Plan: | Goiberdingen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0216.BPGoiberdingen-OH01 |
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Goilberdingen" van de gemeente Culemborg;
de plankaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een gebied met eenzelfde bestemming;
een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, dat door zijn functie, constructie of afmetingen, als belangrijkste bouwwerk op een perceel is aan te merken;
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan een hoofdgebouw, zoals een huishoudelijke berg- en/of werkruimte en autobox;
de hoogte van de kruin van de dichtstbijzijnde weg, gemeten vanuit het midden van een bouwwerk;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte gelegen vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en kap of dakopbouw;
een (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een gebouw;
bij of op de weg behorende bouwwerken, zoals abri's, kiosken, banken, telefooncellen, toiletgebouwtjes, reclamezuilen en bloembakken; benzinepompen en/of servicestations zijn hieronder niet begrepen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
een wagen die (nagenoeg) voortdurend dient voor bewoning;
een beroep dat binnen de woonfunctie in ruimere zin kan worden uitgeoefend, zoals de administratieve dienstverlening, (para )medische beroepen, advisering, ontwerp, commerciële dienstverlening en kleine ambachten, een en ander blijkend uit de (bouwkundige) verwevenheid van de woonruim te(n) en de ruimte(n) welke voor de uitoefening van het betreffende beroep zijn ingericht;
bedrijven vallend onder het Besluit Categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder (Staatsblad 1981, 671 alsmede Staatsblad 1985, 551);
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van bedrijfs- of beroepsactiviteiten.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);
vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend;
vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen, en boven peil;
binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor de activiteiten ten behoeve waarvan de oppervlakte is bepaald.
Op openbaar terrein wordt voor ten hoogste 0,4 parkeerplaats per woning ruimte gereserveerd;
De op de plankaart voor "Wonen" aangewezen gronden zijn hoofdzakelijk bestemd voor;
Daarnaast zijn de gronden medebestemd voor:
Op welke wijze de in het eerste lid aangegeven doeleinden worden nagestreefd, wordt in hoofdlijnen als volgt omschreven:
De situering van de niet-woonfuncties, zoals bedoeld in het eerste lid onder c. en d. dient de stedebouwkundige structuur van het woongebied te ondersteunen.
Om dit te bereiken dient de situering daarvan tot de volgende locaties beperkt te blijven:
Op deze gronden mogen met inachtneming van het bepaalde in lid 2, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid l genoemde doeleinden, onder de volgende voorwaarden:
De op de plankaart voor "Wonen en werken" aangewezen gronden zijn hoofdzakelijk bestemd voor:
Daarnaast zijn de gronden medebestemd voor:
Op welke wijze de in het eerste lid aangegeven doeleinden worden nagestreefd wordt in hoofdlijnen als "Volgt omschreven.
Op deze gronden mogen met inachtneming van het bepaalde in lid 2, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 1 genoemde doeleinden, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3 sub a voor een percentage van 80, mits de opslag en het parkeren op eigen terrein worden opgelost, met dien verstande, dat deze vrijstelling niet geldt voor woningen.
Als een verboden gebruik als bedoeld in artikel 10 eerste lid van deze voorschriften wordt in ieder geval aangemerkt het opslaan van produkten en goederen die niet in bebouwing plaatsvindt, indien deze wijze van opslag vanaf een openbare weg of vanuit het aangrenzende woongebied zichtbaar is.
De op de plankaart voor "Agrarisch-recreatieve doeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op welke wijze de in het eerste lid aangegeven doeleinden worden nagestreefd, wordt in hoofdlijnen als volgt omschreven:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 2, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 1 genoemde doeleinden, onder de volgende voorwaarden:
De op de plankaart voor "Wegen, singels en lanen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op welke wijze de in het eerste lid aangegeven doeleinden worden nagestreefd, wordt in hoofdlijnen als volgt beschreven:
Op deze gronden mogen met inachtneming van het bepaalde in lid 2, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in lid 1 genoemde doeleinden, alsmede straatmeubilair, en gebouwen ten behoeve van nutsdoeleinden waarvan de hoogte niet meer dan 4m en de oppervlakte niet meer dan 30m2 mag zijn.
De op de plankaart voor "Spoorwegdoeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in lid l genoemde doeleinden.
De op de plankaart voor "Primair waterkering" aangewezen gronden zijn op de eerste plaats bestemd voor de waterkering, de waterhuishouding en de geleiding van het verkeer te water en secundair voor agrarisch-recreatieve doeleinden.
Onverminderd het bepaalde in het Gelders Waterschapsreglement mogen, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de primaire functie worden gebouwd, alsmede, mits de beheerder van de waterkering tevoren is gehoord omtrent de gevolgen voor de waterkering, van de secundaire functie.
Binnen het gebied van deze bestemming zijn alle andere bestemmingen hieraan ondergeschikt. Bebouwing ten behoeve van een onderliggende bestemming is toegestaan, gehoord de beheerder van de waterkering, mits de belangen van de bestemming “Primair waterkering” daardoor niet in onevenredige mate worden geschaad en met inachtneming van de desbetreffende bepalingen.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen van het plan;
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid nemen Burgemeester en wethouders de onderstaande procedureregels in acht:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met in achtneming van het bepaalde in artikel 12 van de voorschriften het plan wijzigen voor wat betreft:
Bescherming straalverbindingstrajecten.
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van ter-inzage-legging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, danwel is of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, en dat afwijkt van het in dit plan - behoudens in dit artikel - bepaalde ten aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing, mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar hun aard niet worden vergroot en behoudens onteigening:
Overtreding van het bepaalde in artikel 10 lid 1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als "Bestemmingsplan Goilberdingen"