direct naar inhoud van 3.8 Water
Plan: Zorgcentrum Klaarbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE011ZCKlaarbeek-VBP1

3.8 Water

Inleiding

Woonzorg Nederland is voornemens om op het terrein van het bestaande zorgcentrum De Klaarbeek in Epe een seniorenwoningbouwproject te realiseren. Om dit mogelijk te maken is een bestemmingsplanherziening of een buitenplanse omgevingsvergunning noodzakelijk. Hiervoor dient onder andere het proces van de watertoets te worden doorlopen, waarvan de resultaten zijn opgenomen in deze waterparagraaf. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar de toelichting op de waterparagraaf, die als bijlage is toegevoegd (rapport: Woonzorgcentrum de Klaarbeek, toelichting watertoets, projectnr. 244069, revisie 04,
16 maart 2012).

Huidige en toekomstige situatie

Het plangebied ligt in het zuidwesten van Epe. Het terrein heeft een oppervlak van circa 1,7 ha. In de huidige situatie bevindt zich op het terrein het verzorgingshuis de Klaarbeek een vijver en een speeltuin, die inmiddels is verplaatst. Het toekomstige ontwerp voorziet in de bouw van een nieuw zorgcentrum en huurwoningen. Het verzorgingshuis zal worden gesloopt, de vijver worden gedempt en de speeltuin worden verplaatst. In de toekomstige situatie komt er een nieuwe vijver ten oosten van de bestaande vijver. Deze krijgt een waterbergende functie. Ook zorgt de nieuwe vijver er voor dat een stijging van de grondwaterstand, ten gevolge van het dempen van de bestaande vijver, beperkt blijft.

Knel- en aandachtspunten

Bij de ontwikkeling van het gebied dient rekening te worden gehouden met mogelijke knel- en aandachtspunten ten aanzien van de waterhuishouding en riolering. De voorgenomen ontwikkeling is daarom getoetst op de thema's uit de 'Handreiking Watertoets Deel 2'. Op het plan 'woonzorgcentrum de Klaarbeek' zijn de volgende thema's van toepassing:

  • 1. Wateroverlast
  • 2. Riolering
  • 3. Grondwateroverlast
  • 4. Verdroging
  • 5. Oppervlaktewaterkwaliteit
  • 6. Volksgezondheid
  • 7. Beheer en onderhoud

De thema's die geen rol spelen in het plan 'Woonzorgcentrum de Klaarbeek' staan hieronder kort toegelicht.

  • 8. Watervoorziening: In het plangebied zijn geen watervoerende voorziening aanwezig.
  • 9. Grondwaterkwaliteit: Bij de bouw wordt rekening gehouden met het bouwstoffenbesluit. Verder wordt er geen water naar het grondwater afgevoerd. Tijdens de bouwwerkzaamheden komt er mogelijk wel grondwater vrij, hier dient in een bemalingsadvies aandacht aan te worden besteed.
  • 10. Natte natuur: Het gebied is niet aangewezen als natte natuur en ligt volledig in stedelijk gebied.
  • 11. Bodemdaling: Door het aanleggen van een nieuwe vijver op een andere locatie dan de bestaande vijver, zal het grondwater in een deel van het gebied stijgen. Het grondwater zal in een ander deel van het gebied niet of nauwelijks dalen. Verder is de zettingsgevoeligheid van de bodem zeer klein. Op basis van bovengenoemde redenen wordt er geen daling van de bodem verwacht.
  • 12. Veiligheid: Het plangebied ligt niet in de nabijheid van een waterkering.

De thema's die wel een rol spelen worden hieronder kort toegelicht. Er wordt een beschrijving gegeven van de wenselijke en toekomstige situatie.

1. Wateroverlast

Gewenste situatie

Voor nieuwe ontwikkelingen dient de trits 'vasthouden-bergen-afvoer' te worden aangehouden. Het idee hierachter is dat het hemelwater zoveel mogelijk in het plangebied wordt vastgehouden.

Toekomstige situatie

Het vasthouden van hemelwater is in het plangebied niet mogelijk, dus wordt er vanuit de trits gekozen om het te bergen. Het hemelwater dat op het verhard oppervlak valt zal worden afgevoerd en tijdelijk geborgen in de bestaande vijver in het plangebied. Door een knijpende constructie kan het peil van de vijver stijgen. Hierdoor zal het hemelwater in eerste instantie worden geborgen in deze vijver, om vervolgens vertraagd te worden afgevoerd. De nieuwe vijver dient voldoende groot te zijn om een bui van T=100 te bergen, hiervoor is voldoende ruimte.

2. Riolering

Gewenste situatie

Het hemelwater wordt van het riool afgekoppeld en afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het afvalwater wordt aangesloten op het gemengde riool in de omliggende wijk.

Toekomstige situatie

In het plangebied wordt er nieuwe riolering aangelegd voor het afvoeren van afvalwater. Het nieuwe riool kan hierbij aansluiten op de riolering van de Korenstraat.

3. Grondwateroverlast

Gewenste situatie

Om grondwateroverlast te voorkomen dient de ontwateringsdiepte in de toekomst voldoende groot te zijn. Voor het plangebied betekent dit dat tussen de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) en de laagste vloer minimaal 0,8 m moet zitten.

Er mag ook in geen geval grondwater worden afgevoerd (drainage) om aan deze ontwateringsdiepte te voldoen.

Toekomstige situatie

In de huidige situatie zorgt de vijver voor een verlaging van de grondwaterstand. Doordat de ligging van de vijver niet wijzigt geldt dit ook voor de toekomstige situatie.

Voor het gebouw aan de noordzijde betekent dit een minimaal vloerpeil van NAP+12,3 meter. Voor het gebouw aan de oostzijde een minimaal vloerpeil van NAP+12,0 meter. Aangesloten kan worden op de huidige maaiveldhoogtes. Worden verblijfsruimtes onder dit niveau aangelegd, dan betekent dit, dat deze waterdicht uitgevoerd moeten worden.

4. Verdroging

Gewenste situatie

Bij het inrichten van nieuwe gebieden wordt uitgegaan van grondwaterneutraal bouwen (Bron 9). Het hemelwater, dat binnen een plangebied op verhard oppervlak valt wordt in de bodem geïnfiltreerd.

Toekomstige situatie

Het hemelwater wordt afgevoerd naar de vijver en daar tijdelijk geborgen. Vervolgens wordt het vertraagd afgevoerd via een knijpende constructie. Het hemelwater wordt slechts ten dele geïnfiltreerd. Doordat het water niet wordt afgevoerd naar het riool vormt dit een verbetering ten opzichte van de huidige situatie.

5. Oppervlaktewaterkwaliteit

Gewenste situatie

Om het afstromende hemelwater schoon te houden dient hemelwater dat op vervuild oppervlak valt te worden gezuiverd. Verder dient het gebruik van uitlogende materialen, zoals koper en zink, te worden voorkomen. Bij de bestrijding van onkruid dienen geen chemische bestrijdingsmiddelen te worden gebruikt.

Toekomstige situatie

Het water dat op de parkeerplaatsen valt moet eerst worden gezuiverd alvorens het wordt geloosd op de vijver (bijvoorbeeld door het toepassen van een zandvang). Bij het bouwen van de nieuwe woningen wordt vastgehouden aan het bouwstoffenbesluit en wordt het gebruik van uitlogende bouwmaterialen voorkomen. Dit moet bij de aanvraag van de bouwvergunning worden gecontroleerd. Verder is het advies aan diegene die binnen het plangebied onkruid bestrijden om geen chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken.

6. Volksgezondheid

Gewenste situatie

Risico's voor de volksgezondheid dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen. Voor het plangebied betekent dit dat de inrichting van de vijver veilig is en dat er geen stankoverlast optreed. Hiervoor hebben de oevers een flauw talud (minimaal 1:3) en een plas-draszone of hekjes. Voor de stankoverlast dient de vijver minimaal 1,30 m diep te zijn om niet droog te vallen.

Toekomstige situatie

De vijver zal zo veel mogelijk hetzelfde zijn als in de huidige situatie. Dit betekent dat de vijver is voorzien van flauwe taluds. De vijver krijgt de beoogde diepte.

7. Beheer en onderhoud

Gewenste situatie

De vijver is goed bereikbaar voor onderhoud. Hierbij dienen de taluds niet te steil te zijn en is er een obstakelvrije zone van 3 meter te zijn. Verder dient duidelijk te zijn wie de nieuwe vijver beheert en onderhoudt.

Toekomstige situatie

Het talud van de bestaande vijver is erg flauw, bovendien heeft de vijver een obstakelvrije zone van minimaal 3 meter. Bij het eventueel plaatsen van hekjes in verband met de veiligheid worden deze zo geplaatst dat onderhoud mogelijk blijft.

In eerste instantie zal het beheer en onderhoud van de vijver een taak zijn van Woonzorg Nederland. De vijver behoudt in de toekomstige situatie minimaal zijn huidige oppervlakte.