Broeklanden fase II (gemeentewerf en milieustraat)

Toelichting

Hoofdstuk 1 Aanleiding

1.1 Inleiding

Het voornemen is om op het bedrijventerrein Broeklanden II in de gemeente Elburg een gemeentewerf en milieustraat te realiseren. De plannen zijn nog niet concreet, wel zijn er schetsen en ideeën. Op basis van deze schetsen en ideeën is geconstateerd dat er een strijdigheid ontstaat met de regels aangaande de minimale bebouwingsoppervlakte zoals geregeld in het uitwerkingsplan voor bedrijventerrein Broeklanden 2019 (vastgesteld 26-11-2019). De strijdigheid met het geldend uitwerkingsplan is dat de te realiseren bebouwingsoppervlakte kleiner is dan planologisch minimaal toegestaan. Ook is sprake van strijdigheid m.b.t. de hoogte van de hekwerken vóór de voorgevel van de gebouwen. Dit betekent dat de gewenste ontwikkeling niet mogelijk is op basis van het geldende uitwerkingsplan.

Omdat het plan nog niet is verwezenlijkt, kan het college op grond van artikel 3.6 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opnieuw een uitwerkingsplan vaststellen waarin de minimale bebouwingsoppervlakte buiten de regeling wordt gelaten. Het voorliggende uitwerkingsplan voorziet daarin. Om de milieustraat in planologische zin mogelijk te maken, zijn de bouwregels in het voorliggende nieuwe uitwerkingsplan met betrekking tot minimale bouweisen geschrapt.

1.2 Plangebied

Broeklanden is het bedrijventerrein dat is gelegen ten zuidoosten van de bebouwing van Oostendorp in de gemeente Elburg. De tweede fase ligt ten oosten van het huidige bedrijventerrein, Broeklanden I.

Het plangebied van dit uitwerkingsplan is in bijgaande figuren weergegeven:

Ligging van het plangebied

Huidige situatie met luchtfoto 

1.3 Geldende situatie

Het uitwerkingsplan voor Broeklanden II (uitwerkingsplan voor bedrijventerrein Broeklanden 2019, vastgesteld 26 november 2019) is de juridisch-planologische basis voor de ontwikkeling van de tweede fase van het bedrijventerrein. De tweede fase ligt ten oosten van het huidige bedrijventerrein Broeklanden I. In het uitwerkingsplan zijn de gronden voorzien van de bestemming 'Bedrijventerrein'. In de bouwregels voor bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken is onder andere opgenomen dat "de bebouwde oppervlakte van bedrijfsgebouwen per bouwperceel niet minder mag bedragen dan 250 m² en niet minder dan 25% van de oppervlakte van het bouwperceel".

Een milieustraat moet een voldoende adequaat voorzieningenniveau hebben. Dit betekent dat er voldoende en geschikte voorzieningen moeten zijn om aangeleverde afvalstromen af te scheiden. Deze voorzieningen bestaan in hoofdzaak uit een reeks aparte containers of kleine ruimtes die zodanig zijn gegroepeerd op het terrein dat burgers hun afval gescheiden kunnen inleveren. Er is daarnaast sprake van een klein gebouwd inzamelpunt voor klein chemisch afval (KCA).

De minimale bouwregels die zijn opgenomen in het geldende plan zijn niet van toepassing te verklaren op de milieustraat, die immers uit een reeks containers bestaat. De containers kunnen variëren in oppervlakte, maar zijn over het algemeen kleiner dan de in de bouwregels genoemde minimale oppervlakte van 250m². De totale oppervlakte van alle containers komt wel boven de 250 m2 maar de meeste container zijn open en vallen niet onder het begrip "gebouw".

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het voornemen

Voor de te realiseren gemeentewerf en milieustraat zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze worden in dit hoofdstuk toegelicht.

De locatie voor de te realiseren ontwikkeling is op te delen in twee delen:

1. gemeentewerf (oppervlakte 6.222m2)

2. milieustraat (oppervlakte 8.428 m2).

