direct naar inhoud van 4.5 Radarverstoringsgebied
Plan: Kom Eck en Wiel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.ECKBP20100001-on01

4.5 Radarverstoringsgebied

Het Rijk heeft in de Planologische Kernbeslissing Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2), gewezen op dit zogenoemde indirecte ruimtebeslag van militaire activiteiten.

In het SMT2 is gesteld dat van decentrale overheden wordt verwacht dat zij bij de opstelling van structuurvisies en bestemmingsplannen rekening houden met het indirecte ruimtebeslag. Voor de maximaal toelaatbare verstoring van de radar heeft de Koninklijke Luchtmacht operationele normen vastgesteld. Obstakels die in een bepaalde richting meer dan 10% vermindering van het radarbereik tot gevolg hebben, worden niet aanvaardbaar geacht. Het directe gevolg van een overschrijding van deze norm is, dat vliegverkeer op een bepaalde afstand in de betreffende richting niet meer tijdig kan worden waargenomen. Hierdoor worden de twee belangrijke functies van de radarinstallaties geschaad. Het betreft:

  • a. De luchtverkeersleidingstaak: bij onvoldoende zicht op het civiele en militaire vliegverkeer kan de vereiste vliegveiligheid niet worden gewaar-borgd;
  • b. De luchtverdedigingstaak: door verminderd radarbereik kan niet tijdig worden gereageerd, indien ongeïdentificeerde vliegtuigen het Nederlandse luchtruim binnenkomen.

Op basis van de in afgelopen jaren verkregen ervaringsgegevens is het noodzakelijk om voor ieder nieuw te bouwen obstakel (windturbine, ander bouwwerk of gebouw) - dat hoger is dan 45 m boven maaiveldhoogte ter plaatse van de radar van Soesterberg en binnen een afstand van 15 nautische mijlen (circa 28 km) - een radarverstoringsonderzoek uit te voeren. De maaiveldhoogte ter plaatse van de radar van Soesterberg is 27 m + NAP. Als hierbij wordt op-geteld de toetsingshoogte van 45 m dan komt dit op 72 m + NAP. Bouwwerken die hier bovenuit komen dienen te worden beoordeeld op hun radarverstoringsinvloed. Een radarverstoringsonderzoek wordt in opdracht van de Koninklijke Luchtmacht uitgevoerd door TNO. Op basis van de resultaten van het onderzoek kan dan vervolgens door middel van een toetsing aan de genoemde normstelling worden bepaald of de bouw van het obstakel al dan niet toelaatbaar is.

De regels in het bestemmingsplan maken geen enkel bouwwerk binnen de maatgevende afstand van 15 nautische mijlen mogelijk dat hoger mag worden dan "de NAP-hoogte van de radar te Soesterberg plus 45 m". De maximaal toelaatbare hoogte van bouwwerken binnen het plangebied varieert en be-draagt over het algemeen niet meer dan 15 m. Alleen de zend en ont-vangstmasten zijn hoger doch nergens hoger dan 45 m. Daarom hoeven in het bestemmingsplan geen bepalingen te worden opgenomen.