Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Buitengebied, Provincaleweg 1. Lienden
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIPB20100004-on01

Artikel 1 Begrippen

plan
het bestemmingsplan “Buitengebied, Provincialeweg 1, Lienden” van de gemeente Buren;
 
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planbestanden als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0214.BUIPB2010004-on01;
 
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
 
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
 
aanlegvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 3.16 van de Wet ruimtelijke ordening;
 
achtergevel
de gevel van de tegenoverliggende zijde van de voorgevel van een gebouw;
 
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen waaronder boomteelt en/of het houden van dieren;
 
grondgebonden agrarische productie
de agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de open lucht;
 
glastuinbouw
een vorm van niet-grondgebonden agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten, door middel van het telen van gewassen, plaatsvindt in kassen en/of in permanente kunststoftunnels;
agrarisch gebruik
het gebruik van gronden en/of gebouwen voor het telen van gewassen of het houden van dieren;
 
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
 
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende waardevolle resten of de aanwezigheid van een bodemarchief met daarin sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, welke zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
 
assimilatieverlichting
kunstmatige belichting van gewassen, gericht op de beinvloeding van het groeiproces van de gewassen, waarvan het geinstalleerde elektrische vermogen op enig moment meer bedraagt dan 20 W/m2;
 
bebouwd oppervlak
het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter;
 
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
 
bebouwingspercentage
een in de planregels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
 
bedrijfsgebouw
een gebouw c.q. bouwwerk dat dient voor de uitoefening van een of meerdere bedrijfsactiviteiten;
 
bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een bestemmingsvlak, die uitsluitend is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het bestemmingsvlak, noodzakelijk is;
 
bestaand
onder bestaand wordt verstaan:
  1. bij bebouwing: bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften;
  2. bij gebruik: gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, legaal bestond;
 
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
 
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
 
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw;
 
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
 
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
 
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
 
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
 
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
 
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
containerteelt
het kweken van planten/bomen in potten op een gesloten bed-ondergrond of een open bed ondergrond met drainage;
 
dak
iedere bovenbeeindiging van een gebouw;
 
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
 
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
 
dubbelbestemming
een bestemming die doeleinden omschrijft waarvoor gronden, die reeds voor een andere bestemming zijn aangewezen, tevens zijn bestemd;
 
erf- en tuinafscheiding
een bouwwerk dat dient ter afscheiding van een erf of terrein;
 
functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan zijn toegestaan;
 
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
 
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
 
hoofdfunctie
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bedoeld zijn;
 
hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, aan te merken is als zijnde het belangrijkste bouwwerk;
 
kampeermiddel
een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, stacaravan of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die zijn bestemd voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers het hoofdverblijf elders hebben;
 
kas
een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van glas, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
 
kunststof tunnel
een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
 
monument
een bouwwerk of een werk dat van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde en dat als zodanig is opgenomen in de lijst van beschermde monumenten van rijk of gemeente, waardoor op het desbetreffende bouwwerk of werk de Monumentenwet, respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing is;
 
natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de hydrologie en door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk, als in onderlinge samenhang;
 
 nevenfunctie/nevenactiviteit
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de in het plan toegestane hoofdfunctie op een bestemming;
 
neventak
een ander gebruik dan het bestaande gebruik, waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan;
 
normaal onderhoud
werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
 
nutsvoorziening
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemanningsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
 
ontheffing
een vrijstelling als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);
 
opslag
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
 
overkapping
een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdekking van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
 
paardenbak
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen al dan niet te voorzien van een omheining;
 
peil
voor bouwwerken die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang; in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld; indien in of op water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
 
perceelsgrens
een kadastrale grens van een perceel;
 
teeltondersteunende voorziening
voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt voor: verbetering van de productie door teeltvervroeging, teeltverlating, terugdringing van onkruidgroei en vraatschade; verbetering van de arbeidsomstandigheden door gewassenverhoogd te telen; voor het bereiken van positieve effecten op milieu en water
door bodembescherming, terugdringing, onkruidbestrijding en effectief omgaan met water;
 
permanente teeltondersteunende voorziening
teeltondersteunende voorzieningen die langer dan 5 maanden worden gebruikt, zoals bakken op stellingen, regenkappen en containervelden;
 
tijdelijke teeltondersteunende voorziening
teeltondersteunende voorziening, die maximaal 5 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 0,5 meter, hagelnetten, wandelkappen en schaduwhallen;tunnel- en boogkas verankerde en menstoegankelijke kassen met een tijdelijk karakter, behorende bij een teeltbedrijf ter teeltondersteuning;
 
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
 
uitbreiding agrarisch bedrijf
het vergroten van een bestaand agrarisch bedrijf door uitbreiding van het reeds toegekende bouwvlak ten behoeve van de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen of van voorzieningen, die alleen binnen het bouwvlak zijn toegestaan, zoals waterbassins, sleufsilo’s en dergelijkeuitvoeren uitvoeren, het doen uitvoeren, het laten uitvoeren en in uitvoering geven;
 
volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste een volledige arbeidskracht en waarvan de continuiteit ook op lange termijn in voldoende mate verzekerd is;
 
voorgevel
de naar de wegzijde gerichte gevel van een gebouw;
 
waterberging
het (in tijden van overvloedige neerslag) tijdelijk vasthouden van water;
 
waterhuishouding
de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, wordt gebruikt, wordt verbruikt en wordt afgevoerd;
 
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);
 
woning
een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan een huishouden, of een ander daarmee te vergelijken economische eenheid;