direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Groessen, Leuvensestraat 19 en 21/21a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBUITENGEBIED004-VS01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. een recreatieve voorziening op de begane grond met op de verdieping(en) een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • c. aan huis verbonden beroepen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

6.2 Bouwregels
6.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen uitsluitend vrijstaande woningen gebouwd worden met een bebouwd oppervlak van maximaal 150 m2;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aanéén' mogen twee aanééngebouwde woningen gebouwd worden met een bebouwd oppervlak van maximaal 250 m2 voor de twee woningen samen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' mag een recreatieve voorziening met een bedrijfswoning worden gebouwd met een bebouwd oppervlak van maximaal 150 m2;
  • e. goothoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte, aangegeven goothoogte;
  • f. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte, aangegeven bouwhoogte.
6.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen of buiten het bouwvlak waarbij de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per (bedrijfs)woning maximaal bedraagt:
    • 1. 50 m2 voor aaneengebouwde woningen;
    • 2. 50 m2 voor een bedrijfswoning;
    • 3. 60 m2 voor vrijstaande woningen;
  • b. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • c. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' mogen geen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd.
6.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 2 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m;
  • c. waarbij geldt dat speeltoestellen zijn toegestaan tot 3 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 6.2.2 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal:
    • 1. 55 m2 voor aaneengebouwde woningen;
    • 2. 55 m2 voor een bedrijfswoning;
    • 3. 70 m2 voor vrijstaande woningen;
  • b. artikel 6.2.2 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de oppervlakten genoemd onder a vermeerderd met 20 m2, uitsluitend in verband met het gebruik van een aan- en uitbouw en/of bijgebouw als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits:
    • 1. advies is verkregen van een onafhankelijk deskundige;
    • 2. het aantal woningen niet toeneemt.
6.3.2

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 45 m2;
  • b. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • c. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • d. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
6.4.2

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.