De op de verbeelding voor "Recreatie - Recreatief Uiterwaardgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
extensief dagrecreatief gebruik en bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen natuur- en landschapsbeleving, wandelen, spelen, verpozen, picknicken en het sportvissen;
instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling van de natuurwaarden en de landschappelijke waarden die eigen zijn aan een natuurlijk uiterwaardgebied;
grondgebonden agrarische productie;
watergangen en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
6.2 Bouwregels
Op de gronden met de bestemming "Recreatie - Recreatief Uiterwaardgebied" mogen uitsluitend worden gebouwd:
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals terreinafscheidingen, verwijsborden, informatiepanelen, speelvoorzieningen, artistieke kunstwerken, picknickvoorzieningen, zitbanken en afvalbakken ten behoeve van de dagrecreatie;
voorzieningen ten behoeve van een visstek.
Bij de bouw van de in artikel 6 lid 1 sub 1 bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
de oppervlakte mag voor zover het betreft de in artikel 6 lid 2 sub 1 onder a bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 10 m2;
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de bestemming "Recreatie - Recreatief Uiterwaardgebied" de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
werken en werkzaamheden die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van grond, puin of afvalmaterialen, voor zover deze van elders zijn aangevoerd;
het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voor zover dit niet betreft de verzorging van de aanwezige houtopstanden;
het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
het aanbrengen van oppervlakte verhardingen;
het graven, verbreden, verdiepen of dempen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen.
werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
werken en werkzaamheden, voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een vergunning is verleend ingevolge de Ontgrondingenwet;
werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken;
werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door Burgemeester en Wethouders is medegedeeld dat deze wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6 lid 3 sub 1 kan slechts worden verleend als:
uit een nader onderzoek is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe en indirecte gevolgen, de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot herstel of ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden aangetast;
gehoord de betrokken rivierbeheerder is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe en indirecte gevolgen, geen strijdigheid ontstaat met de Beleidslijn Grote Rivieren.