Plan: | Structuurvisie Groene Zoom |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0233.SVgroenezoom-0403 |
We kunnen ons de ruimte voorstellen als opgebouwd uit drie 'lagen': ondergrond (water, bodem en het zich daarin bevindende leven), netwerken (alle vormen van zichtbare en onzichtbare infrastructuur) en occupatie (ruimtelijke patronen tengevolge van menselijk gebruik). Elke laag is van invloed op de ruimtelijke afwegingen en keuzen met betrekking tot de andere lagen.
Er moet rekening worden gehouden met de eigenschappen en functies van de ondergrond en de netwerkenlaag en de structurerende betekenis van beide lagen. In de planvorming moeten de processen in de verschillende lagen meer met elkaar in verband worden gebracht. Hiermee kunnen conflicten tussen ruimtegebruikers worden voorkomen, maar kan ook meer samenhang in maatregelen worden bereikt. Ingrepen kunnen immers verschillende beleidsdoelen dienen.
Plannen die oog hebben voor de drie lagen en de voorwaarden die zij aan het ruimtegebruik stellen, kunnen daarmee toekomstgericht, duurzaam en 'bruikbaar' zijn. De lagenbenadering gaat dan ook goed samen met de verschillende aspecten van ruimtelijke kwaliteit: gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
Van de drie lagen uit de lagenbenadering (ondergrond, netwerken en occupatie) is er niet één het belangrijkst voor de ruimtelijke ontwikkeling: elke laag heeft haar specifieke bijdrage aan die ontwikkeling. Tegelijkertijd ligt ook in de lagenbenadering besloten dat vooral een onderliggende laag condities stelt aan een bovenliggende. Belangrijk is de onderlinge wisselwerking tussen de lagen. Elke laag stelt zo condities aan de andere lagen en daarmee is elke laag van invloed op de ruimtelijke afwegingen en keuzen. In de Nota Ruimte is al geconstateerd dat te lang en te vaak in Nederland min of meer 'eigenstandig' is nagedacht over de ontwikkeling van verstedelijking, intensieve vormen van landbouw en andere wenselijke occupatievormen, zonder daarbij voldoende rekening te houden met deze condities.
In het landschappelijk raamwerk is met name de laag van de netwerken aan de orde geweest: groenstructuur, infrastructuur en water. Daarnaast is vanuit de occupatielaag bestaande bebouwing geïnventariseerd en geconcludeerd dat de daar aanwezige ongebruikte agrarische bebouwing moet wijken voor kleinschalige toevoeging van woningen. Om dit verder te verduidelijken zijn in het landschappelijk raamwerk diverse beelden toegevoegd van respectievelijk gewenst landschap, infrastructuur, water en bebouwing. Ook dit dient ter illustratie van het beeld dat beide gemeenten zich voorstellen bij de ontwikkeling van het gebied.
Ten behoeve van het landschappelijk raamwerk zijn een aantal relevante kaartbeelden gemaakt die bijdragen aan de totstandkoming van deze visie. Dit zijn kaartbeelden betreffende de kenmerken van:
Deze kaartbeelden zijn aangevuld met noodzakelijke informatie om te kunnen komen tot deze visie. Deze informatie is afkomstig van een aantal externe adviesbureaus die onderzoek hebben verricht naar een aantal aspecten zoals de effecten van ingrepen op de ecologie en de archeologie. Daarnaast is de informatie aangevuld met reeds aanwezige kennis over het gebied zoals verkeer, milieu en waterhuishouding. Daarvan zijn verschillende kaartbeelden per onderwerp weergegeven. Door de verschillende onderwerpen apart in kaart te brengen en te bespreken is goed mogelijk de kenmerken van de ruimtelijke structuren in beeld te brengen.
Het gebied wordt gekenmerkt door afwisselend agrarische bebouwing en afgebakende open ruimten. De bebouwing ligt deels verscholen in een gesloten landschap met vaak monumentaal groen. Kenmerkend zijn de door eiken en beuken geflankeerde lanen. De aanleg van de Groen Zoomweg heeft veel oude structuren doorsneden. Mede hierdoor is de huidige ontsluiting gericht op de Horloseweg en Fokko Kortlanglaan. De oost en westkant zijn van elkaar gescheiden door de spoorlijn Amersfoort-Zwolle waardoor ook daar de oude structuur van de Fokko Kortlanglaan is doorsneden. Tevens bevindt zich in het gebied een aantal campings van verschillende signatuur en uitstraling ( zie kaart 5).
