Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Peppelensteeg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0228.BP2009PEPP0001-0301

Artikel 17 Leiding - Riool


17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘ Leiding – Riool’
 
aangeduide gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolleiding, waarbij de leiding primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

17.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

17.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17 lid 2 voor een in de overige aan de gronden toegekende bestemmingen passend bouwwerk, mits:
  1. geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding ontstaat of kan ontstaan;
  2. door de bouw en de situering van een bouwwerk geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding;
  3. vooraf advies is ingewonnen van de beheerder van de leiding.

17.4 Aanlegvergunning

17.4.1 Aanlegvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;
  2. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  3. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
  4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
  5. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

17.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 17 lid 4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

17.4.3 Toelaatbaarheid
De in artikel 17 lid 4.1  bedoelde aanlegvergunning kan slechts worden verleend, indien het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie- en afvalwatervoorziening is gewaarborgd. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 17 lid 4.1 winnen burgemeester en wethouders advies in bij de betreffende leidingbeheerder.