Plan:
Ermelo Buitengebied Midden-West
Status:
vastgesteld
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.02330000BPbgbMW1-
Artikel 5 Landgoed (dubbelbestemming)

Inhoudsopgave
5.1 Doeleindenomschrijving

De op de plankaart voor 'landgoed' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere, voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor:

  • het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden, natuuren landschapswaarden;
  • extensieve dagrecreatie;
  • wegen en paden.

In het doel 'het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden, natuuren landschapswaarden' zijn mede begrepen de leefgebieden van dieren en planten en voor zover van toepassing de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden.

Voor zover het betreft landgoed Groevenbeek, zijn de volgende waarden te rekenen tot het doel 'het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden, natuuren landschapswaarden':

Landgoed Groevenbeek als geheel:

  • het stelsel van hoofdlanen binnen het landgoed, dat met name bepaald wordt door de Kamplaan, de Tollaan-Jacobslaan, overgaand in de Heerenlaan-Krakeling, en de Nieuwe Laan;
  • de historische verbindingswegen en -lanen die over het landgoed lopen en Groevenbeek verankeren aan de ruimere omgeving: de Torenlaan, de Putterweg, de Arnhemse Karweg, de Grieteweg en de Leuvenumseweg (of Postweg);
  • de laanbeplanting van loofbomen (eiken, beuken) aan weerszijden van de bovengenoemde lanen, waaronder begrepen het doorgaande karakter van de laanbeplanting, over eigendomsgrenzen heen;
  • de lage wal die de begrenzing van het landgoed Groevenbeek over grote lengte mankeert;
  • het stelsel van gebogen lanen en wandelpaden in het name het oostelijke en het meest westelijke gedeelte van het landgoed, met de daar aanwezige laanbeplanting;
  • de op het landgoed aanwezige grafheuvels.

Oud Groevenbeek (landhuis en directe omgeving):

  • het stelsel van hoofdlanen in de omgeving van het landhuis, gevormd door de Torenlaan, de Oude Laan en de Nieuwe Laan;
  • de parkaanleg in late Engelse landschapstijl, met de karakteristieke afwisseling tussen open en gesloten delen;
  • de Groevenbeek, in de 17e eeuw gegraven sprengenbeek;
  • de zichtlijnen van en naar het landhuis en zicht op de bijgebouwen in het park, in het bijzonder het zicht op de watertoren;
  • de aanwezige bebouwing van het landgoed Oud Groevenbeek: het landhuis, de boerderij, het koetshuis, de tuinmanswoning, de druivenkas en de watertoren.

Nieuw Groevenbeek (boerderij met nederzetting van vakantiehuizen):

  • de lusvormige structuur van de lanen ten westen van de Arnhemse Karweg, gevormd door de Nieuwe Laan en de laan tussen Het Grote Huis en de leemkuil;
  • de laanbeplanting aan weerszijden van deze lanen;
  • het onverharde karakter van lanen en paden;
  • de wijze van situering van de bebouwing, verspreid gelegen in een "krans" rondom de open bouwlanden, begrensd door het bos;
  • het open karakter van bouwen weilanden;
  • de cirkel van eikenbomen in het hart van het open gebied;
  • de zichtlijnen vanuit de centrale open ruimte naar de diverse huizen en omgekeerd, evenals de zichtlijnen tussen de huizen onderling;
  • de min of meer informele situering van de bebouwing, met hagen en struiken als natuurlijke overgangen tussen openbaar en privé-terrein;
  • het bebouwingsbeeld: eenvoudige (vakantie)huizen in een tot twee bouwlagen met kap, veelal geheel of gedeeltelijk in hout uitgevoerd, en meestal voorzien van luiken met eenzelfde patroon in de kleuren rood, wit en groen. In het bijzonder de relatief gaaf bewaard gebleven huizen 'De Meerle', 'Ons Huisje', 'Bloeimaand' en 'Wildebosch', als karakteristieke voorbeelden van houten vakantiewoningen uit het begin van de 20e eeuw;
  • de boerderij en oude schaapskooi, als bebouwingselementen verbonden met de geschiedenis van Groevenbeek als ontginningslandgoed.

5.2 Bouwvoorschriften

Op of in deze gronden mogen, naast bebouwing die is toegestaan op grond van het bepaalde in de andere voor die gronden geldende bestemmingsvoorschriften, uitsluitend met de bestemming verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m.

5.3 Ontheffing van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel 1, onder de voorwaarden dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond, dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van leefgebieden van dieren en planten en voor zover van toepassing de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden, en met inachtneming van de bij de activiteit omschreven voorwaarden.

tabel 1

Activiteit basisvoorschrift voorwaarden
het bouwen van gebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud lid 2
  • de oppervlakte en de goothoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 80 m2 en 4 m;
  • ontheffing kan slechts worden verleend indien de noodzaak voor het oprichten van een gebouw uit een oogpunt van beheer en onderhoud is aangetoond;
  • ontheffing wordt niet verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden en hieraan door het nemen van maatregelen niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

5.4 Ontheffing van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover het betreft landgoed Groevenbeek en onder de voorwaarde dat de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden van het landgoed niet worden aangetast, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 26 lid 1 (Algemene gebruiksbepaling) ten behoeve van het toestaan van het gebruik van de bebouwing en de gronden voor:

  • zakelijke dienstverlening;
  • maatschappelijke dienstverlening;
  • educatieve doeleinden;
  • verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • dagrecreatieve doeleinden;
  • evenementen van tijdelijke aard,
één en ander met dien verstande dat:
  • het te gebruiken terrein dient te voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte;
  • het terrein, wanneer het niet in gebruik is, afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer en publiek;
  • het verlenen van de ontheffing niet leidt tot een aantasting van de leefgebieden van dieren en planten en voor zover van toepassing de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000gebieden.

5.5 Aanlegvergunning

Het bepaalde in artikel 23 is van toepassing.