Inhoud
 
Gemeente:
Ede
PlanNaam:
Ede, Het Maanderzand en Cavaljéflats
Status:
Vastgesteld
Datum:
26-11-2013

Artikel 3 Maatschappelijk

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend in de vorm van een zorginstelling met een verpleeg- en verzorgingshuis, intramurale woningen en aanleunwoningen;

b de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder een bouwkundige verbinding ter plaatse van de specifieke aanduiding "verbinding";

c ter plaatse van de aanduiding 'tuin' uitsluitend een tuin met de daarbij behorende voorzieningen;

d de bij die functies behorende, al dan niet ondergrondse, ondersteunende, gemeenschappelijke voorzieningen waaronder een servicecentrum, auditorium/multifunctionele ruimte, een instellinggebonden kantoor en een verhuurbaar deel ten behoeve van de levering van zorg en/of begeleiding van personen die zelfstandig in het zorgcomplex wonen en elders in de wijk wonende ouderen;

e de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder een ondergrondse warmte- en koudeopslag, nutsvoorzieningen waaronder brandveiligheids- en blusvoorzieningen;

f voet- en fietspaden, terreinen en verhardingen alsmede voorzieningen voor rolstoelgebruikers, verkeer en verblijf, parkeer-, groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede water en waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.

  5. de bovenste bouwlaag van het op de verbeelding met een maatvoeringsvlak aangeduide bouwwerk dient ten opzichte van de direct daaronder gelegen bouwlaag te worden teruggelegd met inachtneming van dat maatvoeringsvlak.

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf - en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m., uitgezonderd een bouwkundige verbinding als bedoeld in artikel 3.1 sub b, welke verbinding niet hoger mag zijn dan het binnen het bouwvlak gelegen hoofdgebouw en niet breder dan 3 m.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

 

Ter plaatse van de aanduiding 'tuin' is het niet toegestaan om parkeervoorzieningen aan te leggen, dan wel de gronden te gebruiken voor het stallen van motorvoertuigen, woonwagens, caravans.

 

3.4 Afwijken van de gebruikregels

 

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 en andere maatschappelijke voorzieningen dan een zorginstelling toestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  1. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bouwwerken plaats;

  2. er vindt geen onevenredige toename van de parkeerdruk alsmede van de verkeersaantrekkende werking plaats.

 

3.5 Voorwaardelijke verplichting

 

Het gebruik van het perceel overeenkomstig de bestemming is alleen toegestaan indien er op eigen terrein en volgens de geldende gemeentelijke parkeernormering ten minste 65 parkeerplaatsen worden aangelegd en in stand gehouden;