Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Wijzigingsplan Looweg 10 en 12
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0233.WPlooweg10en12-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Op 27 januari 2011 is het bestemmingsplan “Recreatieterreinen” vastgesteld. Om de legalisatie van permanent bewoonde recreatiewoningen mogelijk te maken is vervolgens op 28 november 2013 het “Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning” vastgesteld. Dat plan regelt dat ongeveer 160 permanent bewoonde recreatiewoningen ook daadwerkelijk permanent bewoond mogen worden. Daarnaast regelt het Facet bestemmingsplan de maximaal toegestane oppervlakte voor die woningen.
 
Tijdens het opstellen van het Facet bestemmingsplan bleek dat een aantal recreatiewoningen aan de Looweg 10 en 12 niet te legaliseren was in verband met de bedrijfsactiviteiten van las- en metaalbewerkingsbedrijf Hopcon. Dat heeft er toe geleid dat voor betreffende percelen een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen naar de gebiedsaanduiding ‘overige zone - permanente bewoning’.
 
Door middel van voorliggend plan wordt uitvoering gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid, waardoor de recreatiewoningen gelegen aan de Looweg 10 en 12 worden voorzien van de gebiedsaanduiding "overige zone - permanente bewoning". Hiermee worden deze permanent bewoonde recreatiewoningen gelegaliseerd en wordt de maximaal toegestane oppervlakte voor deze woningen geregeld.
 
1.2 Ligging
Het plangebied is gelegen aan de Looweg 10 en 12, in de bebouwde kom van Ermelo. De verschillende percelen zijn gelegen op de bestaande recreatieterreinen 'Oase' en 'Sneeuwwitje' en zijn gelegen achter de bebouwing van de Horsterweg.
 
Figuur 1: Ligging plangebied
   
Dit wijzigingsplan heeft betrekking op de volgende woningen/kavels:
 
StraatHuisnummer Kavel
Looweg1011
Looweg1024
Looweg1025
Looweg1026
Looweg1029
Looweg1034
Looweg121
Looweg122
Looweg123
Looweg125
Looweg126
Looweg127
Looweg128
Looweg129
Looweg1210
Looweg1211
Looweg1212
Looweg14 1
    
 
1.3 Vigerende bestemmingsplannen
Voor het plangebied vigeert het reparatie bestemmingsplan "Recreatieterreinen" dat op 4 juli 2013 is vastgesteld en op 5 maart 2014 onherroepelijk geworden. Daarnaast is binnen het plangebied het "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning" geldend. Dit bestemmingsplan is op 28 november 2013 vastgesteld en op 15 oktober 2014 onherroepelijk geworden.
 
 
Figuur 2: Uitsnede bestemmingsplan Recreatieterreinen (links) en Recreatieterreinen, permanente bewoning
 
De permanent bewoonde recreatiewoningen aan de Looweg 10 en 12 vallen onder overgangsrecht.
Om de legalisatie van permanent bewoonde recreatiewoningen mogelijk te maken is op 28 november 2013 het “Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning” vastgesteld. Dat plan regelt dat 160 permanent bewoonde recreatiewoningen ook daadwerkelijk permanent bewoond mogen worden. Daarnaast regelt het Facet bestemmingsplan de maximaal toegestane oppervlakte voor die woningen.
In het Facet bestemmingsplan is een geluidsonderzoek uitgevoerd naar de te legaliseren recreatiewoningen aan de Looweg 10 en 12 die gelegen zijn rond het las- en metaalbewerkingsbedrijf Hopcon, Horsterweg 139. Een groot aantal recreatiewoningen met overgangsrecht ligt binnen de vergunde geluidsruimte van Hopcon. Daarom is destijds onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn om deze woningen toch te kunnen legaliseren. Hierbij was van belang dat Hopcon niet onevenredig in zijn bestaande geluidsrechten wordt aangetast en er ook een goed woon- en leefklimaat ontstaat voor de betreffende recreatiewoningen.
Van alle onderzochte mogelijkheden is afscherming de enige optie gebleken. Als rond het buitenterrein een afschermende absorberende voorziening van maximaal 4 meter hoog wordt geplaatst, is sprake van een goed woon- en leefklimaat en zijn er in principe geen beperkingen voor het bedrijf (geluidsaspect).
Op het moment van totstandkoming van het Facet bestemmingsplan was er nog geen afschermende voorziening aanwezig. Daarom is in het Facet bestemmingsplan voor een aantal percelen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar de aanduiding ‘overige zone - permanente bewoning’.
 
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten einde op betrokken percelen de gebiedsaanduiding "overige zone - permanente bewoning" mogelijk te maken waarbij de bouwmogelijkheid voor een geluidsscherm van maximaal 4 meter is inbegrepen, onder de volgende voorwaarden:
  1. er wordt een afschermend absorberend geluidsscherm geplaatst dat wordt voorzien van klimop of andere (klim)planten, van ten hoogste 4 meter op of tegen de erfgrens van de betrokken recreatieterreinen en in standgehouden op een zodanige wijze dat aangetoond wordt dat het bedrijf op het perceel Horsterweg 139 niet beperkt wordt in zijn bedrijfsvoering (geluidsaspect)
    of
  2. er wordt op andere wijze aangetoond dat voldaan kan worden aan een wettelijk aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Provinciaal beleid
De beleidsmatige afweging heeft plaatsgevonden in het vigerende bestemmingsplan "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning". Deze afweging is nog steeds actueel en wordt in dit wijzigingsplan achterwege gelaten. Voor de beleidsmatige afweging wordt kortheidshalve verwezen naar voornoemd Facet bestemmingsplan.
2.2 Gemeentelijk beleid
De beleidsmatige afweging heeft plaatsgevonden in het vigerende bestemmingsplan "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning". Deze afweging is nog steeds actueel en wordt in dit wijzigingsplan achterwege gelaten. Voor de beleidsmatige afweging wordt kortheidshalve verwezen naar voornoemd Facet bestemmingsplan.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Algemeen
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient bij een wijzigingsplan de aanvaardbaarheid en inpasbaarheid van het plan te worden beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt het plangebied getoetst aan de verschillende milieuaspecten.
3.2 Waterhuishouding / watertoets
In het "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning" wordt ingegaan op het aspect water en blijkt dat dat aspect niet belemmerend is voor genoemd bestemmingsplan. De in het Facet bestemmingsplan gebruikte argumenten zijn onveranderd van toepassing op onderhavig wijzigingsplan en worden hier nogmaals toegelicht.
 
Het wijzigingsplan ligt in het buitengebied op de recreatieterreinen 'Oase' en 'Sneeuwwitje' in de gemeente Ermelo. Het betreft een aantal, bij elkaar gelegen, kavels rondom het perceel van het las- en metaalbedrijf Hopcon, Horsterweg 139.
In het plangebied zijn recreatiewoningen al toegestaan. Met voorliggend wijzigingsplan wordt de geldende bestemming aangevuld met de aanduiding 'overige zone - permanente bewoning'. Ook worden de bouwmogelijkheden voor deze woningen uitgebreid. De woningen mogen worden uitgebreid tot 75 m2.
 
Voor het aspect water betreft het een minimale verandering. Er worden geen grote aaneengesloten extra verharde oppervlakten toegestaan. Wel dient al het hemelwater ter plaatse te worden geïnfiltreerd. De woningen liggen verspreid en eventuele uitbreiding van de woningen zal geen significante negatieve effecten hebben op de waterhuishouding.
Het aspect water is niet belemmerend voor de totstandkoming van dit wijzigingsplan.
3.3 Geluid
In het kader van het bestemmingsplan "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning", is akoestisch onderzoek uitgevoerd voor weg- en railverkeer en voor bedrijven.
Uit het onderzoek naar weg en railverkeer bleek dat de woningen aan de Looweg 10 en 12 niet gehinderd worden door te hoge geluidsbelastingen veroorzaakt door weg- of railverkeer.
 
Daarnaast is in het Facet bestemmingsplan onderzoek gedaan naar de te legaliseren recreatiewoningen rond het bedrijf Hopcon aan de Horsterweg 139. Hopcon is een las- en metaalbewerkingsbedrijf dat vooral is gericht op de agrarische sector. Het perceel is in het bestemmingsplan "Buitengebied Midden-West" opgenomen als categorie 3.2 bedrijf, met een grootste afstand van 100 meter voor het aspect geluid. Omdat het gelegen is in gemengd gebied, mag voor geluid een afstand van 50 meter worden gehanteerd. Omdat een groot aantal recreatiewoningen met overgangsrecht binnen de zone van 50 meter van Hopcon gelegen zijn, is onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn om deze woningen toch te kunnen legaliseren.
 
Van alle onderzochte mogelijkheden bleek afscherming de enige optie te zijn. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de opname van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan, waarmee permanente bewoning van recreatiewoningen mogelijk wordt gemaakt.
Voor de akoestische onderzoeken wordt verwezen naar het bestemmingsplan "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning".
 