Kaart 5: Globale weergave van de kwaliteiten en bedreigingen van de huidige ruimtelijke structuur
De functionele structuur van de Groene Zoom is zeer divers. Vóór 1989 was het gebied voornamelijk agrarisch. Door de aanleg van de wijk Drielanden en de ontsluitingsstructuur met de Groene Zoomweg is een rendabele exploitatie van agrarische bedrijven niet meer mogelijk. In het overgebleven gebied, de Groene Zoom, zijn daardoor tal van functies ontstaan die soms wel maar ook vaak niet wenselijk zijn in een dergelijk gebied. In het gebied ten westen van camping Hanenburg is sprake van veel voormalige agrarische bebouwing. Deze bebouwing wordt nu deels aangewend als kleinschalige paardenstallen, caravanstalling en opslag. Tevens bevindt zich in dit gebied het terrein van een voormalige kwekerij. Ten oosten van camping Hanenburg oogt het gebied rommelig en is aan weerszijden van de Fokko Kortlanglaan sprake van diverse bedrijfsmatige activiteiten.
De omgeving van de Groene Zoom is zeer divers. Ten noorden bevindt zich de grote stedelijke uitbreiding van Harderwijk, Drielanden, ten Noordoosten bevindt zich het bedrijventerrein Tonsel, ten zuidwesten bevindt zich nieuwe landgoed-bebouwing afgewisseld met bestaande woonbebouwing en meer oostelijk de bebouwing van 's Heerenloo, nog meer oostelijk bevindt zich de Ermelose driehoek met een groot gedifferentieerd type bebouwing en ten slotte in het zuidoosten bevindt zich het bedrijventerrein Veldzicht.
Door het gebied is sprake van versnipperde bebouwing in het hele gebied. Onderstaande kaart (kaart 6) geeft weer waar deze bebouwing zich bevindt. Dit is hoofdzakelijk vrijstaande bebouwing, deels (voormalig) agrarisch gebruikt. Kenmerkend aan de zuidzijde van de Horloseweg is de bebouwing van 's Heerenloo, ten oosten de nieuwe kasteelbebouwing van 'De Horster brinken'. Het oostelijk deel wordt voornamelijk bedrijfsmatig gebruikte door onder andere een bedrijf voor groenonderhoud, caravanstalling en tweewielerbedrijven.
Kaart 6: Functionele structuur
Het gebied waar de toekomstige ontwikkeling zal plaatsvinden wordt ingesloten door bestaande wegen. Aan de noordzijde van het gebied ligt de Groene Zoomweg en aan de zuidzijde van het gebied ligt de Horloseweg en in het verlengde daarvan de Fokko Kortlanglaan. De Groene Zoomweg is de ontsluitingsweg voor het zuidelijke deel van Harderwijk en verbindt grofweg de op- en afrit nummer 12 (Ermelo) en nummer 11 (Strand Horst) met elkaar. De kruisingen op de Groene Zoomweg zijn vormgegeven als rotonde. De Horloseweg ligt ten noordoosten van de kern Ermelo en zorgt samen met de Fokko Kortlanglaan, de Horster-Engweg en de Julianalaan voor de ontsluiting van dit gebied. Hierdoor wordt vaak harder gereden dan de inrichting van de Horloseweg, de Fokko Kortlanglaan en de Julianalaan toestaat. Verkeer uit het Groene Zoom gebied dat naar Harderwijk wil moet via de Kolbaanweg rijden (kaart 7). Vanwege de recente realisatie van het Kasteel wordt de Horloseweg meer belast.
Kaart 7: Kwaliteiten en bedreigingen van de aanwezige infrastructuur
De brinken en de werklandschappen worden ontsloten via de Fokko Kortlanglaan en de Horloseweg. Dit om te voorkomen dat het gebied wordt gebruikt door doorgaand verkeer. Het gebied zou daarmee haar landschappelijke karakter verliezen. Onderzoek heeft uitgewezen dat, uitgaande van een maximale toename van 57 woningen in het plangebied, de intensiteit van van het aantal voertuigen toeneemt.
Aan de hand van de gemiddelde werkdag intensiteiten op de tellocaties is een overzichtskaart (kaart 8) opgesteld. Op de kaart is duidelijk te zien dat aan de oostzijde van het gebied, op de Fokko Kortlanglaan nu meer verkeer aanwezig is dan op de Horloseweg. Dit valt te verklaren doordat de Fokko Kortlanglaan als ontsluitingsweg dient voor 's-Heerenloo. Op de Horloseweg en de Horster-Engweg is in verhouding met de andere delen, minder verkeer aanwezig. Een klein deel van dit verkeer gaat via de puinweg (sluiproute) het gebied uit richting de Groene Zoomweg en de bouw-/woonlocatie het Kasteel (en vice versa).
