Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel Lageweg 19 en de daarop voorkomende bebouwing. Op 6 februari 2013 heeft het college van B&W van Elburg besloten om het ontwerpbestemmingsplan 'Doornspijk & Hoge Enk' voor de periode van zes weken ter visie te leggen. Ook het perceel Lageweg 19 was opgenomen in dit ontwerpbestemmingsplan. Op het perceel is thans een woning aanwezig. In het ontwerpbestemmingsplan ‘Doornspijk & Hoge Enk was deze woning niet als zodanig bestemd en viel daarmee onder het overgangsrecht. Het perceel kende in dit bestemmingsplan een woonbestemming, echter zonder dat op dit deel van het perceel een zelfstandige woning mocht worden gerealiseerd. Dit om redenen op basis van een goede ruimtelijke ordening. Het college van B&W heeft getracht om, in overleg met de eigenaren van de percelen Lageweg 19 en Wolter Vynckeweg 9 overeenstemming te bereiken over de beeindiging van de woonsituatie, echter zonder succes.
Het bestemmingsplan is vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad zonder dat een woonbestemming toegekend is aan het object aan de Lageweg 19. De eigenaar van het perceel Lageweg 19 is vervolgens in beroep gegaan tegen dit besluit van de gemeenteraad. Door de Raad van State is echter geconcludeerd dat de argumenten op basis van goede ruimtelijke ordening niet opwegen tegen de vergunde rechten uit het verleden. Het onderstaande citaat uit de uitspraak van de Afdeling geeft dit kernachtig weer:
‘Uit zowel de eerder door het college tegen het gebruik van het aanvankelijk bij de woning Wolter Vynckeweg 9 behorende bouwwerk als woning en de verbouwing hiervan tot woning gevolge handhavingsprocedures, het eerder genoemde advies van de (bezwaren)commissie van 12 oktober 1999, waaraan het college zich in beginsel heeft geconformeerd, als uit het voorgenoemde adviesformulier behorend bij de bouwvergunning van 29 februari 2000 blijkt dat het college voorafgaand aan het verlenen van deze vergunning op de hoogte was van de strijdigheid van het bouwplan met artikel 7 van de planvoorschriften van het toen geldende bestemmingsplan ‘Dorp Doornspijk’. Uit het vorenstaande volgt naar oordeel van de Afdeling dat het college onder deze omstandigheden met het verlenen van de bouwvergunning van 29 februari 2000 een impliciete vrijstelling van het vorige bestemmingsplan heeft verleend. Gelet hierop is het gebruik van het bouwwerk op het perceel Lageweg 19 als woning niet in strijd met voorheen geldende bestemmingsplan.
Met betrekking tot bestaand legaal gebruik staat voorop dat in beginsel, gelet op de rechtszekerheid, als zodanig dient te worden bestemd. Een uitzondering hierop kan worden gemaakt als een dienovereenkomstige bestemmingsregeling op basis van nieuwe inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de beoogde nieuwe regeling zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is daarvan in dit geval niet gebleken. Het vorenstaande betekent dat de op het perceel Lageweg 19 aanwezige woning ten onrechte niet als zodanig is bestemd.’
Gelezen de uitspraak ontkomt de gemeente er niet aan om het object aan de Lageweg 19 alsnog een woonbestemming toe te kennen. Het voorliggende ontwerpbestemmingsplan doet recht aan de uitspraak van de Afdeling en kent dan ook een woonbestemming toe aan het object aan de Lageweg 19.

In het voorliggende bestemmingsplan is, in lijn met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de woning aan de Lageweg 19 als 'legale woning' bestemt. De bestaande afmetingen en het bestaande oppervlak aan bebouwing is vastgelegd in de planregels. Daarmee is het verder uitbreiden van bebouwing op het perceel op basis van het voorliggende bestemmingsplan niet mogelijk. Wel is ervoor gekozen om de situatie enigzins flexibel te bestemmen, zodat eventuele verplaatsing van bebouwing mogelijk is.
In dit geval wordt het bouwvlak om de gehele woonbestemming gelegd en wordt er een maximaal bebouwingspercentage opgenomen. Hierdoor zou de eigenaar (of een toekomstige eigenaar) kunnen beslissen om het perceel in de toekomst anders in te richten, wat de situatie ten opzichte van de bewoners aan de zijde van de Wolter Vynckeweg zou kunnen verbeteren.
Het maximale bebouwingspercentage is bepaald op 58%. Dit percentage is als volgt tot stand gekomen:
Oppervlakte hoofdgebouw: 58 m2
Oppervlakte bergingsschuur: 18 m2
Oppervlakte carport: 22 m2
Totaal oppervlakte aan bebouwing: 98 m2
Oppervlakte bestemming Wonen: 171 m2
Bebouwingspercentage: 98 m2 van 171 m2: 58%