Momenteel wordt voldaan aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid, zodat de betreffende kavels aan de Looweg 10 en 12 kunnen worden voorzien van de aanduiding 'overige zone - permanente bewoning'.
Middels voorliggend wijzigingsplan wordt uitvoering gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid.
 
3.4 Archeologie
Het plangebied bestaat uit meerdere percelen. De archeologische verwachtingswaarde van de percelen wisselt volgens de archeologische beleidskaart van 'lage archeologische verwachting' tot 'hoge archeologische verwachting'. Percelen met een hoge verwachtingswaarde hebben in het moederbestemmingsplan "Recreatieterreinen" de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' gekregen. Dit houdt in dat bij ingrepen in de bodem aangetoond moet worden dat er geen (eventueel aanwezige) archeologische resten verloren gaan. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor dit wijzigingsplan.
3.5 Flora en fauna
De natuurbescherming in Nederland bestaat uit de gebiedsbescherming en soortenbescherming. Voor de gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 en de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing.
 
Natuurbeschermingswet en EHS
Het plangebied is niet gelegen in Natura2000-gebied en is buiten de EHS gelegen. Het dichtsbijzijnde Natura2000-gebied is de Veluwerandmeren en ligt op ruim 2,5 kilometer afstand. Daartussen zijn andere woningen, wegen en bedrijven gelegen.
 
De recreatiewoningen waar het in dit wijzigingsplan om gaat, zijn al jaren permanent bewoond. Met voorliggend wijzigingsplan wordt alleen deze permanente bewoning gelegaliseerd. Feitelijk verandert er niets.
Hiermee is een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet niet nodig. Er zijn geen negatieve gevolgen te verwachten op de instandhoudingsdoelstellingen van Nature 2000 of de EHS. Aanvullend onderzoek is niet nodig.
 
Flora- en faunawet
Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet getoetst worden of in plangebieden beschermde dier- en/of plantsoorten aanwezig zijn. In het kader van het bestemmingsplan "Recreatieterreinen" is een natuurtoets uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat alleen bij kappen van bomen en/of slopen van gebouwen mogelijk effecten optreden. Indien dit van toepassing is, moeten tegen die tijd de effecten onderzocht worden.
Met voorliggend wijzigingsplan wordt het permanent bewonen van recreatiewoningen gelegaliseerd. Deze gebruikswijziging heeft geen gevolgen voor eventueel aanwezige beschermde dier- en/of plantensoorten. De mogelijkheid om de woningen verder uit te breiden zorgt naar verwachting niet voor significant negatieve effecten. Soortenbescherming vormt geen belemmering voor voorliggend wijzigingsplan.
   
3.6 Luchtkwaliteit
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
De AmvB “Niet in betekenende mate” (Besluit NIBM) behorende bij de “Wet luchtkwaliteit”, legt vast wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof in de buitenlucht.
 
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekenende mate" is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
  1. woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  2. infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  3. kantoorlocaties: 10.000 m2 bruto vloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 200.000 m2 bruto vloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.
Als een project binnen bovenstaande begrenzing valt, dan is geen verdere toetsing nodig. Het wijzigingsplan bevat geen van bovenstaande ontwikkelingen. Het plan regelt de bestaande situatie. Er worden  geen extra woningen toegestaan. Het plan kan worden gezien als een NIBM-project en kan doorgaan zonder dat extra maatregelen worden genomen. Er is dan ook geen luchtkwaliteitonderzoek nodig.
Het aspect luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor dit wijzigingsplan.
3.7 Verkeer en vervoer
Met voorliggend plan wordt de bestaande feitelijke situatie vastgelegd. Er worden geen extra woningen toegestaan. Het aantal verkeersbewegingen zal dan ook niet toenemen. Voorliggend wijzigingsplan heeft geen gevolgen voor verkeer en vervoer.
3.8 Externe veiligheid
De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, circulaire "Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen" en het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' vormen grotendeels het wettelijk kader voor het aspect externe veiligheid. Hierbij staat de verantwoording van het zogenaamde plaatsgebonden risico en het groepsrisico centraal. Het groepsrisico is afhankelijk van de kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen en de bevolkingsdichtheid in de omgeving.
 
