direct naar inhoud van Artikel 3 Bos - Bostuin
Plan: Epe noord, actualisatie wonen - wonen in het bos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE014EpeNoordherz-VBP1

Artikel 3 Bos - Bostuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos - Bostuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (hoog)opgaande afschermende beplanting;
  • b. bos en waterlopen;
  • c. het behoud en herstel van landschappelijke en natuur (wetenschappe)lijke waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden', mede het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden;

met daarbijbehorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. andere werken, waterhuishoudkundige en andere voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor 'Bos - Bostuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegde gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 en toestaan dat per beheersobject van meer dan 200 ha ten dienste van de bosbouw niet meer dan 1 gebouw wordt gebouwd, met dien verstande dat de oppervlakte, de goothoogte en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 40 m2, 3 m en 6 m.

3.3.2 Afwegingskader

Een in 3.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de natuur(wetenschappe)lijke waarden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de externe veiligheid.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende andere-werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het aanleggen of het verharden van wegen en paden;
  • c. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief of educatief medegebruik;
  • d. het aanbrengen van drainage;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
3.4.2 Afwegingskader

Een in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de natuurwaarde van de houtopstand;
  • b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;
  • c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;
  • d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;
  • e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;
  • f. de waarde van de leefbaarheid van de houtopstand.

 

3.4.3 Uitzonderingen op verbod

Het in 3.4.1 verbod is niet van toepassing op andere-werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.