Kaart 8: Intensiteiten huidige situatie
Daarna is door adviesbureau Oranjewoud aan de hand van kengetallen, type woonmilieu, totale woningtoename inclusief de toename ten gevolge van Groot Horloo berekent wat de toename is van de intensiteit. Kaart 9 geeft een overzicht van de intensiteit na ontwikkeling van het gebied.
Kaart 9: Toekomstige intensiteiten na ontwikkeling
Tabel 1: Overzicht intensiteitentoekomstige situatie (motorvoertuigen per gemiddelde werkdag) per tellocatie
Wegvakken
Voor wegvakken op een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom zijn dit geen extreem hoge intensiteiten. Uitgaande van het drukste uur (circa 10% van de etmaalwaarde) en het drukste punt (tellocatie 6) rijden hier circa 300 voertuigen per uur op een gemiddelde werkdag.
Kruisingen
De intensiteiten op de wegvakken zijn in de nieuwe situatie niet van dien aard dat deze tot doorstromingsproblemen zullen leiden op de kruisingen. Een van de drukste kruisingen zal ter hoogte van tellocatie 4 komen te liggen. Op dit wegvak is een intensiteit aanwezig van 2.489 motorvoertuigen per etmaal op een gemiddelde werkdag. Ter hoogte van dit kruispunt komt tevens de ontsluiting naar het grootste deel van het woonplan. In het drukste uur tijdens een werkdag passeren hier op de kruising circa 250 motorvoertuigen de Fokko Kortlanglaan. Vanuit het aangrenzende deel van het woonplan zullen per etmaal 79 motorvoertuigen komen. Dit houdt in dat er tijdens het drukste uur 8 motorvoertuigen uit het gebied komen. 60% (5 mvt) hiervan zal richting het oosten gaan en 40% (4 mvt) zal richting het westen gaan. Aan de hand van deze intensiteiten valt te concluderen dat de wachttijden op de toeleidende wegen niet van dien aard zullen zijn dat deze voor afwikkelingsproblemen zullen zorgen.
Sluiproute
De sluiproute wordt in de huidige situatie door een aantal motorvoertuigen gebruikt als verbinding tussen de Horloseweg en de Groene Zoomweg. In de toekomstige situatie zal deze route in principe niet meer beschikbaar zijn. Het verkeer dat er nu nog gebruik van maakt zal dan weer gebruik moeten maken van de beschikbare routes. Dit betekent dat de berekende intensiteiten op de verschillende wegvakken iets hoger kunnen uitvallen dan nu is weergegeven. De conclusies ten aanzien van de verkeersafwikkeling zal, gezien de omvang van het sluipverkeer, op de wegvakken en kruispunten hier niet noemenswaardig door beïnvloed worden.
Conclusie Verkeersonderzoek
De toekomstige verkeerssituatie zal na realisatie van de voorgenomen ontwikkeling een drukker verkeersbeeld opleveren. Zo zal bijvoorbeeld de toekomstige intensiteit op (het oostelijke deel van) de Horloseweg rond de 900 motorvoertuigen komen te liggen. Dit is 50% meer verkeer dan in de huidige situatie. Hoewel dit niet tot afwikkelingsproblemen voor het autoverkeer zal leiden, vraagt deze ontwikkeling wel de nodige aandacht voor wat betreft de verkeersveiligheid van fietsers in relatie tot de breedte en het karakter van de weg. De rijsnelheid op de onderzochte wegen wordt namelijk regelmatig overschreden. Onderstaande tabel toont de gemeten V85-waarden.
Tabel2: Overzicht V85 per telpunt in km/uur
De V85-waarde is een vaak toegepaste waarde die is gedefinieerd als de rijsnelheid die door 85% van de voertuigen niet wordt overschreden. Dat wil zeggen 85% van de voertuigen rijdt niet sneller dan de aangegeven waarde (15% rijdt dus wel sneller). Uit tabel 2 is op te maken dat de V85 op alle onderzochte wegvakken boven de daar geldende maximum snelheid van 60 km/uur ligt.
Voor de berekeningen wordt verwezen naar het verkeersonderzoek Horloseweg e.o.
Voor fietsverkeer zijn er bij de aanleg van de Groene Zoomweg al meerdere ongelijkvloerse fietsverbindingen met viaducten in de Groene Zoomweg aangelegd. Voor bewoners uit het gebied zijn de voorzieningen in de wijk Drielanden daardoor uitstekend bereikbaar. Andersom is voor bewoners van de wijk Drielanden het gebied Groene Zoom goed bereikbaar. De oost-west verbinding voor fietsers wordt fors gehinderd door de spoorbaan en de (toekomstige) ontsluiting van industrieterrein Veldzicht. Het gebruik van de Horloseweg door fietsers levert soms gevaarlijke situaties op vanwege het (te) hard rijdende autoverkeer.
Het plangebied wordt doorsneden door de spoorlijn Zwolle-Amersfoort. Voor het plangebied zijn de geluidsbelasting en de externe veiligheid van belang. Daarnaast zorgt de spoorlijn voor een fysieke splitsing van het gebied in een westelijk- en een oostelijk deel.
Door het gebied is sprake van versnipperde bebouwing in het hele gebied. Onderstaande kaart 10 geeft weer waar deze bebouwing zich bevindt. Dit is hoofdzakelijk vrijstaande bebouwing, deels (voormalig) agrarisch gebruikt. Kenmerkend aan de zuidzijde van de Horloseweg is de bebouwing van 's Heerenloo, en de nieuwbouw van Horst Noord en het kasteel Groot Horloo. Het oostelijk deel wordt voornamelijk bedrijfsmatig gebruikte door onder andere een bedrijf voor groenonderhoud, caravanstalling en tweewielerbedrijven.
Kaart 10: Bebouwingsstructuur
Begin 2009 is door bureau Waardenburg is een oriënterend onderzoek3 in het kader van de natuurwetgeving uitgevoerd. Daaruit worden de conclusies en aanbevelingen overgenomen in deze analyse.
Flora- en faunawet: conclusies ten aanzien van ontheffingsaanvraag
Ontheffing Flora- en faunawet
In de onderstaande tabel zijn de zeker of mogelijk in het plangebied voorkomende strikt(er) beschermde soorten opgenomen. Aangegeven is of en zo ja welke verbodsbepalingen worden overtreden en of een ontheffingsaanvraag ex artikel 75 van de Flora- en faunawet aan de orde is. Hierbij is er van uitgegaan dat de mitigerende en compenserende maatregelen zoals verwoord in de volgende paragraaf zullen worden uitgevoerd.
Tabel 1: Strikter beschermde soorten in het plangebied, overtredingen Flora- en faunawet
Soort | Voorkomen | Effecten | Overtreding verbodsbepalingen |
algemene soorten broedvogels | zeker | geen | geen |
das | zeker | verstoring leefgebied | artikel 11 |
gewone dwergvleermuis | waarschijnlijk | geen | nee |
ruige dwergvleermuis | waarschijnlijk | geen | nee |
rosse vleermuis | waarschijnlijk | geen | nee |
laatvlieger | waarschijnlijk | geen | nee |
gewone grootoorvleermuis | waarschijnlijk | geen | nee |
meervleermuis | waarschijnlijk | geen | nee |
Natura 2000: conclusies ten aanzien van vergunningsaanvraag
Effecten habitattypen Natura 2000-gebieden Veluwe en Veluwerandmeren:
Nader onderzoek
Vergunning
EHS: conclusies ten aanzien van vergunning
Aanbevelingen
Hieronder worden enkele mitigerende maatregelen aanbevolen, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan de eis van zorgvuldig handelen en aan de zorgplicht.
Steenuil
Naar aanleiding van de laatstgenoemde aanbeveling is door Waardenburg onderzoek gedaan naar het voorkomen van Steenuilen.
Resultaten
Alleen tijdens de laatste bezoekronde is een waarneming van steenuil gedaan; op 23 april werd op locatie 1 (zie figuur 2) een korte roepreeks van een steenuil gehoord. De veldonderzoeker heeft gesproken met de bewoners van de boerderij op locatie 2 (zie kaart 11). Zij gaven aan dat de steenuil mogelijk een vaste verblijfplaats heeft op hun terrein. In het verleden is er in ieder geval een nestplaats geweest.
Kaart 11: Mogelijke verblijfplaatsen Steenuilen
Conclusie
In het oostelijk deel van het plangebied bevindt zich geschikt leefgebied voor steenuilen. Op basis van de waarnemingen en mededelingen van bewoners is het waarschijnlijk dat een nestlocatie zich bevindt bij locatie 2. Bureau Waardenburg heeft een aanvullende notitie4 opgesteld.
De afdeling milieu van de gemeente Harderwijk heeft geïnventariseerd hoe het staat met de milieukwaliteit in het gebied5 . Voor de visie is van belang met welke aspecten rekening moet worden gehouden bij de ontwikkeling van nieuwe activiteiten. Andersom zijn verschillende effecten pas te berekenen wanneer duidelijk is welke activiteiten, functies worden gerealiseerd. Veel van deze effecten zijn nog te mitigeren. Zoals schermen het geluid van wegverkeer kunnen afschermen zodat bijvoorbeeld woningen kunnen worden gebouwd daar waar dat vanwege de geldende normen zonder schermen niet mogelijk zou zijn. In deze paragraaf zijn met name de conclusies overgenomen uit de milieuanalyse.
Bodem
In het gebied zijn in het verleden veel bodemonderzoeken uitgevoerd. De onderzoeken tonen aan dat er asbest in de bodem zit. Deze onderzoeken zijn meegenomen in de asbest bronnenkaart. Hieruit blijkt dat in het oostelijk deel van de Groene Zoom op een aantal locaties asbest is aangetroffen. Voor een actueel overzicht moeten de onderzoeken geactualiseerd worden.
Geluid
In en nabij het plangebied liggen veel geluidsbronnen, zoals de spoorlijn Amersfoort-Zwolle, de A28, de N303, de Groene Zoomweg, het zwembad van camping Hanenburg en het bedrijventerrein Tonsel.
De Groene Zoomweg is aan de zuidzijde niet voorzien van geluidsschermen/wallen.
Het oostelijke deel van het plangebied is vanwege de aangrenzende infrastructuur ongeschikt voor nieuwe geluidgevoelige bestemmingen.
Een klein deel van het westelijke deel van het plangebied ligt in de geluidszone van de A28. De geluidbelastingen zijn daar hoger dan de voorkeursgrenswaarde. Dit gebied is ongeschikt voor geluidgevoelige bestemmingen.
Volgens de Wet milieubeheer (Wm) kan onder geluidsgevoelige bestemmingen (situatie per 1 januari 2007) worden verstaan:
andere geluidsgevoelige gebouwen:
geluidsgevoelige terreinen:
Het spoor veroorzaakt binnen een beperkt gebied verhoogde geluidbelastingen.
Het westelijke deel van het plangebied heeft een gezondheidskwaliteit vanwege wegverkeerslawaai- van goed tot en met matig. De bouw van geluidgevoelige bestemmingen is niet zondermeer mogelijk. Met extra aanvullende maatregelen kan de geluidskwaliteit in het westelijk deel van de groene Zoom teruggedrongen worden naar goed (Ges score 1 groen). Zie daarvoor het Milieurapport Groene Zoom.
Door samenkomst van veel wegverkeer geluidsbronnen is de milieugezondheidskwaliteit in het oostelijke deel van het plangebied zeer matig tot onvoldoende (Gesscore 5 tot 6).
Externe veiligheid
Alle in de omgeving aanwezige bronnen hebben een aandachtszone die in oostelijk deel van de Groene Zoom vallen. De plaatsgebonden risicocontour ligt binnen het wegvak de A28 en vormt geen probleem. Het groepsrisico moet bij planvorming in beeld gebracht worden. Dit geldt voor een zone van 200 meter vanaf de wegas van de snelweg. Het groepsrisico is onder andere afhankelijk van het type ruimtelijke ontwikkeling. De plaatsgebonden risicocontour van de N303 is niet bekend. De verwachting is dat deze contour ook binnen het wegvak ligt. Het groepsrisico moet bij planvorming in beeld gebracht worden. Dit geldt voor een zone van 200 meter vanaf de wegas van de N303.
Voor het spoor ligt de plaatsgebonden risicocontour binnen het baanvak. Het groepsrisico moet bij planvorming in beeld gebracht worden. Dit geldt voor een zone van 200 meter vanaf het buitenste baanvak van het spoor. Het groepsrisico is onder andere afhankelijk van het type ruimtelijke ontwikkeling.
De 66 bar gasleiding heeft een toetsingsafstand van 115 meter. Deze ligt over het oostelijk deel van de Groene Zoom. Het groepsrisico rondom de gasleiding moet bij planvorming in beeld gebracht worden. Dit geldt voor een zone van 200 meter vanaf het hart van de leiding. Het groepsrisico is onder andere afhankelijk van het type ruimtelijke ontwikkeling.
Luchtkwaliteit
Wanneer in een zone binnen 300 meter van de A28 bestemmingen voor kwetsbare groepen worden geprojecteerd kunnen er knelpunten ontstaan. Wanneer in een zone binnen 50 meter van de N303 bestemmingen voor kwetsbare groepen worden geprojecteerd kunnen er knelpunten ontstaan.
Geur
Geur kan in de leefomgeving hinder veroorzaken en brengt om die reden ook gezondheidsrisico's met zich mee. Geurhinder kan leiden tot lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, misselijkheid, verstoorde ademhaling en verstoorde hartslag. Ook kan geur psychische klachten veroorzaken, bijvoorbeeld spanningen, structurele onvrede over het woon- en leefklimaat en vermindering van activiteiten buitenshuis.
Bij geur van bedrijven gaat het om de geuruitstoot (emissie) van bedrijven die zich verspreidt via de lucht en een geurbelasting veroorzaakt op de woon- en leefomgeving. Onder geurbelasting (of ‘immissie') verstaan we de hoeveelheid geur, uitgedrukt in odour units per kubieke meter lucht, die op een geurgevoelig object zoals een woning ‘terecht' komt. Deze hoeveelheid kan worden gemeten of berekend.
Uit de geurberekeningen op grond van de milieuvergunning (I07.3429 van 30 oktober 2007) van een Harderwijks agrarisch bedijf aan de Horloseweg blijkt dat er binnen 100 meter van stallen geen aaneengesloten woonbebouwing mag worden geprojecteerd. Voor verspreid liggende woonbebouwing geldt een afstand van 75 m.
De geurcontouren van de agrarische bedrijven op het grondgebied van Ermelo die eventueel over het plangebied van de Groene Zoom moeten nog worden geïnventariseerd. Dit geldt ook voor de industriële bedrijven op bedrijventerrein Veldzicht. Dat betekent dat bij de situering van nieuwe functies in het gebied rekening moet worden gehouden met bestaande geurcontouren rond deze bedrijven.
Klimaat
De Groene Zoom zal zich mede ontwikkelen tot parkachtige gebied waarbij er een combinatie is tussen wonen en groen. Deze ontwikkeling biedt kansen voor duurzame concepten. Zo kan snoeihout op termijn ingezet worden voor warmte en/of elektriciteitsopwekking binnen de gemeente Harderwijk. Nieuwe functies kunnen klimaat- en/of energieneutraal worden ontwikkeld. Nieuwe bebouwing moet rekening houden met het duurzaam bouwen concept.
Denk bij duurzaam bouwen en verbouwen onder andere aan de volgende 'stelregels':
Milieutechnische randvoorwaarden
Uit bovenstaande analyse komen een aantal randvoorwaarden naar voren waar in de visie rekening dient te worden gehouden:
De waterparagraaf is een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van ontwikkelingplan Groene Zoom voor de waterhuishouding. In overleg met Waterschap Veluwe, als vertegenwoordiger voor de waterbeheerders, is gekozen voor het doorlopen van de watertoetsprocedure in de vorm van een gezamenlijk opgestelde waterparagraaf.
Aan de noordzijde, aan de overzijde van de Groene Zoomweg ligt de in aanbouw zijnde wijk 'Drielanden'. In het gebied bevinden zich 2 kleine periodiek droogvallende watergangen, 'De Tonselsebeek' en de 'Beek van de Hooge Geest'. De eerstgenoemde beek is omgelegd via de bermsloot van de Groen Zoomweg en gaat over laatstgenoemde beek vlak voordat deze onder de Groene Zoomweg door kruist. De benedenloop is opgenomen in het ontwikkelingsplan 'Drielanden-West' waarin de beek door de parkstrook 'Blauw Long', via de bergingsvijver de 'Crescent' naar het Wolderwijd loopt. In winter en voorjaar wordt het gebied gekenmerkt door hoge grondwaterstanden. Sprengen en singels in Drielanden hebben juist in die periode een beperkt grondwaterverlagende invloed in het plangebied (zie kaart 12).
Het grootste deel van het plangebied bestaat uit beekeerdgronden, bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand. In de huidige situatie kennen de beekeerdgronden van west naar oost de grondwatertrappen II, II en III en IV. Neerslag, kwelwater en ontwateringswater uit bosgebied en landbouwgebieden wordt via greppels, slootjes en beekjes afgevoerd. De kwaliteit van het water is vanwege het landbouwkundig gebruik van de grond niet hoog. Samen met de afvoer van de singels in het deel van Drielanden dat al is gerealiseerd wordt dit water onder vrijverval afgevoerd op het Wolderwijd.
Het grondwaterpeil varieert aan de westzijde van het plangebied tussen 1 m en 0,8 m onder maaiveld dat indicatief op ca. +2 mNAP ligt. Aan de oostzijde van het plangebied ligt het maaiveld op ca. +6 mNAP en varieert de grondwaterstand tussen de 1,5 m en 0,7m onder maaiveld. Tot op heden is in en om het gebied geen structurele grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt deels in de grondwaterfluctuatiezone zoals door provincie Gelderland gedefinieerd.
