Plan: | Wiemanstraat 20, Emst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.EMST003Wiemanstr20-VBP1 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Wiemanstraat 20, Emst met identificatienummer NL.IMRO.0232.EMST003Wiemanstr20-VBP1 van de gemeente Epe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een veehouderij, productiegerichte paardenhouderij, akkerbouw- of tuinbouwbedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een bosbouwbedrijf of een gebruiksgerichte paardenhouderij;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de culturele overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van nader aangegeven gronden;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor een persoon, gezin of een daarmee gelijk te stellen samenlevingsvorm, van wie huisvesting daar, met het oog op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
burgemeester en wethouders;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
een vorm van vrijetijdsbesteding met een verblijf buiten de woning zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat; onder dagrecreatie wordt niet begrepen vrijetijdsbesteding in gemotoriseerde sporten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
de aan een gebied toegekende waarde die verband houdt met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen; onder extensieve dagrecreatie vallen geen gemotoriseerde sporten;
een aan de woonfunctie ondergeschikt tijdelijk verblijf voor gasten van de hoofdbewoner, onder welk verblijf niet is begrepen permanente bewoning;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf dat is gericht op het recreatief gebruik van paarden, in de zin van het beleren en trainen van paarden;
een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas);
een of meer panden of bouwwerken, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m² aan
bedrijfsvloeroppervlakte aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer, waar geen melkrundvee, schapen, paarden, geiten of dieren biologisch gehouden worden (conform artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet) en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeermiddelen - geen stacaravans zijnde- dat gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober in gebruik is;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voor verblijf geschikt al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuig en kampeermiddel;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
bewoning door dezelfde persoon, hetzelfde huishouden of dezelfde daarmee gelijk te stellen groep van personen, als hoofdverblijf;
een agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op het produceren van paarden, gericht op een bepaalde taak of het verbeteren van het product 'paard';
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een zodanige inrichting wordt in elk geval verstaan: een bordeel, een erotische-massagesalon;
een (tuinbouw-)bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, zoals bomen, heesters en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, of gericht op het voortbrengen van vruchtbomen, een en ander in de vorm van volle grondsteelt dan wel containerteelt;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grotere afstanden, als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, en dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en die/dat als één geheel wordt aangevoerd en voortbewogen op een eigen aswielstelsel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als dakkapellen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid:
Een in sublid 3.3.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien:
Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval ook:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 3.4.1 en:
Een in sublid 3.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bebouwing ter voorkoming van onevenredige aantasting van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.4 en toestaan dat deze gronden worden gebruikt:
Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van het bepaalde in sublid 4.5.1 dient mede
te worden betrokken:
Indien de belangen onevenredig worden geschaad dan wel de afwijking significante gevolgen heeft, worden de in sublid 4.5.1 bedoelde omgevingsvergunningen niet verleend.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en inde voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
alsmede ter bescherming van de archeologische waarden:
Het in sublid 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Een in sublid 4.6.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan(direct of indirect) te verwachten gevolgen de agrarische en/of de landschappelijke waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind dan wel geen sprake is van significante gevolgen voor gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 als beschermde gebieden worden aangemerkt.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming en met een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van de voorkomende archeologische waarden.
Op en in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in sublid 6.2.1 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 6.2.1 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de bestemming.
Een in sublid 6.3.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden de volgende andere-werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 6.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op andere-werken en werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Bufferzone natte land-natuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van de vochtgebonden natuurlijke waarden van de binnen deze zone gelegen gronden.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de voor 'Waarde - Bufferzone natte land-natuur' aangewezen gronden de volgende andere-werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 7.2.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op andere-werken en werkzaamheden die:
Een in sublid 4.6.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien;
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Een gebruik in strijd met het plan en met de daarin gegeven regels is in ieder geval ook het gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 50 m boven NAP bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 11.1.1 en toestaan dat de bouwhoogte meer bedraagt dan 50 m boven NAP, indien uit overleg met de beheerder van het straalpad blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van het straalpad en veiligheidsbelangen geen bezwaar bestaat.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' wordt aangepast, indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een in lid 12.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en voor wat betreft de in sublid 12.1, onder k bedoelde omgevingsvergunning voorts:
en uitsluitend indien:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Wiemanstraat 20, Emst.