Plan: | Buitengebied, Rijndijk 19, 19a en 19b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0214.BUIBP20170025-vg01 |
Het bestemmingsplan Buitengebied, Rijndijk 19, 19a en 19b met identificatienummer NL.IMRO.0214.BUIBP20170025-vg01 van de gemeente Buren.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het beroepsmatig verlenen van diensten en/of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft door de gebruiker van de woning.
Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend door de gebruiker van de woning.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.
Het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 m.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief verblijf.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
Een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak. Een bijbehorend bouwwerk moet functioneel en bouwkundig ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt.
De aan een bouwwerk, een werk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk, dat werk of dat gebied.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Een bestemming die doeleinden omschrijft waarvoor gronden, die reeds voor een andere bestemming zijn aangewezen, tevens zijn bestemd.
Een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting waarbij in een bestemmingsplan, op basis van de Wet geluidhinder en krachtens deze wet vastgestelde regels, rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld.
Keuken en gemeenschappelijke ruimte ten behoeve van onzelfstandige woningen in de gebouwen met de bestemming wonen.
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken.
Een verzameling van één of meer personen die een zelfstandige huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
Een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, of enig ander onderkomen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor op basis van de Woningwet en krachtens deze wet vastgestelde voorschriften een omgevingsvergunning is vereist en met geen grotere afmeting dan 25 m2.
Een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening.
Een ruimte waarvan de aard en indeling zijn afgestemd op de uitoefening van administratieve, (para)medische, sociaalwetenschappelijke, juridische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische en andere hiermede vergelijkbare beroepen, door de bewoner(s) van de desbetreffende woning.
Een gebouw dat wegens zijn verschijningsvorm of zijn cultuurhistorische betekenis van zodanig belang is voor het karakter van het desbetreffende deel van het plangebied, dat dit belang de toepassing van bijzondere voorschriften ten aanzien van de bouwmogelijkheden rechtvaardigt.
Opgaande, uit houtgewas bestaande beplanting, in hoofdzaak bestaande uit streekeigen soorten, ter verfraaiing van het landschap en/of ter inpassing van hierin voorkomende bouwwerken en werken.
Het bieden van zorg aan huis aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband.
Bouwwerk bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht.
Een bouwwerk of een werk dat van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde en dat als zodanig is opgenomen in de lijst van beschermde monumenten van rijk of gemeente, waardoor op het desbetreffende bouwwerk of werk de Monumentenwet, respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing is.
Een ander gebruik naast het bestaande gebruik, maar daaraan ondergeschikt en waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan.
Een woning die niet door een persoon of huishouden kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (keuken of toilet) buiten die woning. Voor de nadere definitie van wezenlijke voorzieningen wordt aangesloten bij de definities in bijlage 1, onderdeel B van het Besluit huurprijzen woonruimte zoals deze luidt per 1-1-2018.
Een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met eventueel een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
Een aaneengesloten stuk grond met een bepaald doel of eigendom.
De scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut.
Een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomaat, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een ruimte waarin detailhandel plaatsvindt in psychotrope stoffen;
De verbeelding met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
De naar de wegzijde gerichte gevel van een gebouw.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct met de grond verbonden is, bestaande uit een antenne, een verticale bevestigingsconstructie waaraan een antenne wordt bevestigd en bedrading.
Het al dan niet hobbymatig dan wel bedrijfsmatig verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd. Er mag geen sprake zijn van een voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom en de goederen mogen niet ter plaatse worden afgehaald door de consument.
Het geheel of gedeeltelijk verstoken zijn van toetreding van wind.
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Een woning welke door een persoon of maximaal één huishouden kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (keuken of toilet) buiten die wooneenheid.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
in een rechte lijn vanaf de buitenzijde van de gevel. Bij hoekpunten wordt in een cirkel gemeten.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor "Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tot de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de in artikel 3 lid 3.1.1 bedoelde gronden worden gerekend:
Op de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied", voor zover gelegen buiten de agrarische bouwvlakken, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij de bouw van de in artikel 3 lid 3.2.1 sub a bedoelde teeltondersteunende voorzieningen mag de hoogte niet meer bedragen dan 6 m.