Kaart 12: Waterhuishoudkundige structuur
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan Groene Zoom maakt de (verdere) ontwikkeling mogelijk van een aantal woonbrinken waardoor het bestaande aantal woningen zal toenemen van ca. 25 naar ca. 75 in de periode 2011-2020. Hierbij zijn de volgende wateraspecten met ruimtelijke consequenties en effect op het watersysteem relevant:
Waterveiligheid
Bij het aspect veiligheid gaat het om het beschermen tegen overstroming als gevolg van hogere peilen in het Wolderwijd door de verwachte klimaatveranderingen. De mogelijkheid bestaat dat het winterpeil in het Wolderwijd op lange termijn met 40 cm stijgt. Als het peil in het Wolderwijd stijgt, zal de grondwaterstand in het zuidwestelijke deel van het plangebied mee stijgen. Hier wordt rekening mee gehouden. De hoogteligging van het plangebied is zo dat nu en in de toekomst geen gevaar bestaat voor overstroming vanuit het Wolderwijd.
Grondwaterbewust bouwen
Het doel van grondwaterbewust bouwen is het beperken van de extra afvoer van grondwater uit het gebied als gevolg van gebiedsontwikkeling en het voorkomen van grondwateroverlast. Om de ontwateringsdiepte van 70 cm beneden het maaiveld bij gebouwen en wegen te realiseren wordt het maaiveld selectief (ca. 5% van plangebied) opgehoogd. Door deze maatregel wordt overlast en schade door hoge grondwaterstanden vermeden zonder extra grondwater af te hoeven voeren. De gevolgen voor de omgeving worden hierdoor geminimaliseerd. Hierbij wordt rekening gehouden met een mogelijke peilstijging in het Wolderwijd op lange termijn. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten waardoor het grondwatersysteem verandert.
Oppervlaktewater
In de ontwikkeling van stadsranden moet rekening worden gehouden met de waterbergingsbehoefte van het aangrenzende stedelijk gebied. Voor de Groene Zoom is in het ontwerp van de aangrenzende Harderwijkse wijk Drielanden al rekening gehouden met deze behoefte.
De beken zijn door waterschap geclassificeerd als A-watergangen. Voor A-watergangen geldt dat rekening gehouden dient te worden met de keur.
De betreffende beken zijn dermate kleinschalig dat voor dit plan als uitgangspunt gehanteerd wordt dat de beken voor het uitvoeren van inspectie/onderhoud enkelzijdig bereikbaar zijn vanaf een groenstrook of weg met een minimale breedte van 5 m. Op hoofdlijnen zal het huidige tracé van de beken gehandhaafd blijven. Eventuele plaatselijke verlegging van de beekloop zal in overleg met waterschap plaats vinden. Kruisingen van de beken met wegen worden/zijn uitgevoerd met een duikerconstructie.
Het plan bevindt zich niet binnen een zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan van de provincie Gelderland.
De kwaliteit van het water in de beken laat te wensen over. De vervuilende bronnen zijn voornamelijk diffuus van aard en liggen buiten het gebied. De mogelijkheden om tot kwaliteitsverhoging binnen het gebied te komen zijn zeer beperkt. In overleg met het waterschap worden er geen specifieke maatregelen binnen het gebied getroffen om de kwaliteit te verhogen. Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.
In principe zal naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Echter, om de watervoerendheid over langere periode te verbeteren is het niet ondenkbeeldig dat het in de toekomst wel wenselijk wordt om kwalitatief goed kwelwater uit Drielanden in de bovenloop van de beken te brengen om:
Beperkte voorzieningen om dit in de toekomst mogelijk te maken worden in het plan opgenomen indien met inpassing in de huidige ontwikkeling hogere kosten in de toekomst worden vermeden.
Hemelwaterafvoer
Uitgangspunten m.b.t. hemelwater zijn:
Om schone waterstromen schoon te houden en de belasting van de RWZI met schoon hemelwater te voorkomen wordt afstromend hemelwater niet aangesloten op de riolering. Mogelijk wordt beperkt oppervlak aangekoppeld om doorspoeling van de vuilwater stelsel te garanderen. Om het hemelwater via bovengrondse infiltratievoorzieningen te kunnen infiltreren, is ruimte voor infiltratievoorzieningen nodig. Om het afstromend hemelwater schoon te houden worden geen uitlogende materialen gebruikt bij de woningbouw en in de openbare ruimte (straatmeubilair en dergelijke). Volgens de Gelderse beslisboom wordt hemelwater afgekoppeld en ter plaatse in de bodem geïnfiltereerd.et niet aankoppelen van hemelwater van particuliere percelen en woningen wordt geregeld in de koopoverkomst. Het stelsel zal voldoen aan de basisinspanning.
