Plan: | Bestemmingsplan Het Nationale Park De Hoge Veluwe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301 |
Wettelijk kader
Sinds het eind van de jaren zeventig vormt de Wet geluidhinder (Wgh) een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. Deze wet biedt onder andere geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) bescherming tegen geluidhinder van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai door middel van zonering. De Wgh is daarom sterk gelinkt aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
De systematiek van de zonering Wet geluidhinder houdt in dat langs verkeers- en spoorwegen en rond gezoneerde industrieterreinen een planologisch aandachtsgebied (de zone) ligt waarbinnen in een aantal situaties bescherming wordt geboden aan geluidsgevoelige bestemmingen. Deze bescherming geldt in de volgende situaties:
In bovenstaande situaties geldt voor woningen in de zone van een weg een beschermingsniveau van 48 decibel (dB). Dit is de wettelijke voorkeurswaarde. Door middel van een zogenaamde hogere waarde procedure kan het bevoegd gezag in bepaalde gevallen gemotiveerd afwijken van de voorkeurswaarde en een hogere geluidsbelasting (zogenaamde hogere waarde) toestaan. De maximale ontheffingswaarde bedraagt voor nieuwe woningen in buitenstedelijk gebied in de zone van een bestaande weg 53 dB.
Beschouwing plangebied
Binnen het plangebied en in de directe nabijheid zijn geen gezoneerde industrieterreinen gelegen. Het aspect industrielawaai is dan ook niet van invloed op dit bestemmingsplan.
Wegen
Wel liggen binnen of aan de randen van het plangebied diverse relevante gezoneerde wegen, waarvan de belangrijkste zijn: de Apeldoornseweg (N304), de Arnhemseweg/Harderwijkerweg (N310) en de Delenseweg (N807). De zonebreedte voor deze wegen bedraagt 250 meter aan weerszijden van de weg.
Militaire Vliegbasis Deelen
Verder wordt het plangebied aan de zuidoostzijde begrensd door de militaire Vliegbasis Deelen. Voor deze vliegbasis is op grond van de Wet luchtvaart een geluidszone vastgesteld waarbuiten de geluidsbelasting als gevolg van de vliegbasis niet meer dan 35 Kosteneenheden (Ke) mag bedragen. De geluidszonering heeft drie hoofdfuncties, te weten:
De 35 Ke geluidszone wordt opgenomen in de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan. In het gebied waar de geluidsbelasting hoger is dan 35 Ke, aangeduid als 'geluidzone - vliegveld 35 Ke' (de geluidszone), mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen (scholen en medische inrichtingen) worden gebouwd.
Militair Oefen- en schietterrein Harskampse Zand
Aan de noordzijde grenst het plangebied aan het Militair Oefen- en schietterrein Harskampse Zand. Ondanks dat dit terrein geen wettelijke geluidszone heeft is het geluid vanwege schietoefeningen relevant voor de ruimtelijke ordening.
Gedeelten van het plangebied liggen binnen de 50 dB(A)-contour vanwege het schietterrein. Binnen de 55 dB(A)-contour van het terrein mag in principe niet gebouwd worden. Tussen de 55 en 50 dB(A)-contour kunnen eventueel wel woningen worden gerealiseerd, maar dan dient rekening te worden gehouden met extra gevelmaatregelen die nodig zullen zijn om aan het bouwbesluit te kunnen voldoen. Het schietlawaai spectrum is dusdanig (laagfrequent) dat de kosten hiervan hoog kunnen zijn. Hieronder zijn de contouren voor de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven.
Afbeelding 18: Geluidsbelasting Militair schietterrein in de dagperiode (dB(A) (ministerie van Defensie).
Afbeelding 19: Geluidsbelasting Militair schietterrein in de avondperiode (dB(A) (ministerie van Defensie).
Afbeelding 20: Geluidsbelasting Militair schietterrein in de nachtperiode (dB(A) (ministerie van Defensie).
Conclusie
Aangezien het bestemmingsplan conserverend van aard is en geen nieuwe mogelijkheden biedt voor de aanleg van (spoor)wegen of de realisatie van woningen, kan akoestisch onderzoek en toetsing aan de Wet geluidhinder achterwege worden gelaten. Geconcludeerd wordt dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan.