direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0216.BPBuitengebied-VG02

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 Algemeen

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gastransportleiding;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

20.1.2 Voorrangsregeling

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Binnen deze dubbelbestemming zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende dubbelbestemming of hoofdbestemming toe te staan, mits:

  • a. de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringenstrook gelegen buisleiding niet wordt geschaad;
  • b. er geen kwetsbaar object wordt toegelaten;
  • c. hiertoe door het bevoegd gezag advies wordt ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
20.4 Specifieke gebruiksregels

De bestaande druk en diameter van de gastransportleiding mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat daardoor de wettelijke risicocontour (PR 10-6 contour) komt te liggen buiten deze leiding.

20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5.1 Omgevingsvergunningsplichtige activiteiten

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. graafwerkzaamheden;
  • c. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • e. het rooien van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • g. diepploegen;
  • h. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
  • i. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
20.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 20.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
20.5.3 Verlening

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 20.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringenstrook gelegen buisleiding niet wordt geschaad;
  • b. er geen kwetsbaar object wordt toegelaten;
  • c. hiertoe door het bevoegd gezag advies wordt ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.