Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Parapluplan Mantelzorg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0232.ALG001Mantelz-VBP1

Regels

 
Artikel I
De voor de gemeente Epe geldende bestemmingsplannen worden gelet op het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening herzien, zulks met inachtneming van het bepaalde in de navolgende artikelen II, III en IV.
 
Artikel II
De herziening betreft de navolgende regels, zijnde een uitsluitend voor het aspect mantelzorg benodigde aanpassing dan wel aanvulling van de begrips-, gebruiks-, ontheffings- en overgangsregels:
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
1.1 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
 
1.2 afhankelijke woonruimte
een aanbouw, uitbouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
 
1.3 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
 
1.4 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
 
1.5 mantelzorg
zorg op vrijwillige basis aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
 
1.6 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
 
1.7 woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden, met dien verstande dat mantelzorg - mits ontheffing is verleend - is toegestaan.
Artikel 2 Wijze van meten
 
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
 
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.1.1 De oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2 Algemene regels
Artikel 3 Algemene gebruiksregels
 
3.1 Strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van een gedeelte van een woning dan wel een bijgebouw als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
 
3.2 Ontheffing gebruiksregels
3.2.1 Ontheffing
  1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 3.1 genoemde gebruiksregels en een tijdelijk gebruik als afhankelijke woonruimte toestaan, met dien verstande dat belanghebbende ter zake een overeenkomst met de gemeente aangaat.
  2. Burgemeester en wethouders trekken de ontheffing in indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak uit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
 
3.2.2 Afwegingskader
De in 3.2.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien:
  1. de afhankelijke woonruimte en de bewoning daarvan noodzakelijk is uit een oogpunt van mantelzorg;
  2. door het gemeentelijke WMO/zorgloket of een deskundige van de deskundig indicatiesteller is aangetoond dat de ontheffing noodzakelijk is in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden;
  3. de afhankelijke woonruimte voor minstens 50% is gesitueerd binnen een straal van 10 meter van de dichtstbijzijnde zij-of achtergevel van het hoofdgebouw;
  4. de afstand van de afhankelijke woonruimte tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet minder dan 3 m bedraagt;
  5. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer bedraagt dan 60 m², met dien verstande dat - indien de oppervlakte van de gronden achter de (verlengde) voorgevelrooilijn meer bedraagt dan 200 m² - die oppervlakte mag worden vermeerderd met 10% van die overmaat tot een oppervlakte van niet meer dan 80 m²;
  6. de bepalingen van het Bouwbesluit het gebruik van bebouwing als afhankelijke woonruimte niet in de weg staan;
  7. geen sprake is van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, omgevingswaarden dan wel de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
 
3.2.3 Hardheidsclausule
Voor zo ver toepassing van het afwegingskader leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van de regels afwijken.
Artikel 4 Algemene procedureregels
 
4.1 Ontheffing
Voor een besluit tot verlening van ontheffing geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
  1. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
  3. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
  4. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
3 Overgangs- en slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
 
5.1 Bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
 
5.1.1 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
 
5.1.2 Uitzondering
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
 
5.2 Gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
 
5.2.1 Verbod
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 5.2 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
 
5.2.2 Hervatting
Indien het gebruik, bedoeld in 5.2 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
 
5.2.3 Uitzondering
Het bepaalde in 5.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
 
Artikel III
De bestemmingsomschrijving en bouwregels van de bestemming 'Tuin' worden hierbij herzien, voor zover het de navolgende bestemmingsplannen betreft:
 
Naam
Vastgesteld
Goedkeuring
Bestemming 'Tuin'
Epe-Zuid
15-1-2009
gewijzigd vastgesteld
29-5-2009
14.1, 14.2.1
Epe-Noord
25-3-2010
gewijzigd vastgesteld
 
14.1, 14.2.1
Oosterhof
Heggerenk
20-3-2008
gewijzigd vastgesteld
14-11-2008
12.1, 12.2
Kern Oene
14-12-2006
8-3-2007
6.1, 6.2
Oene-West
6-11-2008
gewijzigd vastgesteld
18-6-2009
4.1, 4.2
Vaassen Zuid en
West
14-5-2009
gewijzigd vastgesteld
is onherroepelijk
14.1, 14.2.1
Kern Emst
8-3-2007
21-8-2007
4.1, 4.2
Kerkhofweg-Emst
6-11-2008
24-2-2009
4.1, 4.2
        
A. De bestemmingsomschrijving van 'Tuin' wordt aangevuld met het volgende
onderdeel:
- de bouw van uitbouwen in de vorm van erkers.
B. De bouwregels van de bestemming 'Tuin' worden als volgt aangevuld:
Uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de
aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:
  • de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
  • de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
  • voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.
Artikel 6 Slotregel
 
De regels van dit bestemmingsplan worden aangehaald als: bestemmingsplan
Mantelzorg.
 
augustus 2010.
 
Aldus vastgesteld door de raad in de vergadering van ...
 
, voorzitter
 
, griffier