Plan: | Bestemmingsplan Het Nationale Park De Hoge Veluwe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301 |
Inleiding
Externe veiligheid gaat over het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico's voor mens en milieu bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het gaat daarbij uitsluitend om de kans dat derden (omwonenden) dodelijk letsel oplopen door een calamiteit bij een bedrijf of door een ongeval bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Rond bedrijven en langs routes (of buisleidingentracés) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zijn daarom invloedsgebieden ingesteld waarbinnen de risico's moeten worden onderzocht en getoetst voor toekomstige bebouwing. Deze risico's worden uitgedrukt in een plaatsgebonden risico (PR) en een groepsrisico (GR) en betreffen alleen de personen die niet deelnemen aan deze activiteiten.
Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Ongevallen met gevaarlijke stoffen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:
Wettelijk kader
Het op 27 oktober 2004 in werking getreden Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) regelt hoe een gemeente of provincie moet omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. Daartoe legt het besluit het plaatsgebonden risico vast en geeft het besluit een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico.
Met betrekking tot buisleidingen wordt het wettelijk kader gevormd door het Besluit externe veiligheid buisleidingen dat op 1 januari 2011 in werking is getreden.
De Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen schrijft voor hoe overheden dienen om te gaan met risico's als gevolg van transportassen zoals wegen en spoorwegen.
Op 9 juli 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente Ede de beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe de gemeente Ede om wil gaan met het aspect externe veiligheid en de verantwoording van het groepsrisico.
Beschouwing plangebied
In de omgeving van het plangebied ligt volgens de risicokaart van de provincie Gelderland een aantal risicobronnen, te weten een buisleiding voor Defensie, enkele provinciale wegen waarover (in zeer beperkte mate) gevaarlijke stoffen worden vervoerd, een aantal propaantanks en de munitieopslag van defensie op het Militair Oefen- en schietterrein Harskampse Zand. Voor de ligging van de risicobronnen: zie onderstaande uitsnede uit de risicokaart. In het onderstaande wordt per risicobron ingegaan op de risico's voor het plangebied.
Leiding van Defensie
Parallel aan en ten zuiden van de Harderwijkerweg ligt een leiding van Defensie. De leiding ligt net buiten het plangebied. Het invloedsgebied van de buisleiding wordt bepaald door een plasbrand en bedraagt circa 30 meter. Binnen het invloedsgebied zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. De risico's vanwege deze bron hoeven daarom niet verder onderzocht te worden.
Afbeelding 21: Overzicht ligging risicobronnen (bron: www.risicokaart.nl)
Provinciale wegen
Het transport van gevaarlijke stoffen over de provinciale wegen gelegen aan de rand van het plangebied is zeer beperkt. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is geen sprake van een toename van het groepsrisico. Nader onderzoek is daarom niet nodig.
Propaantanks vakantieparken
Propaantanks vallen niet onder de werkingssfeer van het Bevi. Desondanks vormen ze wel een risicobron. Het invloedsgebied van de propaantanks rond het plangebied bedraagt 83 tot 155 meter. De tank van vakantiepark De Zanding en Camping de Oase overlapt het plangebied gedeeltelijk. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is geen sprake van een toename van het groepsrisico. Nader onderzoek is daarom niet nodig.
Munitieopslag Militair Oefen- en schietterrein Harskampse Zand
Voor munitieopslagen van Defensie geldt als beleid de Nato-richtlijn AASTP-1 en de circulaire Van Houwelingen, 1988. Dit beleid gaat uit van maximale veiligheid door het hanteren van effectafstanden (de zogenaamde A-, B- en C-zone). Bij het hanteren van effectafstanden is het maximaal optredende effect bepalend, niet de kans dat dit effect optreedt.
De C-zone van de munitieopslag overlapt deels het plangebied. Binnen de C-zone zijn geen gebouwen met vlies- of gordijngevelconstructie, geen gebouwen met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt en geen bedrijven die bij calamiteit gevaar voor munitieopslag of omgeving opleveren toegestaan. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is geen sprake van een toename van het groepsrisico. Nader onderzoek is daarom niet nodig.
Conclusie
Voor geen van aspecten overlapt een PR 10-6 contour (beperkt) kwetsbare objecten binnen het plangebied. Het groepsrisico overschrijdt nergens de oriëntatiewaarde en neemt niet toe omdat het bestemmingsplan conserverend van aard is. De verantwoording van het groepsrisico kan bestaan uit het opvragen van advies bij de VGGM. Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan