direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer
Plan: Bedrijventerrein Doornspijk - De Glinde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.BPDEGLINDE2013-VST1

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een stroomfunctie van doorgaande aard; waarbij geldt dat de as van de weg in of ten hoogste 1 m uit de figuur 'as van de weg' moet liggen;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. waterinfiltratievoorzieningen en water;
  • g. andere verkeersvoorzieningen, zoals bushaltes - zulks met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen,

met de bij deze bestemming behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken, zoals lichtmasten en ander straatmeubilair alsmede bruggen en duikers, zulks met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen.

6.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken noodzakelijk voor en ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. gebouwen mogen worden gebouwd, waarbij:
    • 1. de inhoud van een gebouw maximaal 25 m3 mag bedragen;
    • 2. bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en verkeersborden maximaal 12 meter en van de overige andere bouwwerken maximaal 3 meter mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerder bepaalde ten behoeve van:

  • a. de bouw van:
    • 1. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en dat niet hoger is dan 3 meter, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, wachthuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes en andere bouwwerken ten dienste van een openbare nutsvoorziening, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, zoals antennemasten, lichtmasten en kunstobjecten;
    • 2. een ander bouwwerk met een grondoppervlakte van maximaal 25 m² dat niet hoger is dan 3 meter;
  • b. het veranderen van de in het plan voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 10%, indien zulks verband houdt met de bouwaanvragen waarvan de realisering gewenst of noodzakelijk is.
6.3.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Gebruik van gronden

Ten aanzien van het gebruik van gronden geldt het bepaalde in artikel 12.

6.4.2 Gebruik in strijd met de bestemming

Als gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 12 wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de gronden voor het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens en/of prostitutie.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:

  • a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van lid 6.3 niet kunnen worden gebouwd;
  • b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
  • c. het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.