Plan: | Exploitatieplan bedrijventerrein de Klomp |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | exploitatieplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0228.EP2022WKRM0003-EP03 |
H7 DE REGELS
Artikel 1. Begrippen
1.1 De begrippen, die zijn opgenomen in de “Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Klomp'”, zijn van overeenkomstige toepassing op de hier opgenomen Regels Exploitatieplan Bedrijventerrein De Klomp, tenzij in deze Regels anders is aangegeven.
1.2 Daarnaast wordt in deze Regels verstaan onder:
1. De aanleg van de centrale as in bruikbare vorm, en;
2. Indien het bouwperceel niet rechtstreeks grenst aan de centrale as in bruikbare vorm, de aanleg van bouwwegen van een bouwperceel rechtstreeks danwel via eerder aangelegde bouwwegen of interne openbare wegen naar de centrale as in bruikbare vorm , en;
3. De aanleg van openbare riolering voor vuilwater , vanaf het aansluitpunt voor een bouwperceel, rechtstreeks danwel via eerder aangelegde openbare vuilwaterriolering (inclusief daarvan onderdeel uitmakende rioolgemalen), naar het aansluitpunt van het bestaande rioolgemaal Schuttersveld (hoofdriool) nabij de Schutterweg/Francis Baconstraat te Ede.
4. De aanleg van openbare riolering voor hemelwater afkomstig van (toekomstige) terreinverharding op het bouwperceel, vanaf het aansluitpunt voor het bouwperceel, rechtstreeks danwel via eerder aangelegde openbare verbeterde hemelwaterriolering, naar een rioolgemaal, dat is verbonden aan de vuilwaterriolering, zoals bedoeld onder h3 en, via een overstortleiding, aan een bergingswatergang in het stroomgebied, waarbinnen het bouwperceel is gelegen.
5. Indien het bouwperceel niet rechtstreeks grenst aan een bergingswatergang in het stroomgebied waarbinnen het bouwperceel is gelegen, de aanleg van openbare hemelwaterriolering voor hemelwaterafvoer van daken van op te richten bebouwing op het bouwperceel vanaf het aansluitpunt voor het bouwperceel, naar een bergingswatergang in het stroomgebied waarbinnen het bouwperceel is gelegen.
1.3 Begrippen kunnen in de Regels zowel met als zonder hoofdletter zijn aangeduid.
Artikel 2. Koppelingen
2.1 Een omgevingsvergunning voor het bouwen op een bouwperceel in het uitgeefbaar gebied op te richten bebouwing mag niet worden verleend voordat:
Artikel 3. Ruimtegebruik
3.1 De oprichting van gebouwen, ten behoeve van de bestemming 'Bedrijventerrein' dient plaats te vinden binnen de in de ruimtegebruikskaart als “uitgeefbaar gebied” aangeduide gronden.
3.2 De openbare ruimte, onderverdeeld naar de functies hoofdontsluiting, centrale hoofdweg, interne openbare wegen, fietspaden, wandelpaden, openbaar groen, water en bergingswatergang, dient te worden aangelegd binnen de in de ruimtegebruikskaart als “openbare ruimte” voor de respectievelijke functies als zodanig aangeduide gronden.
Artikel 4. Eisen voor de werken en werkzaamheden inzake het bouwrijp maken van uitgeefbaar gebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte.
4.1 Het bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte vindt plaats volgens de eisen, zoals opgenomen in de Kwaliteitsomschrijving en overeenkomstig de in artikel 5 genoemde werkomschrijving waarmee door burgemeester en wethouders ingevolge artikel 5.2 is ingestemd, danwel, ingeval van toepassing van artikel 5.4, waarbij de werkomschrijving voldoet aan de in artikel 5.4 bedoelde eisen.
Artikel 5. Werkomschrijvingen
5.1 Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen een deelgebied inzake het bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte dient een werkomschrijving te worden opgesteld die ter schriftelijke instemming aan burgemeester en wethouders dient te worden voorgelegd. Een werkomschrijving dient te voldoen aan de eisen die daartoe zijn opgenomen in de Kwaliteitsomschrijving. Een werkomschrijving dient tenminste de omvang te hebben van werken en werkzaamheden voor zover die zien op een deelgebied. De instemming met een werkomschrijving wordt geweigerd, indien de werkomschrijving in strijd is met de Kwaliteitsomschrijving.
5.2 Het is verboden te starten met de aanleg van de in artikel 5.1 bedoelde werken en werkzaamheden voordat de instemming op de werkomschrijving, bedoeld in artikel 5.1, heeft plaatsgevonden.
5.3 Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de in artikel 5.1 bedoelde werkomschrijving of met de werkomschrijving wordt ingestemd. Zij kunnen de in de vorige volzin bedoelde termijn eenmaal verlengen met acht weken.
