direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Kom Kerk-Avezaath
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.KERBP20100001-vg01

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewoning en daarbij behorende doeleinden;
  • b. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "detailhandel", en met dien verstande dat de vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”, tevens voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden behorend bij de aan de omgeving eigen situering van de bebouwing en de aan de omgeving eigen perceelindeling, waarbij onder cultuurhistorische waarde wordt verstaan: de aan een bouwwerk, een werk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk, dat werk of dat gebied heeft gemaakt.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Toegestane bebouwing

Op gronden met de bestemming “Wonen” mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen;
  • b. bij de woningen behorende bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. ruimten voor een aan huis gebonden beroep en/of een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie over tenminste 70% van de totale inhoud van de gebouwen op het betreffende bouwperceel gehandhaafd blijft.
12.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub a genoemde woningen (i.c. hoofdgebouwen) gelden de bepalingen zoals deze in de onderstaande tabel zijn opgenomen, met dien verstande dat, indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.

Ter plaatse van de aanduiding   Toegestane bouwvorm   Bouwhoogte   Goothoogte   Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens (zie ook 12.2.3 en 12.2.4)  
specifieke bouwaanduiding - ahr   twee-aaneen of aaneengebouwd   7   3   3  
specifieke bouwaanduiding - ar   aaneengebouwd   7   3   3  
specifieke bouwaanduiding - av   vrijstaand   7   3   3  
specifieke bouwaanduiding - avh   vrijstaand of twee-aaneen   7   3   3  
specifieke bouwaanduiding - bhr   twee-aaneen of aaneengebouwd   8   4   3  
specifieke bouwaanduiding - bv   vrijstaand   8   4   3  
specifieke bouwaanduiding - cg3   gestapeld   9   6   3  
specifieke bouwaanduiding - chr3   twee-aaneen of aaneengebouwd   9   6   3  
specifieke bouwaanduiding - cr3   aaneengebouwd   9   6   3  
specifieke bouwaanduiding - cv   vrijstaand   9   5   3  
specifieke bouwaanduiding - cv3   vrijstaand   9   6   3  
specifieke bouwaanduiding - cvh   vrijstaand of twee-aaneen   9   5   3  
specifieke bouwaanduiding - cvh1   vrijstaand of twee-aaneen   9   3   3  
specifieke bouwaanduiding - cvh3   vrijstaand of twee-aaneen   9   6   3  
specifieke bouwaanduiding - dv   vrijstaand   12   6   3  

12.2.3 Uitzondering afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

Niet van toepassing is het gestelde in lid 12.2.2 ten aanzien van de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens indien het betreft een gemeenschappelijke perceelsgrens tussen woningen die aan elkaar mogen worden gebouwd.

12.2.4 Bestaande afstand zijdelingse perceelsgrens

De afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag minder bedragen dan in lid 12.2.2 genoemd, indien de bestaande afstand geringer is, met dien verstande dat in dat geval de afstand niet minder mag bedragen dan de bestaande afstand.

12.2.5 Horizontale bouwdiepte

De horizontale bouwdiepte van een woning mag niet meer bedragen dan 15 m, met dien verstande dat, indien de bestaande bouwdiepte meer bedraagt, de bestaande bouwdiepte maatgevend is.

12.2.6 Bebouwingspercentage

Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub a, b en d genoemde bouwwerken mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan 60%, met dien verstande dat, voor zover een aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven.

12.2.7 Maximum aantal woningen

Het aantal woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal, met dien verstande dat, voor zover een aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is opgenomen, het aantal woningen ter plaatse van deze aanduiding niet meer mag bedragen dan is aangegeven.

12.2.8 Bijgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub b genoemde bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m², met dien verstande dat, ter plaatse van de aanduiding “maximale oppervlakte bijgebouwen (m²)”, de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven;
  • b. het aantal vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. bijgebouwen dienen tenminste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. indien het een aangebouwd bijgebouw aan een hoofdgebouw betreft is het gestelde in sub e niet van toepassing en mag de goothoogte niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m.
12.2.9 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel(s) dan wel het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m, met uitzondering van toegangspoorten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,5 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) dan wel het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 2 m, mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van pergola's mag niet meer bedragen dan 2,50 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de bestemming “Wonen” wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van een webwinkel.
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
12.4.1 Bedrijf- en beroep aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”, teneinde een aan huis verbonden beroep of bedrijf, atelier-, opslag- en stallingsruimte en ruimten voor ambachtelijke- en detailhandelsdoeleinden mogelijk te maken, met dien verstande dat:

  • a. de wijziging geschiedt door het betreffende bouwvlak tevens aan te wijzen voor de betreffende functie(s);
  • b. slechts tot wijziging wordt overgaan indien, voor zover het betreft een aan huis verbonden beroep of bedrijf, de woonfunctie over tenminste 40% van de totale inhoud der gebouwen op het betreffende bouwvlak gehandhaafd blijft en, voor zover het betreft atelier-, opslag- en stallingsruimte en ruimten voor ambachtelijke- en detailhandelsdoeleinden, de woonfunctie over tenminste 70% van de totale inhoud der gebouwen op het betreffende bouwvlak gehandhaafd blijft;
  • c. bij de wijziging aard en omvang van de betrokken nevenactiviteit nader worden aangeduid;
  • d. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat het parkeren ten behoeve van de betreffende activiteit op eigen terrein dient plaats te vinden;
  • e. behoudens in- en uitladen, geen activiteiten op het open erf en/of in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
  • f. op het bij de betreffende woning behorende open erf geen uitstalling of buitenopslag van goederen ten behoeve van de betreffende activiteit mag plaatsvinden;
  • g. de betreffende activiteit door haar aard en visuele aspecten, zoals reclameuitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantast;
  • h. voor zover het betreft detailhandelsdoeleinden, deze uitsluitend zijn toegestaan als een ondergeschikte nevenactiviteit bij een overigens volgens dit lid toegestane activiteit;
  • i. voor zover het betreft ambachtelijke doeleinden, deze activiteit behoort tot een bedrijf, dat in vergelijking met bedrijven die in de tot het plan behorende “Staat van bedrijfsactiviteiten” tot categorie 1 of 2 behoren, niet in meerdere mate een blijvend onevenredige afbreuk doet aan het woon- of leefmilieu;
  • j. op het in sub a bedoelde bouwvlak, onverminderd de volgens dit artikel overigens mogelijke bouwwerken, tevens ruimten gebouwd mogen worden voor de in sub a bedoelde functies;
  • k. bij de bouw van de in sub i bedoelde ruimten de overige bepalingen van dit artikel onverkort in acht genomen moeten worden.