direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen - Landhuis
Plan: Landgoed Wiltensacker
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG005Wiltensacker-VBP1

Artikel 7 Wonen - Landhuis

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in aaneengesloten woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengesloten';
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep in een praktijk- of studioruimte mits hierdoor de woonfunctie als overwegende functie van het bouwperceel niet wordt aangetast;

met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven.

7.2 Bouwregels

Op de tot 'Wonen - Landhuis' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

7.2.1 Woningen

voor woningen geldt:

  • a. de woningen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd. De dakoverstekken mogen de bouwgrens van het bouwvlak overschrijden;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte van de woning is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • c. indien de bestaande goot- en/of bouwhoogte meer bedraagt dan de vermelde hoogten onder b, geldt de goot- en/of bouwhoogte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • d. het maximum aantal woningen is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • e. de dakhelling bedraagt ten minste 30o.

7.2.2 Bijgebouwen

voor bijgebouwen geldt:

  • a. bijgebouwen zijn uitsluitend toegelaten binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

7.2.3 Andere bouwwerken

voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte ten hoogste bedraagt:

  • a. een maximale hoogte van 1 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 m bedragen.

7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 12, wordt in ieder geval verstaan het gebruik:

  • a. van vrijstaande bijgebouwen en gastenverblijven voor bewoning;
  • b. van bijgebouwen voor recreatieve bewoning;
  • c. van gronden voor de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, vuil en afvalstoffen, behoudens deze opslag geschiedt in het kader van het normale gebruik.

7.3.2 Aan huis verbonden beroep

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het woonhuis met de daarbij behorende bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep;
  • b. de uitstraling als woning intact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. geen detailhandel is toegestaan.
7.4 Wijzigingsbevoegdheid
7.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening - indien de woonfunctie is opgeheven en ter behoud van de landschappelijke waarden en de uiterlijke verschijningsvorm van het landhuis - de bestemming 'Wonen - Landhuis' te wijzigen ten behoeve van sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische en/of algemeen maatschappelijke functies.

7.4.2 Criteria

Ter beoordeling van de wijziging als genoemd in 7.4.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken wordt:

  • a. de mate waarin de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven, alsmede de waarden en functies van de gronden welke het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden geschaad;
  • b. de mogelijke (significante) gevolgen voor de waarde van gebieden welke zijn aangewezen als speciale beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijn danwel in het kader van de Habitatrichtlijn;
  • c. de parkeergelegenheid ten behoeve van de nieuwe functie;
  • d. de mogelijke aantasting van de milieusituatie.

7.4.3 Weigeringsgronden

Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd in 7.4.2 onevenredig worden geschaad dan wel de ingreep significante gevolgen heeft vindt de in 7.4.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.

7.4.4 Voorwaarde

Met betrekking tot de in 7.4.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid geldt dat de maatvoering, zoals die is aangegeven in 7.2 van overeenkomstige toepassing is.

7.4.5 Procedure

Alvorens toepassing wordt gegeven aan de in 7.4.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid worden belanghebbenden - overeenkomstig Artikel 15 Algemene procedureregels - in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen schriftelijk bij burgemeester en wethouders kenbaar te maken.