De mate waarin geluid, veroorzaakt door onder andere wegverkeer het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder zijn normen opgenomen voor de toelaatbare geluidbelasting als gevolg van de verschillende geluidbronnen. Naast de normen opgenomen in de Wet geluidhinder moet op grond van de Wro goede ruimtelijke ordening plaats vinden. Voor geluid betekent dit dat er voor geluidbronnen en gevoelige bestemmingen die niet in de Wet geluidhinder zijn opgenomen, een akoestische beoordeling en afweging moet plaats vinden.
In dit wijzigingsplan worden drie ontwikkelingen mogelijk gemaakt waardoor de akoestische situatie in de omgeving verandert. Het huidige ijsbaanterrein wordt verplaatst, op de oude locatie wordt een parkeerterrein mogelijk gemaakt, een nieuwe ontsluitingsweg wordt aangelegd. Daarnaast vindt een aanpassing van de Havenkade plaats.
Om de akoestische gevolgen van de ruimtelijke ontwikkelingen inzichtelijk te maken is door Oranjewoud akoestisch onderzoek uitgevoerd (rapport 250261 "Onderzoek geluid en luchtkwaliteit parkeerterrein en ijsbaan te Elburg" d.d. 20 februari 2013) en is er door Oranjewoud een aanvullende memo opgesteld (12 juni 2013).
De twee documenten zijn aan de GGD voorgelegd, om te beoordelen op relevante gezondheidsaspecten. De GGD heeft op 17 juli 2013 een memo over de gezondheidseffecten opgesteld. Daarnaast is de memo van Oranjewoud door de omgevingsdienst Noord Veluwe beoordeeld (Beoordeling akoestisch onderzoek “actualisatie en aanvulling onderzoek geluid parkeerterrein”, d.d. 24 juli 2013).
Wegen hebben volgens de Wet geluidhinder aan weerszijden zones. Binnen deze zones gelden de grenswaarden van de Wet geluidhinder. De grenswaarden zijn gericht op het voorkomen van hinder bij geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen. Akoestisch onderzoek is noodzakelijk, wanneer een weg in de nabijheid van geluidgevoelige bestemmingen wordt geprojecteerd. In de wet geluidhinder is in artikel 1 een weg beschreven als een voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg. De toegangsweg valt binnen deze definitie en moet daarom getoetst worden aan de grenswaarden in de Wet geluidhinder.
De ontsluitingsweg is in de directe nabijheid van een aantal woningen geprojecteerd. De Wet geluidhinder stelt dat de voorkeur uitgaat naar een gemiddelde geluidbelasting van 48 decibel. Bij hogere waarde dan deze 48, moet beoordeeld en afgewogen worden of maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting terug te dringen tot maximaal 48 decibel. Wanneer maatregelen niet mogelijk of niet doelmatig zijn dan kan er door Burgemeester en Wethouders een hogere waarde worden vastgesteld, met een maximum van 63 decibel.
Uit het akoestisch onderzoek van Oranjewoud blijkt dat op aanwezige woningen de geluidbelasting lager is dan 48 decibel. Hiermee wordt voor de aanwezige woningen voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder.
Op het perceel Havenkade 9, is momenteel geen woning aanwezig, maar is bij recht een woning toegestaan. Omdat het bestemmingsplan een woning toestaat, heeft op deze locatie ook een beoordeling van de geluidbelasting plaats gevonden. De geluidbelasting bedraagt op de zijgevel, 49 decibel en is daarmee 1 decibel hoger dan de voorkeursgrenswaarde. Het uitgangspunt in dit plan is dat de toegangsweg geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde veroorzaakt.
Oranjewoud heeft daarom onderzocht welke akoestische maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting te reduceren. Door de ontsluitingsweg te voorzien van een stiller type asfalt, zoals dunne deklaag A en B, is de geluidbelasting terug te brengen met 2 a 3 decibel.
In het akoestisch onderzoek is uitgegaan van een maximum snelheid van 50 km/uur. Het is vanuit akoestisch oogpunt en verkeersveiligheid echter wenselijk dat de snelheid op de toegangsweg wordt teruggebracht naar 30 km/uur. In het onderzoek is niet kwantitatief onderzocht wat het effect is van een lagere snelheid of een combinatie van een lagere snelheid met een stillere wegverharding. Met een combinatie van stillere wegverharding en een snelheidsregime van 30 km/uur kan echter zeker aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde worden voldaan.
Indien de woonbestemming van het perceel Havenkade 9 komt te vervallen, komt de overschrijding te vervallen. Wel verdient het de voorkeur dat bebouwing op dit perceel wordt gerealiseerd. Deze bebouwing fungeert dan als akoestische afscherming voor de daarachter gelegen woningen.
Om de ontsluiting van het parkeerterrein mogelijk te maken is een aanpassing aan de wegligging van de Havenkade noodzakelijk. De Wet geluidhinder laat een wijziging aan een weg zonder meer toe, wanneer de geluidbelasting na de wijziging met niet meer dan 2 decibel toeneemt. Bij een grotere toename moeten maatregelen onderzocht worden om de geluidbelasting bij woningen terug te dringen.
Om te bepalen wat de effecten zijn van de wijzigingen aan de Havenkade is in het akoestisch onderzoek een reconstructietoets uitgevoerd. Met deze toets wordt bepaald of er een toename is van 2 decibel of meer. De reconstructietoets vergelijkt de geluidbelasting voor de wijziging aan de Havenkade met die van 10 jaar na wijziging van de Havenkade. In het onderzoek is hiervoor de geluidbelasting in het jaar 2012 vergeleken met de geluidbelasting in het jaar 2023.
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de toename van de geluidbelasting op omliggende woningen 1 decibel is. Hiermee wordt voldaan aan de Wet geluidhinder en is onderzoek naar maatregelen niet noodzakelijk.
Zowel de Wet milieubeheer als de Wet geluidhinder is niet van toepassing op het parkeerterrein. Er zijn daarom geen wettelijke grenswaarden van toepassing.
In het kader van goede ruimtelijke ordening is het wel noodzakelijk een akoestische afweging te maken over de geluideffecten van het parkeerterrein op omliggende woningen. De beoordelingsmethodiek en geluidsgrenswaarden die gelden voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer (Activiteitenbesluit) zijn in dit geval niet van toepassing, maar zijn wel een goede maat om het geconstateerde geluidseffect te kunnen duiden.
Het Activiteitenbesluit stelt aan inrichtingen op grond van de Wet milieubeheer, regels ten aanzien van geluid. Voor inrichtingen zijn zowel normen gesteld voor gemiddelde geluidniveaus als voor maximale niveaus (piekgeluiden).
Bij een beoordeling op basis van de systematiek van de Wet geluidhinder vindt er alleen een beoordeling op basis van het gemiddelde niveau plaats.
Beoordeling op basis van de systematiek van het activiteitenbesluit geeft dus een bredere bescherming voor omwonenden.
In het akoestisch onderzoek van Oranjewoud zijn daarom de geluidsniveaus van het parkeerterrein op basis van de systematiek van het Activiteitenbesluit in beeld gebracht. Door gewijzigde uitgangspunten ten opzichte van het akoestisch onderzoek is door Oranjewoud een vervolg onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn opgenomen in de memo van 12 juni 2013.
In de memo worden drie situaties onderzocht, namelijk gebruik van het parkeerterrein tijdens reguliere dagen, zomervakantiedagen en evenementendagen. Uit de memo van Oranjewoud blijkt dat het gemiddelde niveau (langtijdgemiddeld beoordelingsniveau) van de activiteiten op het parkeerterrein niet hoger zijn dan de normen uit het Activiteitenbesluit.
In de nachtelijke periode is, op 2 woningen (Havenkade 9 en Havenkade 10) wel sprake van een verhoogd geluidsniveau LAmax ten opzichte van de toetsingswaarde uit het Activiteitenbesluit. Deze verhoogde waarde treedt enkel op in de situatie "zomervakantiedagen" en "evenementen" en wordt veroorzaakt omdat niet uit te sluiten is dat na 23:00 uur nog een touringcar wegrijdt.
De verhoogde waarden zijn gezien de beperkte frequentie van de geluidsniveaus (alleen tijdens zomervakantiedagen en evenementendagen en hooguit 1x per nacht) niet onacceptabel. De waardes zijn ter bescherming van het woon- en leefklimaat echter niet wenselijk.
Daarom is beoordeeld of er mogelijkheden zijn om de geluidbelasting terug te dringen.
Mogelijke maatregelen die in de memo van Oranjewoud en in de memo van de GGD zijn benoemd, zijn onder andere:
- ontsluiting via de provinciale weg;
- ontsluiting via de bestaande structuur;
- standaard eenrichtingverkeer op de toegangsweg;
- gebruik parkeerterrein beperken tot personenauto’s;
- verhoogde geluidniveaus toestaan, met isolatie maatregelen aan de woningen.
Ad a.
Het is provinciaal beleid om geen extra uitritten/aansluitingen op provinciale wegen toe te staan. Alleen wanneer er andere aansluitingen kunnen vervallen, is het creëren van een extra uitrit een optie. Er zijn momenteel geen concrete plannen die het mogelijk maken om bestaande aansluitingen te laten vervallen.
Ad b.
Ontsluiting via de provinciale weg is dan ook geen mogelijkheid om de geluidbelasting terug te dringen.
In 2005 is het ontwerp van het plan “herinrichting Havenkade, historisch deel” opgesteld. De gemeenteraad heeft op 3 juli 2006 hierover een besluit genomen. In dit plan was de inrit ter plaatse van de huidige plannen opgenomen. Dit plan geeft uitvoering aan het besluit van de gemeenteraad, waarbij met maatregelen gezocht is naar een acceptabel beschermingsniveau voor de omliggende woningen.
Ad c.
Op evenementendagen wordt eenrichtingverkeer ingesteld op de toegangsweg. Zo is het mogelijk om het parkeerterrein voor een beperkt aantal dagen te ontsluiten via de provinciale weg, zonder dat dit in strijd is met het provinciale beleid. Voor het permanent instellen van eenrichtingsverkeer op de toegangsweg is een permanente aansluiting noodzakelijk. Dit is vanuit het provinciale beleid niet mogelijk.
Ad d.
Het gebruik van het parkeerterrein beperken tot personenauto’s heeft als gevolg dat de touringcarbussen en busjes, op andere locaties moeten parkeren. Hierdoor wordt de opzet en doel van het parkeerterrein aangetast. Het doel is namelijk dat verkeer op korte afstand van de bestemming kan parkeren. Daarnaast is de aanrijroute vanaf de provinciale weg op deze locatie beperkt. Door de centrale parkeerlocatie worden andere delen van Elburg ontzien en worden onnodige geluidbelastingen op andere locaties in Elburg voorkomen.
Ad e.
De GGD heeft aangegeven dat vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening en gezondheid het parkeerterrein en de toegangsweg als één bron moet worden beschouwd. Strikt juridisch is er echter een scheiding ten aanzien van de beoordeling van beide bronnen. Dit neemt echter niet weg dat het
woon- en leefklimaat wordt bepaald door de toegangsweg en het parkeerterrein tezamen. Omdat bronmaatregelen niet doorgevoerd kunnen worden, is het aanbrengen van isolatie maatregelen aan de woning een doelmatige maatregel om het binnengeluidniveau in de woningen zo veel als mogelijk te beschermen. Door isolerende maatregelen aan de woningen wordt slaapverstoring vanwege de maximale niveaus zo veel als mogelijk voorkomen. De GGD geeft aan dat in de nachtperiode een binnenniveau van 45 dB(A) een voor de gezondheid redelijke waarde is. Bij de uitvoering wordt het advies van de omgevingsdienst dan ook uitgevoerd.
De woningen Havenkade 7, 9 en 10 worden uitgevoerd met extra akoestische maatregelen, om het binnenniveau
zo veel als mogelijk te beschermen.
Conclusie geluid
De realisatie van het onderhavige plan stuit niet op akoestisch juridische bezwaren. Met het oog op een goede ruimtelijke ordening en de gezondheid is het echter wenselijk dat een aantal maatregelen wordt doorgevoerd zodat de woon- en leefomgeving voldoende wordt beschermt. Om de leefomgeving voldoende te beschermen tegen de nadelige gevolgen van de ontsluitingsweg wordt de weg voorzien van een stiller type asfalt en zal een 30 km/uur regime gaan gelden. Om de leefomgeving voldoende te beschermen tegen de nadelige gevolgen van het parkeerterrein worden de woningen Havenkade 7, 9 en 10 voorzien van extra geluidwerende maatregelen.
Met deze maatregelen bestaan er geen bezwaren om de geplande ontwikkelingen uit te voeren.
Alle rapporten en memo’s die in kader van geluid en verkeer zijn uitgebracht, zijn als bijlage 2 bij deze onderbouwing gevoegd.