direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Loostraat 2 te Loo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPLOO002-VS01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal 5 woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    twee-aaneen   twee-aan-eengebouwde woningen;  
    vrijstaand   één vrijstaande woning;  
    specifieke bouwaanduiding - splitsing   één vrijstaande woning;  
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. bescherming en instandhouding van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verkeer- en parkeervoorzieningen, tuinen en erven.

7.1.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 7.1.1 onder a is het:

  • a. ter plaatse van de aanduiding vrijstaand tevens toegestaan om twee woningen te realiseren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - splitsing om twee-aan-eengebouwde woningen realiseren;

met dien verstande dat het maximaal aantal woningen nooit meer dan 5 mag bedragen.

7.2 Bouwregels
7.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw ligt in de gevellijn voor zover een gevellijn is opgenomen;
  • c. goot en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte aangegeven goot- en bouwhoogte.
7.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. de maximale goothoogte binnen het bouwvlak 3 m bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte binnen het bouwvlak 6 m bedraagt;
  • c. bij de woning ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - gesplitst 1 is uitsluitend het bestaande aangebouwde bijgebouw toegestaan. Deze bepaling geldt niet in geval van één vrijstaande woning ter plaatse van de aanduidingen specifieke bouwaanduiding - gesplitst 1 en specifieke bouwaanduiding - gesplitst 2 gezamenlijk, zoals bedoeld in artikel 7.1.2 onder b.
7.2.3

Voor woningen ter plaatse van de aanduiding vrijstaand geldt dat de maximale oppervlakte, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen:

  • a. 280 m2 bedraagt in geval van één woning;
  • b. 140 m2 per woning bedraagt in geval van twee woningen zoals bedoeld in artikel 7.1.2 onder a.
7.2.4

Voor woningen ter plaatse van de aanduing twee-aaneen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een twee-aan-eengebouwde woning, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, bedraagt maximaal 265 m2;
  • b. de woonoppervlakte van twee-aan-eengebouwde woningen bedraagt, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mimimaal 100 m2.
7.2.5

Voor de woning ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - splitsing geld t dat de oppervlakte van de woning, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, maximaal 345 m2 bedraagt.

7.2.6

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 7.2.5 geldt, in het geval dat ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - splitsing twee-aan-eengebouwde worden gerealiseerd, dat de woonoppervlakte van een woning, inclusief het bestaande aangebouwde bijgebouw, mimimaal 100 m2bedraagt.

7.2.7

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m;
    waarbij geldt dat speeltoestellen zijn toegestaan tot 3 m.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden om gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.

7.4 Ontheffing van de gebruiksregels
7.4.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 45 m2;
  • b. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • c. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • d. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
7.4.2

Ontheffing als bedoeld in artikel 7.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • c. wordt aangetoond dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet worden aangetast.