direct naar inhoud van Artikel 4 Bos
Plan: Wissel en Schaveren, correctieve herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG024WisselSchavCH-VBP1

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. de aanleg, instandhouding en ontwikkeling van bosbeplanting;
  • b. het behoud en herstel van landschappelijke en natuur (wetenschappe)lijke waarden;
  • c. waterhuishouding en watergangen;
  • d. (fiets)paden en bestaande (nood)wegen;

met daarbijbehorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. andere werken, waterhuishoudkundige en andere voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bepalingen uit dit bestemmingsplan. Tot strijdig gebruik wordt nadrukkelijk ook bedoeld:

  • a. als stort- en opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover deze opslag geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  • b. als sport-, wedstrijd-, speel- en/of kampeerterrein, tenzij anders in dit plan is geregeld;
  • c. voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model)vliegsport;
  • d. voor doeleinden van handel- en/of bedrijf met uitzondering van het bosbouwbedrijf.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere-werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of het verharden van wegen, paden en parkeerplaatsen;
  • b. het aanleggen van noodwegen ten behoeve van recreatieterreinen;
  • c. het egaliseren, afgraven of ophogen van gronden;
  • d. het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen.
4.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op andere-werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.4.3 Afwegingskader aanlegvergunning

Een in 4.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan(direct of indirect) te verwachten gevolgen de landschappelijke en/of de natuurlijke waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind dan wel geen sprake is van significante gevolgen voor gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 als beschermde gebieden worden aangemerkt;
  • b. in het geval van de aanleg van noodwegen de brandweer is gehoord.