direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene aanduidingsregels
Plan: Laan van Fasna 62 Vaassen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.VAA008LnvFasna62-VBP1

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 geluidzone - industrie
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn gronden, onverminderd het in deze regels bepaalde ten aanzien van de voor deze gronden overige geldende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
  • b. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
  • c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 onder b ten behoeve van het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de overige geldende bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
7.2 veiligheidszone - lpg
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg' zijn gronden, onverminderd het in hoofdstuk 2 van deze regels bepaalde ten aanzien van de voor deze gronden overige geldende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie.
  • b. Op de in lid a bedoelde gronden zijn geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid b, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
    • 1. het verplaatsen of verkleinen van het bestemmingsvlak van de bestemming lpg-zone in verband met het verplaatsen van het vulpunt-lpg c.q. het verkleinen van de lpg-doorzet als aangeduid op de verbeelding, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
    • 2. het verwijderen van de bestemming lpg-zone, mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de lpg-installatie wordt beĆ«indigd.
7.3 vrijwaringszone - straalpad
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-straalpad' zijn gronden, onverminderd het in hoofdstuk 2 van deze regels bepaalde ten aanzien van de voor deze gronden overige geldende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van een straalpad.
  • b. Op de in lid a bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte hoger dan 80m ten opzichte van NAP, tenzij uit overleg met de straalpadbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.