direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
Plan: Kom Eck en Wiel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.ECKBP20100001-vg01

Artikel 23 Algemene wijzigingsregels

23.1 Archeologische waarden
23.1.1 Verwijderen dubbelbestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied historische kern", waarbij de bestemming geheel of gedeeltelijk vervalt indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betreffende gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

23.1.2 Toevoegen dubbelbestemming

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen waarbij gronden alsnog worden bestemd tot "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied historische kern", indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

23.2 Nieuwe woningen
23.2.1 wro-zone - wijzigingsgebied 1 (Prinses Beatrixstraat 23)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van maximaal 2 vrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van de hoofdgebouwen dienen te passen bij het van oorsprong aanwezige cultuurhistorische karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 5 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.2.2 wro-zone - wijzigingsgebied 2 (Spireastraat)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 2”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van één vrijstaande woning, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 3 m en geen hogere bouwhoogte dan 7 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.2.3 wro-zone - wijzigingsgebied 4 (Prinses Beatrixstraat 31a)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 4”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van 2 halfvrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van de hoofdgebouwen dienen te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 5 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.2.4 wro-zone - wijzigingsgebied 5a (Prinses Beatrixstraat/ Burgemeester Verbrughweg)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 5a”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van één vrijstaande woning, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 6 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.2.5 wro-zone - wijzigingsgebied 5b (Burgemeester Verbrughweg)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 5b”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van 2 halfvrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van de hoofdgebouwen dienen te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat geen hogere goothoogte dan 5 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.2.6 wro-zone - wijzigingsgebied 6 (Prinses Beatrixstraat)

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 6”, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten behoeve van de bouw van 2 halfvrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. de kavelindeling en richting van het hoofdgebouw dient te passen bij het van oorsprong aanwezige karakter van de omgeving;
  • b. op eigen erf voorzien wordt in tenminste 1 parkeerplaats per woning;
  • c. in het wijzigingsplan een bouwvlak wordt aangegeven, waarbij een verantwoorde ruimtelijke samenhang met de naastgelegen percelen in acht wordt genomen;
  • d. in het wijzigingsplan, voor zover noodzakelijk, nadere voorschriften zullen worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen in dit plan, met dien verstande dat voor de voorzijde van de woning geen hogere goothoogte dan 3 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m zal worden opgenomen, en voor de achterzijde van de woning geen grotere goothoogte dan 6 m en geen hogere bouwhoogte dan 9 m;
  • e. van deze bevoegdheid slechts gebruik gemaakt wordt indien aannemelijk is dat de te bouwen woningen rechtstreeks voorzien in de plaatsgebonden woningbehoefte, en de planwijziging betrekking heeft op een bouwinitiatief dat past binnen de prioriteiten van het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • f. in het wijzigingsplan inzicht wordt gegeven in de uitkomsten van onderzoek naar bodemverontreiniging, archeologische waarden, natuur en landschap, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en regenwaterretentie en is gebleken dat de betreffende belangen in voldoende mate zijn verzekerd;
  • g. de woning mag geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • h. van de wijzigingsbevoegdheid slechts gebruik gemaakt kan worden indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken ten aanzien van de financieel- economische uitvoerbaarheid zijn gemaakt of een exploitatieplan is vastgesteld.
23.3 Nutsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen waarbij gronden worden bestemd voor de bouw van bouwwerken voor verdeel-, regel- en transformatorruimten, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • b. de inhoud niet meer dan 150 m³ mag bedragen.