Plan: | Kom Ingen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0214.INGBP20100002-vg01 |
De Gelderse molenverordening is door Provinciale Staten van Gelderland op 14 september 1988 vastgesteld. De verordening is voor het laatst gewijzigd op 13 december 1995 en in werking getreden op 12 januari 1996. In deze verordening wordt de bescherming van de molen geregeld. Deze verordening beschermt naast functionerende molens ook molenrestanten.
In het plangebied komt 1 molen voor: Korenmolen 'Op Hoop van Beter'. De molen is een rijksmonument. 'Op Hoop van Beter' (Kerkpad 7) is een ronde stenen stellingmolen uit 1893. De stellinghoogte bedraagt 8,4 m en de vlucht is 23,2 m. De molenbiotoop is goed. Dit betekent dat:
De molenbiotoop heeft betrekking op de hele omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van die molen als maalwerktuig én als monument. Naast windvang dient dan ook te worden gelet op de belevingswaarde van de molen. Gebouwen en bomen kunnen de molenbiotoop aantasten. Bomen en boomgroepen veroorzaken een extra nadeel voor de windvang, omdat zij met hun bladerkroon de wind enige tijd vasthouden, waardoor er grotere turbulentie optreedt en de wind met grotere kracht en met vlagen op de molen afkomt. Molenaars vrezen dit 'hollen en stilstaan' verschijnsel.
Er is een formule ontwikkeld om te bepalen hoe hoog een obstakel mag zijn op een bepaalde afstand van een molen zonder te veel windbelemmering te veroorzaken. Deze biotoopformule luidt als volgt:
Hx = x/n + c x z
Waarin:
H = hoogte obstakel
x = afstand obstakel tot molen
n = 140 voor open gebied, 75 voor ruw gebied, 50 voor gesloten gebied
c = constante = 0,2
z = askophoogte (helft van lengte gevlucht + eventuele stelling)
Wanneer de omgeving van de beschouwde molen voldoet aan de eisen uit de formule is er sprake van een toelaatbare situatie. Voor het plangebied wordt uitgegaan van een gesloten gebied (n = 50) gezien de bebouwing in de kern.
Ter plaatse van de aanduidingen "vrijwaringszone - molenbiotoop 220 m" en "vrijwaringszone - molenbiotoop 446 m" op de verbeelding gelden, aanvullend op de voor deze gronden aangegeven bestemmingen, nadere regels voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van de waarde als landschapsbepalend element.
Bij de bouw van bouwwerken op gronden ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 220 m" en "vrijwaringszone - molenbiotoop 446 m" gelden de volgende regels:
Omdat er op basis van dit bestemmingsplan geen uitbreiding plaatsvindt van de planologische mogelijkheden voor bouwen, heeft dit bestemmingsplan geen extra invloed op de molenbiotoop in vergelijking met de bestaande planologische situatie. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheden (wijziging planologische situatie) dient rekening gehouden te worden met de molenbiotoop.