Plan: | Bedrijventerrein Seingraaf, eerste partiële herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0226.BPSEINGRAAF003-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Seingraaf, eerste partiële herziening met identificatienummer NL.IMRO.0226.BPSEINGRAAF003-VS01 van de gemeente Duiven;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in dit plan aangegeven percentage, dat het deel van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een bouwwerk geen gebouw zijnde dat wordt gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, zoals omschreven in deze begripsbepalingen, niet betreffend een gebouw, zoals beschreven in deze begripsbepalingen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
onder geluidgevoelige bebouwing wordt het volgende verstaan: woningen, onderwijsvoorzieningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere gezondheidsgebouwen, woonwagenstandplaatsen en woonschepen c.q. ligplaatsen voor woonschepen;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrens-waarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
detailhandel die een functionele relatie heeft met de in de bestemmingsomschrijving genoemde hoofdfunctie en naar aard, omvang en openingstijden ondergeschikt en ondersteunend is aan die hoofdfunctie;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, installatie voor wassen ramen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de volgens NEN 2580 oppervlakte van een ruimte of groep van ruimten.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder c voor het vergroten van het maximum bebouwingsoppervlak tot maximaal 85%.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak met dien verstande dat de totale oppervlakte maximaal 250 m2 mag bedragen.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 en artikel 3.4.2 wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van meer dan één bedrijf.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.5.1 onder e voor het toestaan van niet-zelfstandige detailhandel, mits het maximum gebruiksoppervlak 1.800 m2 bedraagt.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.6.1, 3.6.2 en 3.6.3 wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarden dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 m.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, voorzieningen en overige (on)bebouwde gronden.
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 tot en met 5) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan het gemeentelijke parkeerbeleid, zoals opgenomen in de parkeernormennota Duiven die in werking getreden d.d. 3 februari 2018, of diens rechtsopvolger.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen is het oprichten van nieuwe geluidsgevoelig bebouwing uitgesloten.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.1.2 voor het bouwen van geluidsgevoelige gebouwen, niet zijnde woningen, overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmings-grenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Seingraaf, eerste partiële herziening.