Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landgoed De Pirk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0232.BG013LGDePirk-VBP1

3.8 Flora en fauna

Elke ruimtelijke ontwikkeling of inrichting dient in het kader van de Flora- en faunawet te worden getoetst op de aanwezigheid van en de mogelijke effecten op beschermde dier- en plantensoorten. Eelerwoude heeft deze toetsing voor het project Landgoed de Pirk in opdracht van familie Smeets uitgevoerd. De resultaten van de toetsing aan de Flora- en faunawet door middel van een oriënterend onderzoek (Quickscan) zijn beschreven in deze rapportage. Het volledige rapport is als bijlage bij dit plan gevoegd.
 
Het nieuwe landgoed "De Pirk" is gelegen op de rand van het Veluwemassief en de IJsselvallei. In de huidige situatie zijn de gronden in gebruik als grasland. Het grasland is matig voedselrijk en bevat voornamelijk Engels raaigras. Langs de randen van de percelen en in de schapenweitjes zijn de omstandigheden plaatselijk schraler; hier zijn soorten als gewoon reukgras, kropaar, glanshaver, gewone witbol, veldbeemd en rietgras aangetroffen. Afgezien van een enkele solitaire heester komt geen opgaande beplanting binnen het plangebied voor. De directe omgeving van het projectgebied kenmerkt zich door half open landschap met langs de randen grotere boscomplexen. Er liggen enkele lijnelementen (singels en lanen) en vlakelementen (bosjes) in de directe omgeving van het plangebied. Verder stromen er verschillende beken en zijn er diverse landgoederen in directe omgeving van het plangebied aanwezig.
De mogelijke aanwezigheid van beschermde dier- en/of plantensoorten is bepaald aan de hand van de volgende gegevens:
  • Vrij beschikbare gegevens van het Natuurloket [www.natuurloket.nl]
  • Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en rapporten
  • Verspreidingsgegevens van amfibieën, reptielen en vissen [www.ravon.nl]
  • Een oriënterend veldbezoek door Vincent de Lenne, ecoloog bij Eelerwoude, op 2 juli 2010 
Een oriënterend veldbezoek is erop gericht te controleren in hoeverre soorten, waarvan op basis van literatuurgegevens wordt aangenomen dat deze aanwezig kunnen zijn, daadwerkelijk in het plangebied voorkomen of in hoeverre het plangebied voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen.
 
Conclusie
Op basis van de quickscan is vastgesteld dat de voorgenomen aanleg van het landgoed niet in strijd is met de Flora- en faunawet. Er worden geen negatieve effecten verwacht op (strikt) beschermde soorten. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Wel blijft de zorgplicht van de Flora- en faunawet van toepassing.
Ondanks dat geen negatieve effecten worden verwacht op vleermuizen, wordt aanbevolen om wel rekening te houden met nachtactieve dieren (vleermuizen en uilen) door het beperken van de verlichting. Tevens kan worden gewerkt met het toepassen van naar beneden gerichte en strooilichtbeperkende armaturen. Tevens dienen de geplande werkzaamheden buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden. In verband met de mogelijke aanwezigheid van vroeg broedende soorten als kievit, wordt aanbevolen om vanaf begin april geen werkzaamheden meer uit te voeren.