direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0216.BPBuitengebied-VG02

Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatievoorzieningen;
  • b. ondersteunende horeca;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding ten behoeve van de waterhuishoudkundige situatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven en overeenkomstig de in 12.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

12.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:

a Terreinen voor verblijfsrecreatievoorzieningen

Ter plaatse van de onderstaande aanduiding is uitsluitend de bij die aanduiding beschreven activiteit toegestaan:

Afkort ing   Aanduiding   Aard van de activiteit   Adres  
(sr-1)   specifieke vorm van recreatie - 1   Recreatiepark Parc Beaugarde   Rietveldseweg 21a  

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
  • a. Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
  • b. Binnen een afstand van 5 m van de bestemmingsgrens is het oprichten van bouwwerken niet toegestaan.
12.2.2 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan de bestaande bebouwde oppervlakte.

12.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9 m, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze hoger is.
12.2.4 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. per bestemmingsvlak is een bedrijfswoning toegestaan en maximaal één per bestemmingsvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. 8 m voor niet-ingebouwde bedrijfswoningen;
    • 2. 9 m voor ingebouwde bedrijfswoningen;
    • 3. de bestaande bouwhoogte, indien deze hoger is dan genoemd onder 1 en 2.
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 700 m3, met dien verstande dat een bestaande grotere inhoud als maximum geldt.
12.2.5 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 5 m.
12.2.6 Herbouw bedrijfswoning

Herbouw van een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 12.2.4.

12.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het dichtst bij de openbare weg gelegen gebouw niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 8 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ten aanzien van de situering van de gebouwen nadere eisen te stellen ten behoeve van behoud van stedenbouwkundige kwaliteit en verkeersveiligheid, voorzover deze gebouwen worden gebouwd binnen een afstand van:

  • a. 30 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg;
  • b. 20 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg' aangeduide weg.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Omgevingsvergunning verplaatsing van de bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.6 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de nieuwe locatie is in ruimtelijk, stedenbouwkundig, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht aanvaardbaar;
  • b. er wordt een reële zekerheid verschaft dat de oude woning wordt afgebroken;
  • c. er wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • d. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. woondoeleinden, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen.