direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Zorgcentrum Klaarbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE011ZCKlaarbeek-VBP1

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een zorginstelling met daarbij behorende woonvoorzieningen;
  • b. wonen;
  • c. aan de onder a genoemde functie ondergeschikte horeca I, met uitzondering van het bieden van logies;
  • d. aan de onder a genoemde functie ondergeschikte kantoren;
  • e. aan de onder a genoemde functie ondergeschikte detailhandel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn geen woningen toegestaan.

met daarbijbehorende:

  • g. gebouwen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden;
  • j. tuinen;
  • k. erven;
  • l. terreinen;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor Gemengd aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' geldt dat het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer mag bedragen dan het aangegeven percentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.