Van den Hamlaan 8

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. tuinen en erven;
2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
3. parkeren. 

4.2 Bouwregels

4.2.1 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouw gelden de volgende regels:

1. Uitsluitend aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw zijn toegestaan;
2. Het maximale oppervlak bedraagt niet meer dan 10 m2;
3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw minus 0,8 meter.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
2. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen. Met uitzondering van vlaggenmasten welke maximaal 5,00 m mogen bedragen.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.3.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 

1. het rooien en vellen van bomen;
2. het verwijderen van de  groene erfafscheiding aan de rand van het plangebied.

4.3.2 Toelaatbaarheid

De in artikel 4 lid 3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

1. de werken en/of werkzaamheden noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik/beheer;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.