaats vinden buiten de woning en de daarbij behorende bijgebouwen;
    • 2. de omvang van een terras, veranda e.d. ten behoeve van het gebruik van consumpties door bezoekers mag ten hoogste 100 m² bedragen.