direct naar inhoud van Artikel 4 Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)
Plan: Laad- en loswal Rotra
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL09004HBV-VA03

Artikel 4 Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering.

4.2 Bouwregels

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ten dienste staan van de bestemming, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doeleinden enkel mogen gebouwd, voor zover de belangen van de primaire doeleinden niet worden aangetast. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

4.3 Ontheffing van bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2 voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits hiertegen uit hoofde van de bescherming van de waterkering geen bezwaar bestaat; daartoe dient vooraf advies te zijn verkregen van de beheerder(s) van de rivier en de waterkering.

4.4 Aanlegvergunning
4.4.1

Het is verboden op de in lid 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van het profiel van de bodem en de dijken;
  • b. het aanleggen van leidingen en andere ondergrondse constructies.
4.4.2

Het in lid 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • b. betreffende het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • c. waarvoor een onherroepelijke vergunning is verkregen op basis van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken.
4.4.3

De in lid 4.4.1 genoemde aanlegvergunning wordt slechts verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij de beheerders van de waterkering en rivier.