direct naar inhoud van Artikel 3 Sport - Manege
Plan: Poelweg 2 te Vaassen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.VAA001PoelwegHip-VBP1

Artikel 3 Sport - Manege

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve beoefening van de paardensport;
    alsook ondergeschikte en daarbijbehorende horeca;

met daarbijbehorende:

  • b. gebouwen, waaronder mede begrepen een bedrijfswoning;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • e. wegen;
  • f. paden;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedragen dan de aangegeven oppervlakte;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 30° bedragen.
3.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is niet meer dan 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • a. de inhoud mag niet meer dan 800 m3 bedragen dan wel, indien een grotere bedrijfswoning aanwezig is, de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen;
  • c. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet meer dan 60° bedragen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,50 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 12 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de externe veiligheid.