direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied, Recreatieterrein Kalverland, Eck en Wiel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.BUIBP20100001-on01

3.3 Provinciaal beleid

Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 15 december 2010 hebben Provinciale Staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld en deze is op 2 maart 2011 in werking getreden. In een provinciale ruimtelijke verordening ex artikel 4.1 Wro worden regels gesteld ten aanzien van de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. De Ruimtelijke Verordening Gelderland vormt een beleidsneutrale vertaling van het in het Streekplan Gelderland 2005 en de beleidsuitwerkingen daarvan verwoorde beleid. Hier is verder geen nieuw beleid aan toegevoegd. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende artikelen van belang.

Artikel 8

8.2

Buiten de EHS kan uitbreiding van een binnen het groen blauwe raamwerk gelegen recreatiepark worden toegestaan, indien wordt aangetoond dat intensivering van het ruimtegebruik binnen het bestaande recreatiepark niet mogelijk is.

8.5

Aan nieuwvestiging en uitbreiding van een recreatiepark wordt in bestemmingsplannen de eis van bedrijfsmatige exploitatie verbonden. Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze bedrijfsmatige exploitatie duurzaam zal worden verzekerd.

8.6

In een bestemmingsplan wordt geregeld dat recreatiewoningen in recreatieparken geen grotere omvang mogen hebben dan 75 m2 en geen grotere inhoud dan 300 m3.

8.7 Ontheffing

Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 8.6, indien wordt aangetoond dat er vanuit de toeristische markt aantoonbaar behoefte bestaat aan het realiseren van recreatiewoningen met grotere maatvoering op de betreffende locatie.

Artikel 9

9.1 In een bestemmingsplan wordt permanente bewoning van recreatiewoningen in recreatieparken uitgesloten.

9.2 In een bestemmingsplan kan omzetting van permanent bewoonde recreatiewoningen naar een woonbestemming in recreatieparken worden toegestaan, indien deze bewoning reeds dateert van op of vóór 31 oktober 2003 en deze recreatiewoningen niet gelegen zijn binnen het groen blauwe raamwerk, de weidevogel- en ganzengebieden en concentratiegebieden voor intensieve teelten, en meer dan de helft van het aantal recreatiewoningen permanent bewoond is.

Definities Ruimtelijke Verordening Gelderland

Permanente bewoning: gebruik van een gebouw als hoofdverblijf ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie.

Recreatiepark: een terrein met recreatiewoningen, met gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van de recreatie.

Recreatiewoning: een gebouw bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben, gedurende een gedeelte van het jaar recreatief te worden bewoond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0214.BUIBP20100001-on01_0002.png"

Uitsnede kaart Ruimtelijke Verordening Gelderland

Het beleid van de provincie voor uitbreiding en nieuwvestiging van recreatieparken is terughoudend daar waar zij dit noodzakelijk achten. Voor de concentratiegebieden voor intensieve teelten en weidevogel- en ganzengebieden geldt dat vanuit milieuoverwegingen respectievelijk verstoringsproblematiek nieuwvestiging en uitbreiding met intensieve vormen van recreatie niet kan worden toegestaan. Gezien de bijzondere kenmerken en waarden in het groen blauwe raamwerk geldt een restrictief beleid ten aanzien van uitbreiding van intensieve recreatieve en toeristische voorzieningen. Intensivering van ruimtegebruik ("inbreiding") binnen bestaande (dag-)recreatieve bestemmingen heeft de voorkeur boven uitbreiding. Buiten de EHS kan uitbreiding van een binnen het groen blauwe raamwerk gelegen recreatiepark worden toegestaan, indien wordt aangetoond dat intensivering van het ruimtegebruik binnen het bestaande recreatiepark niet mogelijk is.

Op nieuwvestiging en uitbreiding van recreatieparken zijn voorwaarden als een maximale maatvoering, aantoonbaar duurzame bedrijfsmatige exploitatie en het verbod op permanente bewoning van toepassing. In die gevallen waar toch sprake is van permanente bewoning van recreatiewoningen gaat de provincie uit van bestaande rechten en wordt 31 oktober 2003 als peildatum gehanteerd. Daar waar legalisatie van permanente bewoning van recreatiewoningen niet mogelijk is kan een persoonsgebonden gedoogsituatie ontstaan.

Onder bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen en recreatieparken wordt verstaan: het via een bedrijf, stichting, of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesbedrijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.

De recreatiewoningen dienen daarbij opgericht danwel gebruikt te worden enkel voor de verhuur ten behoeve van wisselend gebruik. Dit dient in privaatrechtelijke overeenkomsten vastgelegd te worden, met kettingbeding en boeteclausule.

Een ontheffing als in artikel 8.7 kan worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. het recreatiepark wordt bedrijfsmatig geëxploiteerd;
  • 2. een maximaal bebouwingsoppervlak van het totaal aantal recreatiewoningen wordt vermeld; en
  • 3. een concreet voorstel met betrekking tot de verdeling van de maatvoeringen van de recreatiewoningen wordt gedaan.

Streekplan Gelderland (2005)

Het recreatieterrein ligt in multifunctioneel gebied en waardevol landschap. Het recreatieterrein grenst aan waardevol open gebied. Als uitgangspunt voor het multifunctioneel gebied geldt dat initiatieven voor intensieve vormen van recreatie en toerisme in beginsel mogelijk zijn. Het is daarbij van belang dat gemeenten de verkeersafwikkeling en de mate van (boven)lokale uitstraling op mens en milieu in ogenschouw nemen. Voorkomen moet worden dat nieuwe initiatieven onoverkomelijke belemmeringen opwerpen voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven in de directe omgeving. Daarnaast dient de relatie te worden gelegd met de omgevingskenmerken en de bijdrage aan het regionaal toeristisch-recreatieve product.

Gezien de bijzondere kenmerken en waarden in het groenblauwe raamwerk, geldt een restrictief beleid ten aanzien van uitbreiding van intensieve recreatieve en toeristische voorzieningen. Intensivering van ruimtegebruik ('inbreiding') binnen bestaande (dag)recreatieve bestemmingen heeft de voorkeur boven uitbreiding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0214.BUIBP20100001-on01_0003.png"

Uitsnede beleidskaart ruimtelijke structuur

Voor de waardevolle landschappen, waar het plangebied deel van uitmaakt, wordt het 'ja, mits'-beginsel gehanteerd. Het al dan niet toestaan is naar de aard, schaal en verschijningsvorm van initiatieven in deze gebieden nadrukkelijk afhankelijk van de effecten op de kernkwaliteiten en gebiedskenmerken.

Recreatiewoningen, stacaravans

Permanente bewoning van recreatieverblijven is ongewenst. Terreinen met recreatiewoningen dienen, gezien hun aard en functie, een aan de omgeving aangepast karakter te hebben. Om dit te waarborgen zijn richtlijnen ten aanzien van oppervlakte en bouwvolume gesteld; er wordt een maximummaat toegestaan van 75 m² en 300 m³ (inclusief berging, en kelder). Eén van de uitgangspunten van het beleid is dat voor recreatiewoningen de eis van bedrijfsmatige exploitatie geldt. Hieronder wordt verstaan: 'het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden'. Voor recreatiewoningen geldt als nadere eis dat deze slechts mogen worden opgericht en gebruikt voor de verhuur ten behoeve van wisselend gebruik.

Stacaravans die groter zijn dan 55 m² (inclusief bijgebouwen en overkappingen), ook wel chalets genoemd, worden voor wat betreft handhaving beschouwd als zijnde recreatiebungalows.

In het Streekplan wordt het vereiste van bedrijfsmatige exploitatie gesteld ten behoeve van de nieuwvestiging en uitbreiding van terreinen voor recreatiewoningen of stacaravans, en niet voor bestaande terreinen.

Brief provincie Gelderland inzake beleidsuitvoering bedrijfsmatige exploitatie recreatieverblijven in Gelderland

De provincie Gelderland heeft in een brief (d.d. 7 november 2006, zaaknummer 2006-014112) aan de Gelderse gemeenten kenbaar gemaakt op welke wijze zij in het kader van de beleidsuitvoering inzake de bedrijfsmatige exploitatie van recreatieverblijven wenst om te gaan met de eis van bedrijfsmatige exploitatie naar aanleiding van diverse uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Uitgangspunt hierbij is dat de provincie de eis van bedrijfsmatige exploitatie niet in alle gevallen hanteert. Voor bestaande recreatiewoningen1 die feitelijk niet worden verhuurd en waarvoor de eis tot verhuur niet goed in de planvoorschriften is geregeld geldt de eis van bedrijfsmatige exploitatie niet.

Streekplanuitwerking Nationale landschappen (2007)

Het plangebied ligt in Nationaal landschap Rivierengebied.

Bij uitvoering van het Nationale landschap moet worden gedacht aan investeringen die zijn gericht op:

  • verbetering van de belevingsmogelijkheden in het Nationale landschap;
  • behoud en versterking van de landschappelijke (kern)kwaliteiten;
  • behoud en beleefbaar maken van de cultuurhistorie, archeologie en monumenten.

Bij dit alles is promotie en communicatie een belangrijke voorwaarde om het Nationale Landschap werkelijk aan de basis tot leven te wekken.

De kernkwaliteiten van het gebied zijn:

  • karakteristieke, kleinschalige oeverwal met rijke afwisseling van boomgaarden;
  • gras- en bouwlanden;
  • buurtschappen;
  • dorpen;
  • verspreide bebouwing;
  • buitenplaatsen;
  • kasteelterreinen en beeldbepalende boerderijen.