Bijgaande afbeeldingen illustreren de voorgenomen ontwikkeling. Op het schetsontwerp is een (groene) perceelgrens ingetekend. Rechts ervan komt de nieuwe gemeentewerf die als uitvalsbasis wordt gebruikt door de gemeentelijke dienst voor het beheer van de openbare ruimte. Links van de op de plattegrond weergegeven perceelsgrens wordt de milieustraat gerealiseerd. De percelen grenzen aan elkaar. De gemeente blijft eigenaar van beide percelen. Qua bedrijfsvoering is echter sprake van twee bedrijven. De exploitatie van de werf gebeurt door de gemeente Elburg en de exploitatie van de milieustraat gebeurt door afvalverwerker Omrin.

Omdat de gemeente eigenaar blijft van beide percelen wordt door "slimme" combinaties geprobeerd de ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten waardoor het totale ruimtebeslag zo klein mogelijk is en er dus meer ruimte overblijft voor uitgifte aan overige bedrijven. Het idee is om:

• De voorgeschreven bebouwingsvrije zone van 5 m (zijkant milieustraat) en 3 m (achterkant werf) te gebruiken als "verkeersruimte" voor de milieustraat.
• Op het bordes een kca afgiftepunt te maken omdat het personeel m.n. op het bordes aanwezig zal zijn. Aan eind van de dag (of evt. tussentijd) zal het afgegeven kca afgevoerd worden naar het KCA depot die zoals aangegeven naast het bordes op maaiveldhoogte staat.
• Het personeel van de milieustraat (2-3- personen) gebruik te laten maken van de voorzieningen van de gemeentewerf (kantine, sanitaire voorzieningen e.d.).

De verkeersstromen zijn zodanig geregeld dat het bezoekersverkeer van de milieustraat gescheiden is van het werkverkeer. Voor de toegangen geldt dat de toegang van de bezoekers 2 rijstroken heeft en de uitgang 1. Hierdoor wordt extra opstelruimte gecreëerd op eigen terrein om filevorming op de openbare weg te voorkomen.

Figuur: Artist impression (17-03 2021)

 

Hoofdstuk 3 Beleidkader

Het geldende bestemmingsplan Broeklanden 2015 en het eerder uitgewerkte uitwerkingsplan Bedrijventerrein Broeklanden 2019 is getoetst aan het destijds geldende beleid. Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is op de verschillende overheidsniveaus geen nieuw beleid in werking getreden wat van belang is in relatie tot dit uitwerkingsplan. Geconcludeerd kan worden dat dit uitwerkingsplan ten behoeve van de gemeentewerf en milieustraat in overeenstemming is met het beleid op verschillen bestuurslagen.

Figuur: fragment verbeelding geldend uitwerkingsplan, met daarin weergegeven het plangebied

Hoofdstuk 4 Milieu-en omgevingsaspecten

Het geldende bestemmingsplan Broeklanden 2015 en het eerder uitgewerkte uitwerkingsplan Bedrijventerrein Broeklanden 2019 biedt een toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten 'bedrijven en milieuzonering', 'verkeer en parkeren', 'geluid', 'bodem', 'water', 'ecologie, 'archeologie en cultuurhistorie', 'luchtkwaliteit', 'geur' 'externe veiligheid', 'molenbiotoop', 'straalpaden, kabels en leidingen' en 'duurzaam bouwen'. Tevens is hier een vormvrije m.e.r.-beoordeling in opgenomen.

Met dit uitwerkingsplan worden uitsluitend de bouwregels met betrekking tot de minimale maatvoeringen geschrapt en wordt de minimale hekwerkhoogte aan de voorzijde gewijzigd. Ten behoeve van de procedures van het geldende bestemmingsplan Broeklanden 2015 en het voor dit plangebied eerder uitgewerkte uitwerkingsplan Bedrijventerrein Broeklanden 2019 is uitgebreid onderzoek gedaan naar de omgevingsaspecten. Een nieuwe toets aan milieu- en omgevingsaspecten is daarom niet nodig. Samengevat gelden er voor de milieu- en omgevingsaspecten geen belemmeringen voor dit uitwerkingsplan.

Hoofdstuk 5 Juridische toelichting en uitvoerbaarheid

5.1 Juridische toelichting

Dit uitwerkingsplan bevat een verbeelding waarmee de bestemming 'Bedrijventerrein' en het daarbij behorende bouwvlak opnieuw zijn ingetekend. De juridische regeling is opgenomen in artikel 3 Bedrijventerrein. Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. De bebouwing is mogelijk binnen de bouwvlakken. Voor een bouwperceel geldt een bebouwingspercentage van 70.

Bedrijfscategorie

In de bestemming is aangegeven welke milieucategorieën bedrijven zijn toegelaten. Dit betreft bedrijven tot en met milieucategorie 3.2. Hierbij is een koppeling gemaakt naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 1 bij de regels is toegevoegd. In deze bijlage zijn gemeentewerven (afval-inzameldepots) opgenomen als categorie 3.1 bedrijven.

In de Staat van Bedrijfsactiviteiten is een omschrijving opgenomen van de soort/aard van de toelaatbaar te achten bedrijven. Ook bevat deze lijst indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddelde bedrijf in die sector.

Tevens zijn bedrijven toegestaan die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar wel gelijk zijn te stellen met de toegelaten categorieën van bedrijven.

Geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn uitgesloten op het bedrijventerrein.

Ook worden bedrijven die voorkomen in bijlage C en D behorende bij het Besluit milieueffectrapportage van vestiging uitgesloten.

Bedrijven zullen, naast de bepalingen in de regels, ook moeten voldoen aan het bepaalde krachtens de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit en/of overige milieuwetgeving voor zover deze van toepassing is. Ter voorkoming van aantasting van het nabij gelegen Natura 2000-gebied 'Veluwe' is bepaald dat gebouwen en overkappingen uitsluitend mogen worden gerealiseerd, indien aannemelijk is gemaakt dat er geen significant negatieve effecten zijn op het natuurgebied.

5.2 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een uitwerkingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie.

5.2.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Voor de uitwerkingsprocedure, zoals die is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), is inspraak niet verplicht, tenzij het door middel van een Inspraakverordening verplicht is gesteld. Voor dit uitwerkingsplan wordt geen inspraak gevoerd, aangezien de ontwikkeling van de tweede fase van het bedrijventerrein in het ter plaatse geldende bestemmingsplan reeds was opgenomen door middel van het toekennen van een uitwerkingsplicht naar een bestemming als bedrijventerrein en er in 2019 al een uitwerkingsplan is vastgesteld. Wettelijk vooroverleg in het kader van dit uitwerkingsplan vindt verplicht plaats, volgens artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

5.2.2 Wettelijk vooroverleg

In het kader van het vooroverleg wordt het concept van het uitwerkingsplan toegezonden c.q. overlegd met de provincie.

5.2.3 Procedure Wet ruimtelijke ordening

Het ontwerp-uitwerkingsplan wordt op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt en beschikbaar gesteld op ruimtelijkeplannen.nl. Na bekendmaking staat voor belanghebbenden de mogelijkheid open om gedurende een termijn van zes weken eventuele zienswijzen in te dienen met betrekking tot het uitwerkingsplan. Nadat de termijn van zes weken is verstreken wordt het uitwerkingsplan door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Ingediende zienswijzen worden bij de besluitvorming betrokken.

Vaststelling 

Het bestemmingsplan is vervolgens door het college op 22 juni 2021 vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen.

5.2.4 Economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie

Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de manier van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

De verplaatsing van de werf en milieustraat naar de nieuwe locatie is een project dat in samenwerking tussen gemeenten Elburg, Oldebroek en afvalverwerker Omrin wordt gerealiseerd. Afspraken tussen partijen over de financiering en uitvoering zijn vastgelegd. De gemeente blijft eigenaar van zowel het perceel voor de gemeentewerf als van het perceel voor de milieustraat. Qua bedrijfsvoering is echter sprake van 2 bedrijven. De exploitatie van de werf gebeurt door de gemeente Elburg en de exploitatie van de milieustraat gebeurt door afvalverwerker Omrin. De gemeenteraad van de gemeente Elburg heeft inmiddels geld beschikbaar gesteld voor beiden projecten. 

Grondexploitatie

Dit uitwerkingsplan biedt ten opzichte van het geldende bestemmingsplan Broeklanden 2015 en het geldende uitwerkingsplan Broeklanden 2019 geen extra bouwmogelijkheden. Gelet hierop is een exploitatieplan niet nodig.