5.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 en 5.3 is geen expliciet instemmingsbesluit vereist indien de werkomschrijvingen worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 5.1 tweede en derde volzin van overeenkomstige toepassing is op een werkomschrijving die door of namens de Gemeente is opgesteld.
Artikel 6. Aanbesteding
6.1. Op de aanbesteding van de werken en werkzaamheden inzake de inrichting van de openbare ruimte en de daarmee samenhangende diensten en leveringen, zijn de Europese en nationale regels omtrent aanbestedingen van overheidsopdrachten van toepassing. Voor zover de in de vorige volzin bedoelde regels niet van toepassing zijn, is ten aanzien van de inrichting van de openbare ruimte en de daarmee samenhangende diensten en leveringen, het Aanbestedingskader van toepassing.
6.2. Voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, diensten en leveringen, wordt een aanbestedingsprotocol ter instemming aan burgemeester en wethouders voorgelegd. De instemming met het aanbestedingsprotocol wordt geweigerd indien het aanbestedingsprotocol in strijd is het met bepaalde in artikel 6.1.
6.3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het aanbestedingsprotocol omtrent de instemming. Zij kunnen de in de vorige volzin bedoelde termijn eenmaal verlengen met acht weken.
6.4. In het geval instemming is verleend aan een aanbestedingsprotocol wordt, voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en diensten, een aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning ter instemming voorgelegd aan burgemeester en wethouders. In het aanbestedingsverslag wordt tenminste vastgelegd op welke wijze de aanbestedingsprocedure is doorlopen. De instemming wordt geweigerd indien de gevolgde aanbestedingsprocedure en/of het voorgenomen besluit tot gunning in strijd zijn met het aanbestedingsprotocol. Het bepaalde in artikel 6.3 is van overeenkomstige toepassing op het besluit omtrent instemming met het aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning.
6.5. Het is verboden te starten met de uitvoering van de in artikel 6.1. bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en diensten voordat burgemeester en wethouders met het in artikel 6.4 bedoelde aanbestedingsverslag met voorgenomen besluit tot gunning hebben ingestemd.
6.6. In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2 tot en met 6.4 is geen expliciet instemmingsbesluit van burgemeester en wethouders vereist indien het aanbestedingsprotocol, het aanbestedingsverslag en het voorgenomen besluit tot gunning worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 6.1 eerste volzin van overeenkomstige toepassing is indien de gemeente geldt als opdrachtgever voor de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en/of diensten.
Artikel 7. Eindinspecties en tussentijdse inspecties.
7.1 Met het oog op het voldoen aan de Regels vinden: a. inspecties plaats ten aanzien van de uitvoering van het bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied; b. (tussentijdse) inspecties plaats ten aanzien van de uitvoering van onder- en bovengrondse aanleg van nutsvoorzieningen. c. (tussentijdse) inspecties plaats ten aanzien van de inrichting van de openbare ruimte en de oplevering daarvan aan de gemeente waardoor of namens burgemeester en wethouders wordt getoetst of de voorzieningen voldoen aan de Kwaliteitsomschrijving en de werkomschrijving, waarmee tevoren is ingestemd.
7.2. In het kader van de (tussentijdse) inspecties worden plannen met betrekking tot de revisie van aangelegde riolering ter instemming voorgelegd aan burgemeester en wethouders. De in de vorige volzin bedoelde inspecties monden uit in een verklaring door of namens burgemeester en wethouders, waarin wordt vastgesteld of voldaan is aan de Regels.
7.3. De personen, belast met de inspecties hebben te allen tijde vrije toegang tot het exploitatieplangebied.
Artikel 8. Verbodsbepaling
8.1. Het is verboden te handelen in strijd met de in artikel 2 tot en met 7 opgenomen regels..
8.2. Een overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 8.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit.
Artikel 9. Regels met inachtneming waarvan kan worden afgeweken van de bij dit exploitatieplan opgenomen regels.
9.1. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 2 tot en met 7, mits de afwijking past in een voorgenomen herziening van dit exploitatieplan. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de voorgenomen afwijking past in een ontwerpbesluit tot herziening van het exploitatieplan, zoals dat ten tijde van de ontvangst van de vergunningaanvraag met inachtneming van afdeling 3.4. Awb, ter inzage is gelegd.
9.2. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit exploitatieplan die betrekking hebben op de situering van voorzieningen als onderdeel van de openbare ruimte en van uitgeefbaar gebied, wanneer uit inmeting van of andere feitelijke oorzaken in het exploitatiegebied geringe maatverschillen zouden blijken ten opzichte van de in de ruimtegebruikskaart opgenomen maatvoering. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de voorgenomen afwijking ten hoogste 15 meter verschilt van de situering zoals aangegeven op de ruimtegebruikskaart en voor het overige aan de regels van dit exploitatieplan wordt voldaan.
Artikel 10. Slotbepalingen
10.1. Deze regels kunnen worden aangehaald als “Regels Exploitatieplan Bedrijventerrein De Klomp”.