direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Archeologie
Plan: Epe noord, actualisatie wonen - wonen in het bos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE014EpeNoordherz-VBP1

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming (basisbestemming), primair bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwverbod

Op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.

6.2.2 Uitzondering

Het bepaalde in 6.2.1 is niet van toepassing op:

  • a. werken en bouwprojecten met een oppervlakte van niet meer dan 100 m²;
  • b. bouwactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist;
  • c. bouwprojecten waarvoor een bouw- of omgevingsvergunning is verleend en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegde gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

6.3.2 Afwegingskader

Een in 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere-werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,3 m onder het maaiveld;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • c. het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk;
  • d. het aanleggen van leidingen dieper dan 0,3 m onder het maaiveld.
6.4.2 Uitzondering

Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op andere-werken en werkzaamheden die:

6.4.3 Afwegingskader
  • a. Een in 6.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van archeologische waarden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het onderdeel van het bevoegde gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.