direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene wijzigingsregels
Plan: Kom Ingen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.INGBP20100002-vg01

Artikel 25 Algemene wijzigingsregels

25.1 Archeologische waarden
25.1.1 Verwijderen dubbelbestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied historische kern", waarbij de bestemming geheel of gedeeltelijk vervalt indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betreffende gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

25.1.2 Toevoegen dubbelbestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen waarbij gronden alsnog worden bestemd tot "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied historische kern", indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

25.2 Nieuwe woningen
25.2.1 wro-zone - wijzigingsgebied 1 (multifunctioneel verenigingsgebouw)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van een multifunctioneel verenigingsgebouw, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen en waarbij rekening wordt gehouden met de beschermingzone van de A-watergang;
  • c. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 6 m en geen hogere bouwhoogte dan 8,4 m zal worden opgenomen;
  • d. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • e. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
25.2.2 wro-zone - wijzigingsgebied 2 (Kerkpad)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 2”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van één vrijstaande woning, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • c. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 3 m en geen hogere bouwhoogte dan 7 m zal worden opgenomen;
  • d. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • e. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • f. de ontsluiting van het perceel mag geen belemmering opleveren voor de hulpdiensten;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
25.2.3 wro-zone - wijzigingsgebied 3 (Brei / Fruithof 1)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van één vrijstaande woning, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste één parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen. Het voorgaande houdt in dat in ieder geval rekening wordt gehouden met de karakteristieke uitstraling van het pand aan de Gang 2;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 6 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen, danwel de maximaal toegestane bouwhoogte op basis van de molenbiotoopformule;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
25.2.4 wro-zone - wijzigingsgebied 4 (Molenhof)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 4”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van drie woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling, de richting van het hoofdgebouw en de herinrichting van de openbare ruimte dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen terrein, of in openbaar gebied, voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 6 m en geen hogere bouwhoogte dan 8,4 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
25.2.5 wro-zone - wijzigingsgebied 5 (Woudstraat 11)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 5”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van maximaal twee vrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling, de richting van het hoofdgebouw en de herinrichting van de openbare ruimte dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving, met betrekking tot het voorgaande geldt dat de kavelbreedte niet minder mag bedragen dan 15 m;
  • b. op eigen terrein, of in openbaar gebied, voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 3 m en geen hogere bouwhoogte dan 7 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, spuitzone van gewasbeschermingsmiddelen, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
25.3 Nutsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen waarbij gronden worden bestemd voor de bouw van bouwwerken voor verdeel-, regel- en transformatorruimten, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • b. de inhoud niet meer dan 150 m³ mag bedragen.