Bij de bouw van de in artikel 3 lid 3.2.1 sub b bedoelde molens mag de hoogte niet meer bedragen dan 6 m.
Bij de bouw van de in artikel 3 lid 3.2.1 sub c bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Tot het afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 3.3.2 en artikel 3 lid 3.3.3 wordt pas overgegaan, indien hierdoor:
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 3.2.1, voor de bouw van bedrijfsgebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van de bestemming, indien en voor zover:
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 3.2.1, voor de bouw van een agrarisch hulpgebouw, indien en voor zover:
Als gebruik in strijd met de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied", dat ingevolge artikel 8 is verboden, wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden binnen de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied", voor zover dit niet betreft de bouwvlakken, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 3 lid 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Burgemeester en Wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3 lid 3.5.1 indien uit een nader onderzoek is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe of indirecte gevolgen, de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming "Wonen" mogen uitsluitend worden gebouwd:
Hierbij dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
met dien verstande dat, indien het bestaande bebouwingspercentage of de bestaande maten voor een aan huis gebonden beroep afwijken van de voorgeschreven maten, de bestaande maten maatgevend zijn.
Bij de bouw van de in artikel 4.2.1 sub a t/m d bedoelde gebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in artikel 4.2.1 sub e bedoelde bijbehorende bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Oppervlakte bouwperceel | Maximum oppervlak aan bijbehorende bouwwerken |
tot 500 m2 | 75 m2 |
500 - 3.000 m2 | 100 m2 |
vanaf 3.000 m2 | 150 m2 |
Als de oppervlakte van het bouwperceel minimaal 2.500 m2 bedraagt, en de totale oppervlakte van de gronden in eigendom, binnen het grondgebied van de gemeente Buren, minimaal 7.500 m2 bedraagt, mag het totaal bebouwd oppervlak van de bijbehorende bouwwerken 200 m2 bedragen, onder de voorwaarde dat de extra toegestane m2 aan bijbehorende bouwwerken gebruikt worden voor agrarische nevenactiviteiten; |
Bij de bouw van de in artikel 4.2.1 sub f bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 sub a voor de bouw van een gebouw voor onzelfstandige woning op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 sub a en b, tot een totaal bebouwd oppervlak voor bijbehorende bouwwerken van maximaal 200 m2, indien en voor zover de overschrijding van het toegestane oppervlak niet meer bedraagt dan 25% van het oppervlak van een te slopen surplus aan bijbehorende bouwwerken op het desbetreffende erf en deze bepaling niet cumulatief wordt toegepast met het bepaalde in artikel 4.2.2 sub b.
Tot een gebruik strijdig met de bestemming "Wonen" wordt in ieder geval gerekend:
Gebruik van ruimten ten behoeve van een aan huis gebonden beroepen wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt als de volgende bepalingen in acht worden genomen:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen uitgesloten - gevoelige functies' is een gebruik van voor chemische gewasbeschermingsmiddelen gevoelige functies niet toegestaan.
De voor "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied - 1” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op gronden met de bestemming “Waarde - Archeologisch onderzoekgebied - 1” mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming “Waarde - Archeologisch onderzoekgebied - 1” de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 5.4.1, kan alleen worden verleend, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden.
Tot de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de in artikel 6.1.1 bedoelde gronden worden gerekend:
Op gronden met de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" gelegen buiten een bouwvlak van een enkelbestemming mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 voor de bouw van gebouwen, indien:
Het is verboden binnen de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie", voor zover dit niet betreft de bouwvlakken, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Het bevoegd gezag gaat pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 6.4.1, indien is gebleken dat hierdoor de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
De als 'karakteristiek' aangewezen bebouwing is, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke hoofdvorm van de bestaande hoofdgebouwen.
Het is verboden bebouwing met de bouwaanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag.
Het in artikel 7.1.2 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 7.1.2 onder a, kan alleen worden verleend indien, gehoord de Commissie Ruimte Kwaliteit is gebleken dat hierdoor cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.
Van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mag met een omgevingsvergunning afgeweken worden van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, ten behoeve van tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1, indien en voor zover strikte toepassing zou leiden tot een niet door dringende redenen gerechtvaardigde beperking van het meest doelmatige gebruik.
De voor 'milieuzone - teeltvrije zone 1' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de borging van een goed woon-, werk- en leefklimaat ter plaatse van gevoelige functies binnen het aanduidingsgebied of de daaraan grenzende bestemmingen.
Het toepassen van chemische gewasbeschermingsmiddelen is ter plaatse van deze aanduiding niet toegestaan.
De voor 'milieuzone - teeltvrije zone 2' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de borging van een goed woon-, werk- en leefklimaat ter plaatse van gevoelige functies binnen het aanduidingsgebied of de daaraan grenzende bestemmingen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 9.2.2 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.2.2 zijn slechts toelaatbaar, indien door middel van onderzoek is aangetoond dat een aanvaardbaar woon-, werk- en leefmilieu bij de omliggende gevoelige functies kan worden gewaarborgd.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.2.2 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van een milieudeskundige.
De voor 'vrijwaringszone - dijk - 1' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de waterkering.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' mag niet worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 9.3.2, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'vrijwaringszone - dijk - 2' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd als buitenbeschermingszone van de waterkering.
De voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van de waarde als landschapsbepalend element.
Op de in artikel 9.5.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken worden opgericht met inachtneming van de bepalingen in de onderstaande tabel:
Gebied binnen de grens aangeduid als: | Maximaal toelaatbare hoogte in m: |
M14 molen De Marsch nabij Lienden (grondzeiler) | voorzover zij meer dan 100 m van de voet van de. molen verwijderd zijn: 1/75 van de afstand gemeten tussen het bouwwerk en de voet van de molen, vermeerderd met 2,65 m. |
De voor 'overige zone - paardenbak' aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het gebruik van de gronden als paardenbak ten dienste van de onzelfstandige woningen als bedoeld in artikel 4.1 onder b.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - paardenbak ' zijn uitsluitend bestaande bouwwerken toegestaan. Bij algehele vernieuwing mogen de bouwwerken uitsluitend op dezelfde plaats en met dezelfde omvang worden herbouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de bouw van kleine uitbouwen aan de in artikel 4.2.1 bedoelde gebouwen, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de verbouw van een onzelfstandige woning in verband met het verlenen van mantelzorg, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de instandhouding, dan wel het herstel of de herbouw van bouwwerken, indien en voor zover de instandhouding, dan wel het herstel of de herbouw, noodzakelijk is om te voldoen aan het bepaalde in de Erfgoedwet, dan wel de gemeentelijke erfgoedverordening.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalige voorzieningen in de toeristische en recreatieve sector, mits voldaan wordt aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied - 1", waarbij de bestemming geheel of gedeeltelijk vervalt indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betreffende gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening, wijzigen waarbij gronden worden bestemd voor de bouw van bouwwerken voor verdeel-, regel- en transformatorruimten, met dien verstande dat:
Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor één of meer dubbelbestemmingen, moet de voorrangsregeling volgens artikel 12.2 en artikel 12.3 in acht genomen worden.
De bouwmogelijkheden op grond van de overige voor de gronden of gebouwen geldende bestemmingen vervallen met dien verstande dat bouwwerken overeenkomstig die bestemmingen wel mogelijk zijn voor zover dit uitdrukkelijk in de regels van de dubbelbestemming is aangegeven.
Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor meer dan één dubbelbestemming, mogen op grond van de ene dubbelbestemming geen bouwwerken worden toegelaten indien deze op grond van één van de andere dubbelbestemmingen niet toelaatbaar zijn.
Op eigen terrein dient te worden voorzien in de aanleg van voldoende parkeerplaatsen, waarbij ten minste voldaan moet worden aan de maximum parkeernormen zoals die zijn opgenomen in publicatie 381 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' van CROW, met dien verstande dat het totale aantal benodigde parkeerplaatsen wordt afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 14.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 14.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in artikel 14.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in artikel 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Rijndijk 19, 19a en 19b'.