Door bodempassage wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt. Door bergend volume in de bodem, waterlopen, watergangen en dras/nat gebieden zal een bui of gebeurtenis die eens in de tien jaar optreedt deels binnen het plangebied geborgen kunnen worden.
Afvalwater
Droogweer afvoer van de huidige bebouwing (ca. 25 woningen) is middels een drukriolering aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. In het plan wordt het aantal woningen/bedrijven vergroot naar 75. De gemeente Harderwijk streeft er naar om in de nieuwe situatie percelen aan te sluiten op vrijverval riolering. Bij de realisatie van de stadsdeel Drielanden is reeds voorzien in een Ø400 aansluiting onder de Groene Zoomweg nabij rotonde 'Horsterhout'. Waar nodig wordt drukriolering toegepast. In de Horloseweg en Fokko Kortlanglaan ligt al een drukriolering. Incidentele nieuwbouw kan hierop worden aangesloten.
Ontwikkeling water en groen (watergerelateerde natuur)
De Groen Zoom vormt een groene zone in het grensgebied van de gemeenten Ermelo en Harderwijk. Op meerder punten tussen het plangebied Groen Zoom en de wijk Drielanden zijn faunapassages voor kleine zoogdieren en amfibieën aanwezig.
Aangezien de fysieke omstandigheden niet wezenlijk worden aangepast en/of niet al te zeer zullen leiden onder eventuele verstoringen door bouwactiviteiten wordt aangenomen dat bestaande watergerelateerde biotopen gehandhaafd blijven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat door het periodiek droogvallen van de watergangen in het gebied geen sprake is van hoogwaardige aquatische biotopen. Het plan voorziet in het versterken van natuurverbindende zones, ook langs beide beeklopen.
Het plan heeft geen blijvend nadelige gevolgen voor watergerelateerde natuur en zal plaatselijk beperkte positieve invloed hebben.
Resumé
Watergerelateerde uitgangspunten voor het plan zijn:
Realisering van dit plan voor de Groene Zoom heeft geen blijvend nadelige gevolgen voor het aspect 'water'. Er zijn op dit punt dus geen belangrijke belemmeringen voor het ontwikkelen van de Groene Zoom.
Procedures
Doordat dit plan relatief weinig implicaties heeft voor grond-, afval- en hemelwater, er niet geloosd gaat worden op oppervlaktewater, buiten de zoekgebieden voor waterberging valt, geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft, is met Waterschap Veluwe overeengekomen dat dit plan valt onder de "postzegelplannen" zoals die vanuit het oogpunt van de watertoets zijn gedefinieerd. Dit betekent dat voor dit plan het "standaard wateradvies" geldt. Afwijkingen hiervan en afwijkingen op de plankaart hebben wij beargumenteerd weergegeven in deze waterparagraaf.
Bij negatieve effecten voor het watersysteem is weergegeven hoe deze gemitigeerd, dan wel gecompenseerd zijn.
Aangezien het plan zich buiten stedelijk gebied bevindt, zal het zoals afgesproken wel aan Waterschap Veluwe worden voorgelegd.
Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
Het onderzoeksbureau Raap heeft in 2009 een inventariserend veldonderzoek6 gedaan naar de archeologische component zodat in een vroegtijdig stadium rekening kan worden gehouden met vondsten.
De conclusie van dit onderzoek is dat nergens in het gebied archeologische vondsten zijn gedaan. Op veel plaatsen is de ondergrond diep verstoord. Er zijn geen aanwijzingen gevonden van archeologische resten. gedurende het onderzoek is vastgesteld dat in het gebied sprake is van natte omstandigheden. Er zijn geen bodems aangetroffen die wijzen op drogere periodes in het verleden. Daarmee is het gebied waarschijnlijk altijd te nat geweest voor bewoning. Bovendien bevinden zich hoger gelegen gronden op een geringe afstand. Het resultaat van het booronderzoek onderschrijft de archeologische verwachting zoals deze is toegeschreven aan het plangebied bij het opstellen van de Startnotitie Archeologiebeleid Gemeente Harderwijk (2007).
Er wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen. Mochten tijdens werkzaamheden toch archeologische resten worden gevonden, dan is conform artikel 53 en 54 van de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of wel het RACM verplicht (vondstmelding via Archis)