De recreatiewoningen liggen binnen de reikwijdte van externe veiligheid van de hogedruk aardgasleiding A-510.
In een onderzoek van Tebodin b.v. van 15 mei 2008 zijn de gevaarsaspecten van onder andere deze hogedruk aardgasleiding onderzocht. Zowel het plaatsgebonden risico als het groepsrisico is bepaald.
Het plaatsgebonden risico ligt op de leiding en levert daardoor geen belemmeringen op voor het wijzigingsplan.
Het aantal kwetsbare objecten, waaronder recreatiewoningen ook vallen, neemt echter niet toe door dit wijzigingsplan. Omdat het een bestaande situatie betreft en het wijzigingsplan geen verdichting of uitbreiding van de aanwezigheid van het aantal personen voorziet, neemt het groepsrisico niet toe.
Het aspect externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor dit wijzigingsplan.
 
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
Met voorliggend wijzigingsplan wordt de bestemming van 17 recreatiewoningen aangevuld met de gebiedsaanduiding 'overige zone - permanente bewoning'. Hiermee wordt planologisch geregeld dat de woningen permanent bewoond kunnen worden. De bouwmogelijkheden van deze woningen worden ook uitgebreid. Alle woningen mogen namelijk worden uitgebreid tot 75 m2, ongeacht de grootte van het perceel. Voor het overige verandert er niets op de percelen. De regels uit het moederplan blijven van kracht.
4.2 Verantwoording bestemmingskeuze
Door het toevoegen van de gebiedsaanduiding 'overige zone - permanente bewoning' blijft de recreatiebestemming behouden. Hierdoor blijft het mogelijk om op het perceel recreatief te verblijven. Dit past het beste bij de omgeving waar het plangebied zich bevindt, namelijk op recreatieterreinen. De regels die bij recreatieverblijven horen blijven dan ook van toepassing, met uitzondering van de permanente bewoning die nu toegestaan wordt en de bebouwde oppervlakte die toeneemt.
 
Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels
In artikel 1 worden de begrippen 'Plan', 'Wijzigingsplan' en 'Verbeelding' uitgelegd. Daarbij wordt verwezen naar het "Facet bestemmingsplan Recreatieterreinen, permanente bewoning". De regels van dat plan worden van toepassing verklaard, voor zover relevant, op het wijzigingsplan.
In artikel 2 worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop gemeten moet worden, waarbij wordt verwezen naar het Facet bestemmingsplan.
Artikel 3 bevat de regels met betrekking tot het permanent bewonen van recreatiewoningen en de maximale oppervlakte van een recreatiewoning.
Artikel 4 en 5 bevatten de overgangs- en slotregels.
Hoofdstuk 6 Financiële uitvoerbaarheid
Voorliggend wijzigingsplan betreft geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Er worden geen extra woningen toegestaan. De realisatie van de recreatiewoningen was al mogelijk in het vigerende bestemmingsplan en daarbij staan de recreatiewoningen al op de percelen. Een exploitatieovereenkomst is dan ook niet nodig.
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wro. Door het voeren van de genoemde procedure, met de daarbij behorende zienswijzen c.q. beroepsprocedure, worden belanghebbenden betrokken bij het plan.
 
In eerste instantie wordt het ontwerpwijzigingsbesluit met het ontwerpwijzigingsplan en bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens de genoemde periode kan een ieder bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen omtrent het ontwerpwijzigingsplan. Wanneer geen zienswijzen worden ingediend, wordt het wijzigingsplan vastgesteld. Wanneer wel zienswijzen worden ingediend, worden deze voorzien van een gemeentelijke reactie. Vervolgens kan het wijzigingsplan, al dan niet gewijzigd naar aanleiding van een zienswijze, worden vastgesteld.
 
De vaststelling van het wijzigingsplan wordt door het college van burgemeester en wethouders bekend gemaakt en ter inzage gelegd. Tegen het besluit is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
7.1 Zienswijze
Het ontwerpwijzigingsplan "Looweg 10 en 12" heeft vanaf 30 juli 2015 tot en met 9 september 2015 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode van zes weken zijn geen zienswijzen ingediend.
7.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
Het wijzigingsplan is in het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voorgelegd aan de provincie Gelderland. Zij hebben aangegeven akkoord te zijn met het plan.
   
Daarnaast is het plan gezonden naar het Waterschap Vallei en Veluwe. Het waterschap heeft aangegeven dat al het hemelwater ter plaatse moet worden geïnfiltreerd. Deze opmerking is verwerkt in paragraaf 3.2 van deze toelichting. Verder had het waterschap geen opmerkingen.
Het plan raakt geen nationale belangen. Daarnaast is het plan niet van betekenis voor de buurgemeenten en is toezending aan die bestuursorganen achterwege gelaten.