direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Maurik, De Slaag
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.MAUBP20100003-vi01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewoning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal maatschappelijke voorziening', tevens op de begane grond sociaal - maatschappelijke voorzieningen, zoals een consultatiebureau en thuiszorg;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeervoorziening', per woning minimaal één parkeervoorziening op eigen terrein;

daarbij behorende doeleinden:

  • d. tuinen en erven;
  • e. voet- en fietspaden;
  • f. brandgangen;
  • g. parkeervoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op gronden met de bestemming “Wonen” mogen uitsluitend worden gebouwd, met in achtneming van het bepaalde in lid 7.1 sub c:

  • a. woningen;
  • b. bij de woningen bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. ruimten voor een aan huis gebonden beroep en/of een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie over ten minste 70% van de totale inhoud van de gebouwen op het betreffende bouwperceel gehandhaafd blijft.

7.2.2 Bouwvlak

Gebouwen dienen binnen een bouwvlak gebouwd te worden.

7.2.3 Hoogte- en afstandsmaten

Voor het bouwen van de in lid 7.2.1 sub a genoemde woningen (i.c. hoofdgebouwen) gelden de bepalingen zoals deze in de onderstaande tabel zijn opgenomen, met in achtneming van het bepaalde in lid 7.1 sub c.

ter plaatse van de aanduiding:   toegestane bouwvorm:   bouwhoogte.
Max. meter  
goothoogte.
Max. meter  
afstand van
hoofdgebouw
tot zijdelingse
perceelgrens
(zie ook lid
7.2.4).
Min. meter  
gs   gestapeld   zoals aangegeven op de verbeelding   zoals aangegeven op de verbeelding   3 meter  
aeg   aaneengebouwd   zoals aangegeven op de verbeelding   zoals aangegeven op de verbeelding   3 meter  
tae   twee-aaneen   zoals aangegeven op de verbeelding   zoals aangegeven op de verbeelding   3 meter  
vrij   vrijstaand   zoals aangegeven op de verbeelding   zoals aangegeven op de verbeelding   3 meter  

7.2.4 Uitzondering afstand zijdelingse perceelsgrens

Niet van toepassing is het gestelde in lid 7.2.3 ten aanzien van de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens indien:

  • a. het betreft een gemeenschappelijke perceelsgrens tussen woningen die aan elkaar mogen worden gebouwd;
  • b. het betreft een zijdelingse perceelsgrens die samenvalt met de bouwgrens;
  • c. op de verbeelding de bouwgrens is aangegeven op minder dan 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens.

7.2.5 Diepte hoofdgebouw

Ter plaatse van de aanduidingen' aaneengebouwd', 'twee-aaneen' en 'vrijstaand' mag, met inachtneming van het bepaalde in lid 7.1 sub c, de horizontale diepte van een hoofdgebouw niet meer bedragen dan 10 meter.

7.2.6 Bebouwingspercentage

Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

7.2.7 Aantal woningen

Met in achtneming van het bepaalde in lid 7.1 sub c mag het aantal woningen in het plangebied niet meer bedragen dan 105.

7.2.8 Voorgevel

De voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd in de aanduiding 'gevellijn'.

7.2.9 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in lid 7.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden, met inachtneming van het bepaalde in lid 7.2.6 en 7.1 sub c de volgende bepalingen:

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', mogen geen bijbehorende bouwwerken gebouwd worden.
  • b. Het gezamenlijk bebouwd oppervlak van alle bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:

Oppervlakte bouwperceel   Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken  
tussen 0 m² en 150 m²   0 m²  
150 m² en groter   20 m²  

met dien verstande dat:

    • 1. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw', niet bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken wordt meegenomen;
    • 2. het bij het oorspronkelijk hoofdgebouw behorende achtererfgebied als gevolg van het bijbehorende bouwwerk voor niet meer dan 50% bebouwd.
  • c. Bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 1 meter achter de voorgevellijn te worden gebouwd.
  • d. Het aantal vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3.
  • e. Indien de afstand tot de perceelgrens meer bedraagt dan 1,5 meter, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 meter.
  • f. Indien de afstand tot de perceelgrens minder bedraagt dan 1,5 meter, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 meter.
  • g. Indien de afstand tot de perceelgrens meer bedraagt dan 1,5 meter, mag de goothoogte niet meer bedragen dan 3 meter.
  • h. Indien de afstand tot de perceelgrens minder bedraagt dan 1,5 meter, mag de goothoogte niet meer bedragen dan 3 meter.
  • i. Indien het een bijbehorend bouwwerk aan een hoofdgebouw betreft is het gestelde in sub c en e niet van toepassing en mag de goothoogte niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 meter en de bouwhoogte niet meer dan de tweede bouwlaag plus 0,30 meter.

7.2.10 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 7.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen met in achtneming van het bepaalde in lid 7.1 sub c:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevels dan wel het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 meter.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels dan wel het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 2 meter, mits deze op minimaal 1 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub c.
  • c. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijn mag niet meer bedragen dan 3 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', daarvoor geldt het bepaalde in sub b.
  • d. De bouwhoogte van pergola's mag niet meer bedragen dan 2,5 meter.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de bestemming “Wonen” wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel;
  • c. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • d. kamerbewoning.

7.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het maximum aantal woningen te vermeerderen met 10, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. De woningen dienen gerealiseerd te worden binnen de bouwvlakken;
  • b. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • c. De wijziging dient stedenbouwkundig inpasbaar te zijn;
  • d. De wijziging dient vanuit het oogpunt van de volkshuisvesting toelaatbaar te worden geacht;
  • e. Aan de parkeernormen dient te worden voldaan;
  • f. De wijziging dient milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;
  • g. De wijziging dient hydrologisch neutraal te zijn;
  • h. Er dient zoveel mogelijk aangesloten te worden bij het bepaalde in artikel 7.